Zo eindigde de Ford Focus van de Barrelbrigade
De keurige autodemontagewereld
In het verleden sprongen we niet altijd even respectvol om met barrels aan het einde van de barrelbrigade. Zo prikten we ooit lepels van een vorkheftruck door de voorruit van een Ford Mondeo, die even daarvoor nog keurig het glas verwarmde en zo op een koude winterochtend verhoedde dat we moesten ruitenkrabben. Zo bruut verliep het einde van de Ford Focus, de deelnemer van de editie 2023, niet. Die lieten we ook achter bij een demontagebedrijf, maar verder sloopten we niets. We liepen mee bij de autodemontage van de blauwe stationwagon met dieselmotor.
Het heeft nog steeds een wat smoezelig imago: stapels afgedankte auto’s, wrakken tot de horizon met de kale, roestige wielen in de modder, wachtend tot er een blokje van wordt geperst. Onterecht, want de sloop heet tegenwoordig autodemontage en dat is niet alleen een mooi woord voor iets lelijks.
Aan alles komt een einde, dus ook aan die prachtige, glimmende auto die lang geleden voorzien van een bloemstukje en een fles bubbels feestelijk aan je werd overhandigd. Wanneer hij je net een keer te vaak in de steek heeft gelaten of wanneer de kosten om hem nog een jaar door de apk te krijgen niet meer opwegen tegen wat de auto verder nog waard is, dan weet je: het einde is daar. Nu zijn wij beroepstechnisch gedwongen doorgaans omgeven door bijna nieuwe auto’s, maar eens per jaar maken we daar met de Barrelbrigade een mooie uitzondering op en zo kan het gebeuren dat ook wij nu voor de emotionele taak staan een auto naar zijn laatste rustplaats te rijden. Dat is een mooie gelegenheid voor een deep dive in de ooit wat schimmige wereld van de autosloperij. Wat gebeurt er precies met onze Ford Focus wanneer het einde daar is?
Wie de Barrelbrigade 2023 heeft gevolgd, weet dat de Focus waarmee Marco een tweede plaats bereikte nog een verrassend goede auto is. Helaas zijn subframe en dubbelmassavliegwiel op, twee reparaties waarvan de kosten niet opwegen tegen de restwaarde van de auto. Gevalletje economisch total loss dus, tijd voor de final destination. We maken een afspraak bij Van Gils Automotive in Nootdorp, in de veronderstelling dat ze daar wel oren hebben naar onder meer de prachtige, puntgave Futura-wielen en het leren interieur.
Het is een vreemde gewaarwording om ’s ochtends in te stappen, wetend waar je de auto heen brengt. De motor springt meteen aan, de radio begint te spelen en de airconditioning blaast me vriendelijk een zwoel briesje toe, allemaal zoals het bijna twintig jaar lang elke ochtend ging. Niets wijst erop dat dit zijn laatste kilometers zijn. Als een oude, trouwe hond die nietsvermoedend, blijmoedig en vol vertrouwen met zijn baas meeloopt naar de dierenarts voor zijn spuitje rijdt de Focus de weg die ik hem wijs naar de sloperij. Ik word niet gauw emotioneel om dingen, maar dit valt me toch wat zwaar en ik hoop tegen beter weten in dat deze auto nog een lang leven beschoren is als taxi in een ver en warm land, om maar iets te noemen.
Opgestapelde wrakken
Van het stereotiepe beeld dat veel mensen nog steeds hebben van een autosloperij blijft na de eerste stap in de receptie van Van Gils Automotive al niets meer over. Directeur Patrick van Gils ontvangt ons in een lichte, smetteloze ruimte, in gezelschap van Martijn Boelhouwer, manager communicatie van Auto Recycling Nederland (ARN), waarbij Van Gils is aangesloten. Boelhouwer lijkt mijn verbazing aan te voelen: “Er is de laatste decennia heel wat veranderd. Ooit stonden de wrakken opgestapeld, vaak op grasland of een erf, de olie ging als het tegenzat de sloot in en anders werd het met een trechtertje handmatig afgetapt. Die tijd hebben we achter ons gelaten. Vroeger zagen mensen een soort pikorde van nieuw via gebruikt naar helemaal onderaan de demontagebedrijven. Wij zijn nu een schakel in de cirkel die vroeger een rechte lijn naar beneden was.”
