Toen je nog betaalbaar uit je dak kon gaan: bijzondere daken uit de nineties en zero's

Lamellendaken, cabrio’s met schuifdak en toffe targa’s

Renault Twingo

Betaalbare cabrio’s zijn er niet meer. Sterker nog, inmiddels mag je van geluk spreken als een autodak überhaupt open kan. De meeste panoramadaken geven immers wel licht, maar geen lucht. In de jaren 90 en in het decennium erna was dat anders: autofabrikanten bedachten de opvallendste constructies waarmee je lekker kon uitwaaien. 

Dat je voor een bijzonder dak geen topmodel hoefde te rijden, bewees bijvoorbeeld Renault. Zou de Twingo bijvoorbeeld zo iconisch zijn geworden zonder zijn handbediende stoffen schuifdak? De constructie bleek zelfs zo’n hit dat het systeem regelmatig in klassiekers als de Citroën DS is gezet. Laat de puristen het maar niet horen. Het geeft wel aan dat dit dak een schot in de roos was. 

De guitige eerste Renault Twingo met zijn originele dak.

Lamellendaken 

In een iets hoger segment experimenteerden Mercedes-Benz en Fiat met ‘Sky windows’, glazen lamellendaken. Deze bieden gesloten een panorama-ervaring die ook achterpassagiers in het zonnetje zet. Zijn de vier lamellen eenmaal naar achteren geschoven, dan is het uitwaaien geblazen. Lamellendaken bieden veel meer ‘open lucht’ dan gewone schuif-kanteldaken en zijn in dat opzicht vergelijkbaar met het doek van Renault. Wel zorgen ze gesloten voor meer rust op snelwegtempo, wat ze een belangrijk voordeel is. 

Schuifdaken bij cabrio’s 

Wat heb je aan een schuifdak als je al een volledig open koets hebt? Wie heeft daarom gevraagd? Dat antwoord moeten we je schuldig blijven. Feit blijft dat er een paar fabrikanten opstonden die dit een goed idee leek. Zo is er de Volkswagen Eos, waarbij niet alleen het hele dak, maar ook het voorste deel van het dak konden worden geopend. En dan niet alleen lafjes kantelend, nee, ook echt open. Misschien nog wel eigenzinniger is de constructie die Mini toepaste bij de Cabrio. Die biedt de mogelijkheid om alleen het voorste deel van de stoffen cabriokap naar achteren te schuiven, zodat er een opening ter grootte van een fors schuifdak ontstaat.  

Het landaulet-busje 

Opzienbarend hè, dat degelijke Duitsers zo buiten de lijntjes kunnen kleuren. ‘Hold my wine’, dacht Renault in 2009. De koddige Kangoo Be-Bop doet al die creatieve Duitse oplossingen vergeten. Dit koddige busje heeft niet alleen twee uitneembare dakpanelen boven de voorste inzittenden, ook de achterzijde van het dak kan open, waardoor er een soort landaulet ontstaat. Hoe het werkt? De achterruit zinkt in de zijwaarts openende achterklep terwijl de bovenste dakrand, inclusief de glazen dakplaat, naar voren schuift. Geweldig bedacht en ronduit uniek. Daarnaast kunnen we ons voorstellen dat je met zo’n Be-Bop écht je honds favoriete mens bent. 

Pluriel, de alles-auto 

Is het een cabrio? Is het een hatchback? Is het een pick-up? Ja! De Citroën C3 Pluriel is alles wat je kunt willen en meer. Niet voor niets betekent de naam van deze drie-in-een ‘meervoud’. Het stoffen schuifdak, dat in eerste instantie lijkt op dat van de Twingo, gaat veel verder dan bij welk merk dan ook. Natuurlijk kun je het gewoon elektrisch openschuiven tot net voor de achterruit. Dan zit je er al lekker fris bij. Niet ver genoeg? Het dak schuift desgewenst over die ruit, zodat ook achterpassagiers echt goed naar wolkenkrabbers kunnen staren. Door de achterruit zie je dan niets meer, maar dat mag de pret niet drukken. What’s behind you is not important. 

Nog leuker wordt het wanneer je de combinatie van dak en achterruit via een ingenieus systeem onder in de kofferbak slingert. Nu heb je een zo goed als echte cabrio, met alleen nog een paar fier overeind staande dakbogen. Deze dingen, die zo’n twaalf kilogram per stuk wegen, moet je achterlaten als je volledig dakloos met passagiers op pad wilt. Rijd je alleen, dan kun je ze net inpassen, maar in de praktijk laten de meeste Pluristi de bogen lekker zitten. Zie je een Pluriel zonder dakbogen rijden, dan verdienen de inzittenden zonder meer een duimpje. 

Twee toffe targa’s 

Goed, tijd om weer normaal te doen. Nou, goed, een beetje dan. De auto die we nu behandelen, is namelijk best een vreemde eend, zonder een 2CV te zijn. Het is de piepkleine Suzuki Cappuccino, die nooit officieel in ons land is geleverd. Ondanks zijn bescheiden formaat wisten de Japanners hem uit te rusten met een ingenieuze dakconstructie die uit niet minder dan vier delen bestaat. Verwijder je de twee buitenste dakpanelen, dan blijft er een ‘T-top’ over. Bij veel Amerikaanse auto’s is deze staat ook het eindresultaat, niet bij Suzuki. Ook de middelste balk is uitneembaar, waarna je de resterende dakstijl inclusief achterruit naar beneden kunt laten zakken. Welkom, volwaardige roadster! 

Even later bracht ook Qvale een dergelijk systeem op de markt. Zijn Mangusta, eigenlijk een DeTomaso Biguà, is voorzien van ‘Rototop’, waarvan het achterste gedeelte op dezelfde manier als bij Suzuki in de koets verdwijnt. In tegenstelling tot Suzuki komt Qvale wel weg met een enkel dakpaneel. Er is simpelweg meer ruimte in de koets om dit op te kunnen bergen. 

Sjouwen met dakplaten? Waarom zou je 

Dat opbergen vond Honda wat veel moeite. Daarom had de derde generatie CRX, bekend als CRX Del Sol, er een geautomatiseerde oplossing voor. Wanneer je op de optielijst de ‘TransTop’ aanvinkte, nam de Honda je letterlijk al het werk uit handen. Wil je in del sol zitten, dan komt de achterklep omhoog, waarna de dakplaat daar volautomatisch in wordt getild, over de achterruit heen. Een constructie die geen enkele andere fabrikant ooit heeft toegepast. 

Vermoedelijk hebben we de interessantste daken in dit artikel wel benoemd. Wat is jouw favoriet, of is er een volgens jou nog inventievere constructie? We horen het graag! 

 

Lezersreacties (53)

Reageren

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.