Test: Nissan Terrano II 2.4 Sport (2000)

De uitdaging lokt

Nissan Terrano II 2.4 Sport

In Amerika heet het sports-utility, een terreinwagen die vooral voor dagelijks gebruik op de weg dient. Een verkoop-hit, die hier ook aardig in opkomst. Is de echte stoere, grote terreinauto nu dood? We proberen eens de onlangs vernieuwde Nissan Terrano.

Het oog wil ook wat, daarom is een sports-utility mooier dan een zakelijk, hoekig terreinmonster. En daarom ook veranderde de vormgeving van de Nissan Terrano, werd hij ronder en zachter. Nissan had in de eerste Terrano II al een frivoliteitje ingebouwd met een opwippende zijraamlijn, nu heeft 'ie ook nog bollere achterlichten en een nieuw, apart gelijnd frontje met luchthapper op de motorkap.
Bij de nieuwe Terrano maakt Nissan helemaal design van het kap over het achterwiel, door strategische openingen in dat deksel te maken waar een stukje ruig terreinbanden-profiel doorheen piept. Het zicht door de achterruit wordt er niet beter op, maar dat is geen bezwaar als je ook twee enorme buitenspiegels hebt.
Voor de aandrijving valt er niet veel te kiezen: benzine of diesel, zeg het maar. We gingen voor benzine, met de twaalfkleps 2,4-liter, de goedkoopste keus. In aanschaf tenminste, want met een verbruik rond 1:8 zijn de rijkosten avontuurlijk hoog.
De dikke viercilinder wil niet vlot op toeren komen. Het is een goeiige bullebak, trekt zonder klagen vanaf heel laag toerental, maar haast is hem vreemd. Hij klinkt wat rauw en metalig, maar maskeert dat met een vrij sportieve uitlaatronk.
Op kruissnelheid blijft het motorgeluid behoorlijk goed gedempt. Maar verwacht op de snelweg geen geweld. Je hebt net genoeg om goed met het verkeer mee te komen, de inhaal-acceleratie stelt weinig voor. Bij lagere snelheden heb je alleen het voordeel dat je heel snel kunt doorschakelen, gebruik makend van de enorme souplesse, of ook ontspannen in een hoge versnelling kunt blijven hangen.

Behoorlijk ruim

Je weet als avonturier maar nooit wat je onderweg nog nodig zult hebben, het moet dus mogelijk zijn veel mee te nemen om op alles voorbereid te zijn. De Terrano heeft een volledig dashboard in personenautostijl. Twee airbags zijn standaard.
De zitplaatsen zijn alleszins comfortabel, zijdelingse steun staat echter niet hoog op de prioriteitenlijst. Instellen van de zitpositie is redelijk goed mogelijk: hoogteverstelling op het stuur, de zitting van de bestuurdersstoel kan kantelen, en er is een instelbare (nou ja: twee standen) lendensteun. Traploze leuningverstelling is blijkbaar onnodig comfort in de wildernis.
Onze ferme jongen gaan wel met zijn tijd mee met hoofdsteunen op de in gelijke helften deelbare achterbank. Waar je behoorlijk ruim zit. Dát was bij 'korte' terreinauto's wel eens anders. Evenals de beschikbare bagageruimte, die in deze driedeurs auto lang niet benepen is. De derde deur slaat zowaar naar de goeie kant open; hij wordt immers in Europa - Spanje - gebouwd en niet in Japan, waar zo'n achterdeur andersom open moet slaan omdat ze links rijden.
De doorsnee rijdt met een SUV alleen in de asfaltjungle. De vraag is dus hoe gehandicapt je bent op gewone straten en wegen. Nou, dat valt nog mee. De Terrano stuurt niet messcherp, maar aardig direct en gevoelig, zodat het bakbeest eigenlijk verbazend wendbaar is in de stad. En stabiel op de buitenweg ook nog.
In geasfalteerde bochten hoef je niet heel hard te gaan om te voelen hoe het aanzienlijke - en hooggelegen - gewicht de auto opzij wil schuiven. Nissan heeft de Terrano mooi in balans gebracht, zodat hij geen voorkeur toont om eerst vooraan of eerst achteraan te gaan glijden. Daaraan zal bijdragen dat de achteras voorzien is van een sperdifferentieel, dat al gauw in actie komt bij hoger bochtentempo, omdat het wiel aan de binnenkant van de bocht grip verliest.
De vierwielaandrijving is niet bedoeld voor permanent gebruik. Dan zou er een extra differentieel tussen voor- en achterwielaandrijving moeten zijn, anders gaat de zaak wringen in bochten. Dat heeft deze Nissan niet. Als het gladdig is kun je op 4WD overgaan, licht wringen tussen de aandrijving vóór en achter wordt dan opgevangen met een ietsje wielslip.
Terreinwagens zijn niet goedkoop, dan verwacht je wel wat luxe. Het is inderdaad geen afzien: centrale vergrendeling met 'pliep', elektrische bediening voor ramen en spiegels, mistlampen voor, lichtmetalen velgen, airco en audiosysteem. ABS is een extra. Wel lastig dat de spiegelbediening erg ver weg zit, onder op het dashboard.
De recente vernieuwing doet de Terrano II goed, brengt hem meer in de richting van een beschaafde sports-utility. Want voor de meeste van ons gaat auto-avontuur niet verder dan een sluipweg langs de dagelijkse files zoeken.

  • +Goed weggedrag
  • +Ruim en toch compact
  • +Goede remmen
  • -Stoterige vering
  • -Bezadigde motor