Boelhouwer vertelt dat ARN precies dertig jaar bestaat, met inmiddels 210 aangesloten autodemontagebedrijven, samen goed voor 85 procent van de Nederlandse markt: “Die voldoen allemaal aan het kwaliteitszorg demontagekeurmerk, KZD, waar een aantal arbo- en duurzaamheidseisen in zitten gecertificeerd.” Van de auto’s die in Nederland worden afgemeld gaat 85 procent via ARN-aangesloten bedrijven. In 2022 werden er 143.036 autowrakken door ARN verwerkt, van de ruim 170.000 totaal. Dat is een historisch laag aantal, mede door een lage nieuwverkoop en gekke tijden na corona. Normaal gemiddelde is 200.000 per jaar voor de hele markt.”
Mercedes-AMG GLE die in het water heeft gelegen
We wandelen inmiddels door de werkplaats, waar ons oog valt op een op het eerste oog puntgave Mercedes-AMG GLE 63 S, die hoog op de brug aan een meervoudig infuus ligt. Verderop staat het eveneens spic en span leren interieur opgesteld. “Zonde hè?”, raadt Van Gils mijn gedachten. “Maar hij heeft lang genoeg in het water gelegen om de reparaties duurder te maken dan wat hij dan nog waard zou zijn.”
“Dit is een droogleginstallatie, zoals elk bij ons aangesloten bedrijf moet hebben”, vervolgt Boelhouwer: “Daarmee worden heel snel en efficiënt alle vloeistoffen uit de auto gehaald. Denk niet alleen aan brandstof, maar ook aan remvloeistof, koelvloeistof en ruitensproeiervloeistof. Dat gaat allemaal in één keer de auto uit, door naar boven- of ondergrondse tanks, waar het veilig wordt opgeslagen. ARN zorgt dat die vloeistoffen worden ingezameld, waarna elk van die vloeistoffen naar een gespecialiseerd bedrijf gaat, waar ze worden opgewerkt tot hernieuwde producten. Zulke olie bijvoorbeeld is op de afwijkende kleur na weer net zo goed als de olie die je nieuw koopt. Alleen vanwege die kleur is het niet op de vrije markt te koop, maar het wordt gebruikt in allerlei andere soorten vervoer, zoals de scheepvaart.”
Tweede leven voor banden
Ook voor banden is een heel traject uitgerold, vertelt Boelhouwer: “Een deel is nog goed genoeg om weer te worden gebruikt en die worden als zodanig verkocht. De rest gaat naar een van de twee grote bandenverwerkers in ons land, Granuband en Lintire. Via hen krijgt de band alsnog een tweede leven of wordt hij uit elkaar getrokken en verwerkt tot nieuwe producten als stoeptegels voor kinderspeelplaatsen en sportfaciliteiten.”
Van Gils legt de verschillende trajecten uit waar een binnengekomen sloopauto voor in aanmerking kan komen: “Je hebt auto’s die meteen de recycling in gaan, dat noemen wij end of life. Maar wij richten ons vooral op de onderdelenauto’s, waarvan we de delen kunnen verkopen voor producthergebruik. Toch komen er ook wel eens auto’s binnen die nog naar het buitenland kunnen om daar als occasion te worden verkocht.”
Inmiddels begin ik wel erg benieuwd te worden naar het lot van onze Ford Focus op deze spannende dag. Van Gils loopt met me mee naar het voorterrein, waar hij mooi staat te glanzen in de waterige winterzon. Hij kijkt even naar binnen, trekt dan de motorkap open en aanschouwt het motorblok. Ik wijs nog eens op het gave, luxe interieur en de mooie lichtmetalen wielen. “Als het dezelfde steek was geweest, had ik ze onder mijn eigen auto gezet”, zeg ik. Van Gils lacht: “Als ik weer een verkoper nodig heb, bel ik je. Maar nu moet ik je teleurstellen. Als je bij ons binnenkomt met je auto proberen we je eerst de onderdelen te verkopen waarmee de auto weer de weg op en de apk door komt. Als dat niet meer interessant is, zoals het geval met jouw Focus, dan lopen we zoals nu een rondje om de auto om te kijken wat er voor ons nog voor waarde aan zit. Helaas is deze auto echt end of life. Alle nog bruikbare onderdelen hebben we waarschijnlijk in ruim voldoende hoeveelheden nog op voorraad en de kosten om hem weer in orde te maken, wegen voor een ander net als voor jullie niet meer op tegen de waarde.”
