Vrimibolide: Jaguar XJR-15
Vrijdag, tijd voor de vrimibo. Bitterballen erbij, blokjes kaas, drankje in de hand en praten met collega's over auto's. Zo ga je nog lekkerder het weekend in. Om je daarbij te helpen, presenteren we elke vrijdagmiddag de VriMiBolide, de auto die de tongen moet losmaken tijdens de vrijdagmiddagborrel. Deze week: de Jaguar XJR-15.
De Jaguar XJ220 geldt voor veel mensen als de enige supercar die het merk ooit gemaakt heeft, maar eigenlijk klopt dat niet helemaal. Al vóór de XJ220 had het merk namelijk een heuse volbloed in het gamma: de XJR-15.
De XJR-15 vloeide feitelijk voort uit het succes van een andere Jag, de XJR-9. Die deed het uitstekend op de internationale circuits, dus werd in 1988 het idee om een straatversie van die auto te bouwen met open armen ontvangen door Jaguar-adepten.
Peter Stevens zorgde voor het ontwerp van de XJR-15. Stevens maakte later naam als de ontwerper van de McLaren F1 en diverse MG's. De XJR-15 werd met een lengte van 4,80 meter een behoorlijke lel van een auto. Het was de eerste straatauto die geheel van koolstofvezel en kevlar was gebouwd.
Uiteraard kon de raceauto niet zo de straat op worden gerold. Jaguar voerde toch wat aanpassingen door om de volbloed enigszins te temmen. De belangrijkste wijzigingen vonden we in de cockpit: deze is 75 mm breder dan die van de raceauto en bovendien is het dak van de XJR-15 40 mm hoger geplaatst.
Onder de kap lag een 6,0-liter V12 met een vermogen van 450 pk. Schakelen ging met een handbak met zes verzetten. Door het lage gewicht van 1.050 kg was dit genoeg voor een sprint van 0 tot 100 km/h in 3,9 seconden. De topsnelheid was 307 km/h.
Op zich best leuk, maar de echte liefhebber ging voor de XJR-15 LM (openingsfoto). Die had een op het blok uit de XJR-9 gebaseerde 7,4-liter V12 onder de kap, goed voor 'meer dan 700 pk'. Deze zeer zeldzame versie is te onderscheiden door een achterspoiler en een luchthapper boven de cockpit.
Van die LM zouden ongeveer vijf exemplaren zijn gebouwd, allemaal bestemd voor Japan. Wat deze exoten hebben gekost, is onbekend. Van de gewone XJR-15 zijn ongeveer 50 exemplaren gebouwd. Die kostten in 1990 al ongeveer 1 miljoen dollar, evenveel als een McLaren F1 een paar jaar later kostte ...
In 1992 stopte de productie, maar Jaguar ging meteen door met de productie van de XJ220. Die heeft echter lang niet zo veel racegenen als de XJR-15. Op een derde Jaguar supercar zitten we nog steeds te wachten, en na het stopzetten van het C-X75-project een tijdje terug is het de vraag of we ooit nog een super-Jag zullen zien.
Bekijk hier een video van de XJR-15 in een stokoude aflevering van Top Gear. Zelfs Tiff Needell heeft z'n handen vol aan het Engelse beest!
Video
Helaas kunnen wij deze video niet weergeven, omdat je niet akkoord bent gegaan met de
cookie voorwaarden.
Onze video speler heeft rechten nodig voor de "Social Media".
Wijzig je cookie instellingen