Alfa Romeo SZ - Blits Bezit

Meesterwerk van hoekigheid

43 reacties

Video
AutoWeek 9 2020
AutoWeek 9 2020

Je leest het in AutoWeek 9 2020

Liefhebbers van klassieke Italiaanse sportwagens zwijmelen bij de wulpse, sexy rondingen die grootmeesters als Pininfarina en Bertone op het netvlies wisten te toveren. Veel minder bekend – en geliefd – is de hoekige Alfa Romeo SZ. Love it, or hate it, maar anders dan een meesterwerk kun je deze Alfa niet noemen.

Halverwege de jaren 80 zat Alfa Romeo niet zo lekker in z’n vel. De 33, de 75, de 164, hoe verantwoord ze commercieel ook waren, het was het allemaal net niet voor een merk dat zo trots was op zijn mystiek, zijn emotie en zijn sportieve successen. Nee, zo’n 33 doet je inderdaad niet meteen denken aan Enzo Ferrari die zijn Scuderia Ferrari begon als raceteam onder de vlag van Alfa Romeo. Om het zelfvertrouwen wat op te krikken, kwam Alfa in 1989 met een studiemodel: de ES30. Die auto moest laten zien dat Alfa zijn verleden niet was vergeten en zijn zelfrespect niet verloren. Of die boodschap helemaal overkwam zoals gehoopt is in de vergetelheid geraakt, maar aandacht trok de ES30 in elk geval. Heel veel aandacht. Zo veel aandacht, dat productie onvermijdelijk werd.

De ES30 zou haast ongewijzigd op de markt komen, met een nieuwe naam: SZ. Dat staat voor Sprint Zagato. Zagato kennen we allemaal als een roemruchte ontwerpstudio die weliswaar ontelbaar veel prachtige auto’s maakte, maar ironisch genoeg maar een heel klein aandeel had in het ontwerp van de Alfa Romeo SZ.

Het hoekige ontwerp komt voornamelijk uit het brein van de destijds jonge ontwerper Antonio Castellana, die in dienst was van Fiat, dat Alfa Romeo in 1986 onder z’n vleugels nam. Castellana werkte bij Fiat onder supervisie van grootmeester Robert Opron, die eerder al beroemde Citroëns als de SM en de CX ontwierp. Zagato werd door Alfa ingezet voor de bouw – met de hand! – van de duizend SZ’s die Alfa op de markt wilde brengen. De beroemde Zagato-Z op de flank staat er dus niet voor niets en is ook een verwijzing naar de mooie dingen die Alfa en Zagato in het verleden samen maakten. Bovendien zou een leek die niet beter weet, onmiddellijk geloven dat ontwerper Castellana stiekem een kleinzoon van de grote Ugo Zagato is.

VISUELE IMPACT

Dik dertig jaar na zijn introductie is de visuele impact van de Alfa Romeo SZ er niet minder op geworden. De zes kleine, vierkante koplampen in de hoekige neus, de hoge flanken, de dikke kont met de smalle, zwarte achterlichten, het diepe Rosso Alfa – uiteraard de enige leverbare kleur – het zwarte dak en de grote, verchroomde velgen. Een Ferrari is het niet, maar bijzonder is het wel, dat zie je meteen. Kort na zijn introductie kreeg de Alfa SZ een bijnaam die hem al dertig jaar achtervolgt. Il Mostro, het monster. Die naam sloeg op zijn extreme uiterlijk en niet op monsterlijk goede rijeigenschappen. Eigenlijk jammer, want de SZ verdient meer dan een vooroordeel.

Hij verdient het om te worden gezien. En te worden gehoord ook. De drieliter Busso-zescilinder in het vooronder van de SZ vond je destijds weliswaar in meer Alfa’s, maar dat maakt het geluid niet minder zinnenprikkelend. Iedereen weet dat je een auto netjes moet warmrijden voor je flink doortrekt, maar deze Alfa stelt je zelfbeheersing flink op de proef. Hoe hoger het toerental, hoe meer de Busso klinkt als een volbloed-racer. Het zal wel heiligschennis zijn, maar het geluid van een Ferrari is eigenlijk nauwelijks mooier. Normaal schopt de drieliter het tot een kleine 190 pk, maar in het geval van de SZ gaat hij ruim over de 200 pk. Als bestuurder zit je op wonderschone cognackleurige zetels, achter een stuur dat onder een wat moeilijke hoek staat, met je rechterhand op een versnellingspook die wat slungelig de wereld inkijkt en waar je eigenlijk niet goed bijkunt. Voor je neus twee simpele, ronde Veglia-meters die hun eigen zweempje Ferrari ademen.

Hoewel de SZ een koets van glasvezel heeft, weegt hij evengoed nog 1.260 kilo en is hij nog steeds geen lichtgewicht, maar de koets is merkbaar stijver dan die van elke andere Alfa. De neus voelt lichtvoetig en gretig aan, het stuurgevoel klopt en hoewel de versnellingsbak en bediening wat finesse missen, voelt de SZ zonder voorbehoud aan als een ware volbloed die zich op elke bocht verheugt. Op de rechte stukken is de SZ naar huidige maatstaven slechts ‘gewoon’ rap, in de bochten huilt de oude Bussowolf om het hardste mee met de welpjes van tegenwoordig. Lang heeft de Alfa Romeo SZ het niet volgehouden. Ontmoedigd door de moeite die het kostte om de duizend geproduceerde exemplaren te slijten liet Alfa de SZ in 1993 stilletjes van het toneel verdwijnen.