End of life: binnen anderhalf uur klaar met auto
Mijn hoop van deze ochtend is met enkele woorden de grond in gestampt. Maar stel dat ik met een jongere auto met waardevolle onderdelen voor was komen rijden? Van Gils: “Dan maken wij een inventarisatielijstje met wat we denken te kunnen verkopen, hoe courant deze motor is, hoe gangbaar het model en type is, en aan de hand van die zaken bieden we een bedrag. Als je akkoord gaat, vrijwaren we de auto en wordt hij naar achteren gebracht. Daar maken we een demontagelijst met wat er allemaal vanaf moet; die lijst lezen de monteurs met een app van de barcode die erop is geplakt. Bij end of life is het binnen anderhalf uur klaar, als het een heel mooie Tesla is, staat hij nog drie dagen.”
Dat brengt ons bij de andere kant van het proces. Hoe komen die herbruikbare onderdelen weer in het verkeer? Van Gils: “We verkopen nog wel aan de balie, dat zijn mensen die nog even willen kijken en voelen. Het meeste gaat echter via internet naar Nederland, Europa en af en toe zelfs naar Amerika. Wanneer een bepaald onderdeel bij de dealer in backorder staat, wordt het bij ons heel veel gevraagd.”
Gebruikt portier: 86 procent CO2-besparing
95 procent van de klanten zijn garagebedrijven en dealers, vervolgt hij: “We hebben een samenwerking met schadeherstelketen AAS. Dat is super, want zo krijg je erkenning voor reparatie met gebruikte onderdelen. Een gebruikt onderdeel is ruim de helft goedkoper dan nieuw uit de doos. Los van de kosten: als je een gebruikt portier monteert in plaats van een nieuw bespaar je 86 procent CO2. Als je dat door de hele schadebranche zo doorvoert, maakt het behoorlijk wat impact voor het milieu. Mensen moeten alleen de omslag maken, van moeten naar willen. Waarom zou je iets maken wat er al is? Ook voor de zakelijke markt: het is een enorme kostenbesparing, maar iedereen heeft ook een duurzaamheidsopgave. We zullen wel moeten.”
Je hoort nogal eens over onderdelen die op bestelling worden gestolen, maar dat is geen reden om huiverig te zijn voor gebruikte spullen, zegt Van Gils: “Het gestolen onderdeel is onze grootste concurrent, daar kun je niet tegenaan werken. Los van dat het niet mag, zouden wij voor onze business daar ook wel wat meer controle op willen zien. Bij demontagebedrijven zijn alle onderdelen herleidbaar naar het nummer dat het voertuig kreeg bij binnenkomst.”
Ferrari-wielen
Wanneer we weer naar binnen komen, passeren we de cabine waar alle onderdelen voor de website op de foto worden gezet. Ik kan mijn ogen niet geloven wat daar net is klaargezet: een compleet setje in nieuwstaat verkerende Ferrari-wielen. “Is dat wat ik denk?”, vraag ik. Van Gils knikt: “Van een F8 Portofino.” “Je begrijpt dat ik nu heel graag wil weten wat er van de rest van de auto is geworden”, doe ik een poging, maar ik moet genoegen nemen met een geheimzinnige glimlach.
Boelhouwers leidt de aandacht van mijn vraag af: “Als alle nog bruikbare onderdelen, denk aan portieren, motoren en spiegels, zijn verwijderd, heb je het kale wrak over. Dat gaat naar een erkend shredderbedrijf, waar het de zware machine in gaat. Je zou zeggen dat wat je dan over hebt echt het einde van de auto is. Dat is ten dele waar, want de metalen gaan voor hergebruik naar de metaalverwerkende industrie. Maar er blijft ook nog een restant over. Kijk je naar het gewicht van de auto, dan wordt ongeveer een kwart hier bij het demontagebedrijf verwijderd. 55 procent wordt bij de shredderbedrijven onttrokken en dat is logisch, want een auto bestaat voor het grootste deel uit metaal, dus daar zit het meeste gewicht. Dan heb je nog 20 procent over. Het grootste deel daarvan gaat naar de postshreddertechniekfabriek, PST genaamd, in Tiel. Dat is de enige in Nederland en daar gaan dus alle auto’s uiteindelijk heen. Daar staan een kleine 200 machines te stampen met vloeistofbaden en magnetisme, eigenlijk relatief eenvoudig. De directeur daar noemt het zandbaktechnologie. Die machines staan op een slimme manier achter elkaar en zo herwinnen ze nog tussen de twaalf en veertien procent van het gewicht van de auto aan voor hergebruik geschikte materialen.”
