Wereldprimeur: rijden met de Alfa Romeo 4C
De doelen: onder de 60.000 euro en minder dan 4 kilo per pk. Met te veel vermogen zou de auto te duur worden, dus heeft Alfa gemikt op het zo licht mogelijk maken van de 4C. En dat is gelukt. De auto weegt een spectaculaire 895 kilo. Ter illustratie: een Lotus Exige S weegt een paar honderd kilo meer! Achter de stoelen ligt een 1,8- (Alfa zegt liever een 1.75) liter turbomotor die 240 pk levert. En niet op de rustige manier zoals in de Giulietta QV. Nee hier heb je gesputter en geknal. En zolang je vol gas gaat ook gehijg en geblaas van de turbo, gevolgd door het bekende Lancer Evo-achtige gesis als je van je gas gaat.
De auto knalt in ruwweg 4,5 seconde naar 100 km/h, geholpen door door de automaat met dubbele koppeling die je ook met flippers achter het stuur kunt bedienen. De cockpit is krap, de stoel kan je enkel in de lengte verstellen, de rugleuning staat vast. Voor je neus geen mooie Alfa-kokers, maar een digitaal schermpje op motorfietsniveau, met een overkill aan info.
We hebben geen pook, je bedient de automaat met knoppen op de middentunnel. De inmiddels bekende DNA-knop zit daaronder, al is er een vierde stand aan toegevoegd: houdt de hendel 7 seconden in D en je stapt van Dynamic naar Race-mode, waarin het ESP bijna alles toelaat.
Het sturen gaat direct en opvallend zwaar: Alfa heeft stuurbekrachtiging achterwege gelaten! Waar heb je dat nog? Enkel bij merken als Donkervoort. Bij het insturen moet de neus soms even zoeken (de gewichtsverdeling is 40:60), maar in de bocht is het gripniveau enorm. Verander je van koers of ga je in de remmen merk hoe je licht de auto is. Niets geen kilos die doorduwen, maar BAM de hoek om.
De power blijkt al snel meer dan voldoende, de Alfa is zeker onder de 150 km/h loeisnel. Wel moet de turbo zich duidelijk opladen, zodat je met een ouderwetse tweetrapsraket op pad bent. Gas, wachten, power! Op ons circuitrondje missen we stiekem een beetje de mooie lineare poweropbouw van een hoogtoerig blok, zeker omdat je richting de toerenbegrenzer weinig vermogensgroei meer hebt. Maar op de openbare voegt de boost heel stiekem een flink stuk toe aan de rijbeleving.
Zolang je gas houdt tijdens het flipperen hoeft de turbo zich bij opschakelen niet op te laden en blijft de acceleratie constant en heftig. Ook omdat de schakelklappen vrij hard zijn, geen halfzacht gedoe zoals bij sommige DSG's. "Just Drive" is Alfa's nieuwe slogan die ze tijdens de dynamische presentatie van de 4C bekend hebben gemaakt. Niet voor niets in het Engels: het merk wil terug naar de Verenigde Staten.
"We willen aangeven dat rijden voor ons nu echt op de eerste plaats komt", claimt een directielid. Zo'n claim is vaak bluf, maar met de 4C is het duidelijk dat lol maken inderdaad de basis was. Design: check: Kabaal: check. Plezier: check. Italiaanse bravouere van gesputter beweging en emotie in plaats van een strak en technisch Duits rij-ijzer? Overduidelijk check. Alfa is op de weg terug. Het merk belooft bovendien de 'fout' van de 8C niet te herhalen. "Dat was een prachtige auto, maar we hebben gefaald er een vervolg aan te geven. Dit keer hebben we geen auto voor het musuem gemaakt, maar een model dat je koopt voor de prijs van een gebruikte 911. Bovendien gaan we hier absoluut WEL navolging aan geven." Dat klinkt goed, of niet dan?
Lees de volledige rij-impressie van de Alfa 4C in AutoWeek 39 die 25 september verschijnt.