GAPEND GAT

Kort daarna leefde het sportieve hart van Alfa Romeo op toen het met de 155 de overwinningen aan elkaar reeg in het DTM. Ondanks al die successen liet de SZ een gapend gat achter in het modellengamma van Alfa. De GTV en de Spider konden dat niet vullen, daarvoor was de SZ te veel een echte sportwagen. Zijn echte opvolger is wellicht de 8C Competizione, die in 2007 ten tonele verscheen. Die is beslist prachtig, maar houdt de gemoederen minder bezig dan Il Mostro. Misschien was zijn prijs het enige aan de Alfa Romeo SZ dat écht monsterlijk was. Die kwam angstaanjagend dicht bij de 200.000 gulden, en kennelijk investeerde de liefhebber van 1992 zulke bedragen toch liever in beproefde concepten als de Porsche 911. Jammer voor Alfa, maar fijn voor de liefhebber van nu. Die heeft in de SZ niet alleen een bijzondere Alfa Romeo – met Zagato-genen – te pakken, maar ook een auto die de meeste Ferrari’s wat betreft exclusiviteit eenvoudig naar de kroon steekt.

Objectief gezien kun je zijn ontwerp maar moeilijk als ‘mooi’ bestempelen. En toch is er die aantrekkingskracht. Al dertig jaar. Je blijft naar de SZ kijken, en niemand zal ontkennen dat de Alfa indrukwekkend is. Pas als je twee keer kijkt zie je de forse naden tussen de carrosseriedelen en de verhoudingen die eigenlijk nogal wringen. Het is allemaal niet belangrijk. Dat je de SZ in technisch opzicht eigenlijk nauwelijks een hoogstandje kunt noemen, is ook niet belangrijk.

Als je het heel bot samenvat, slaat de Alfa Romeo SZ eigenlijk nergens op, en daarin zit misschien wel de crux: dat een auto beter en memorabeler wordt naarmate hij onlogischer wordt. Daarover gesproken: de keuze om deze auto op de markt te brengen was ook geen logische maar het management van Alfa Romeo dééd het gewoon. Noem het stom, of noem het een meesterzet, dat ons een meesterwerk van hoekigheid bracht.

BLITSE BEZITTER

“Jaren geleden vond ik de SZ nog verschrikkelijk lelijk. Echt foeilelijk. En nu heb ik er zelf één”, zegt Jeroen van Dongen (43). “Mijn doel was om voor mijn veertigste verjaardag een SZ te hebben en dat is me gelukt. Het aanbod is niet groot, dus het feit dat ik nét voor die cruciale verjaardag een goede auto wist te vinden is gewoon geluk. Eigenlijk is het ook logisch dat ik nu een SZ heb. Ik ben al vanaf mijn zestiende gek van Alfa Romeo. In die tijd sleutelde ik met een groep vrienden – waarvan er eentje bij Alfa werkte – aan allerlei auto’s. Zo ben ik besmet geraakt met het Alfavirus. Ik heb een stuk of zeven 33’s gehad, maar die waren vaak helemaal rot. Aan een 155 op lpg heb ik ook goede herinneringen, maar de SZ is natuurlijk de ultieme Alfa.

Mijn auto heeft kennelijk een verleden als importeursauto in België. Hij schijnt daar in veel magazines te hebben gestaan, met het kenteken BPV 139, maar daar heb ik nog niets van kunnen terugvinden. De intentie is om deze auto nog heel lang te houden, hoewel ik er hooguit vijf keer per jaar mee rijd. En dat doe ik soms met klamme handjes, dat mag je best weten. Hij ligt enorm strak in bochten en hij is erg voorspelbaar, maar je bent je gewoon heel erg bewust van het feit dat je met iets heel bijzonders onderweg bent. Je hoort wel eens SZ-eigenaren vertellen over voorbijgangers die zwaaien, of foto’s maken of filmen. Zelf zie ik dat nooit. Als ik rij ben ik niet met de omgeving bezig, maar met de auto. Je zit in een rare ruimte, met een bijzonder zicht om je heen en met je rechtervoet controleer je een fantastische motor. Ik durf niet alles te geven, maar elke rit is een genot, en je blijft naar die auto kijken.

Hij is trouwens erg betrouwbaar, die enkele keer dat er een controlelampje gaat branden gaat het ook vanzelf weer uit. Het enige probleem dat ik heb gehad, was een kapotte koplamp. Die zijn zeldzaam. Ze zijn alleen geleverd op de SZ, de Lamborghini Diablo, de Ferrari F40 en een meubeltruck van Iveco. Zo’n absurd feitje is helemaal SZ!”

Verder lezen?

Dit artikel is gratis te downloaden in PDF-formaat. Hiervoor maak je eenmalig een AutoWeek account aan, waarna je onbeperkt uit het AutoWeek archief kunt downloaden.

Inloggen of Registreren

Lezersreacties (43) (gesloten)

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.

De discussie is gesloten.
Reageren is niet meer mogelijk.