Die materialen worden in de autodemontagewereld in vier hoofdgroepen onderverdeeld: metalen, mineralen, vezels en kunststoffen. Laatstgenoemde gaan weer door naar een gespecialiseerd bedrijf, waar ze er kunststofkorrels van maken, zegt Boelhouwers: “Zo kan het zijn dat jullie Focus uiteindelijk bijdraagt aan een van je volgende auto’s, want die korrels gaan allemaal naar een kunststoffabriek in Frankrijk, die weer aan de automobielindustrie levert.”
Nog lange weg naar 100 procent
Zo uitgelegd wekt het proces de indruk dat er geen kruimeltje van je oude auto ongebruikt blijft, maar dat is niet helemaal juist, erkent Boelhouwer: “Veel reststoffen, zoals de olie die ik net noemde, zijn niet weer helemaal één op één als nieuw. Daar zit, naast de aandrijfbatterijen van elektrische auto’s, een uitdaging voor de komende jaren. De hoogwaardigheid van de recycling willen we nog verder verbeteren en daar worden elke dag stappen gezet met heel veel bedrijven, maar we zijn er nog lang niet.”
Desondanks loopt Nederland op dit vlak flink voor op de rest van de wereld, vervolgt Boelhouwer: “98,7 procent van het oorspronkelijke wagengewicht wordt gerecycled. Er zijn twee hoofdredenen waarom we het in Nederland zo goed kunnen doen. De eerste is dat we een sluitend kentekenregistratiesysteem hebben. Het is straks precies te achterhalen wat er met jullie Focus is gebeurd en dat lijkt misschien heel vanzelfsprekend, maar over de grens in Duitsland bijvoorbeeld zijn ze regelmatig heel veel auto’s kwijt. Hier hebben we de mrb, apk-plicht die dusdanig persoonsgebonden zijn dat je er alle belang bij hebt je afgedankte auto netjes te vrijwaren of te schorsen. In Duitsland kan dat tot in lengte van jaren en dat maakt de kans groot dat wrakken zoekraken.”
De tweede factor die bijdraagt aan het Nederlandse succes is volgens Boelhouwer de recyclingbijdrage, op dit moment € 22,50: “Die zorgt ervoor dat ARN alle materialen met een negatieve waarde toch uit de auto kan halen en recyclen. Je moet weten dat die fabriek in Tiel serieus geld kost en ook voor de vloeistoffen is er nog geen serieuze businesscase, maar dankzij de bijdrage kunnen we dat toch netjes recyclen. Hergebruik is natuurlijk de mooiste vorm. Als we een portier van jullie Focus straks kunnen verkopen om een beschadigde Focus te repareren, is dat echt één op één. Maar de materialen die niet lucratief zijn, maar toch moeten worden van de wet gerecycled, daar helpt het potje van ARN.”
Exoten op Instagram, Tiktok en andere platformen
Toch blijven de AMG en de Ferrari-wielen door mijn hoofd spoken, dus vraag ik Van Gils of hij vaker dit soort bijzondere gevallen voor de deur krijgt. “Ja, dat gebeurt af en toe”, antwoordt hij. “Maar hoe leuk ook, in de onderdelen daarvan is meestal niet zo veel handel.” Van Gils wordt eerder blij van de meest gangbare types. “Wij zijn gespecialiseerd in snellopers als de Golf VII en VIII, Polo, Astra, dat soort modellen, maar we richten ons ook op speciale modellen. Zo hebben we op dit moment onderdelen liggen van Maserati en de Lamborghini Urus. Om dat uit te dragen, hebben we een speciale online-marketeer in dienst die dit soort dingen op Instagram, TikTok en andere platformen zet.”