Tegen de stroom in: Nash Metropolitan - De Vluchtstrook

Klein maar fijn?

Nash Metropolitan De Vluchtstrook

Groot, groter, grootst: dat leek het mantra van Amerikaanse autofabrikanten in de vorige eeuw. Hoe groter, hoe beter, en daarom verscheen de ene sloep na de andere op de markt. De Nash Motor Company dacht medio jaren 50 dat het ook anders kon en bracht een compacte auto op de markt.

Toegegeven, Nash Motors, dat in 1916 werd opgericht door voormalig GM-directeur Charles W. Nash, deed ook vrolijk mee met die trend. Op een gegeven moment kwam men in de bestuurskamer van Nash op het idee om ook eens naar de onderkant van de markt te kijken. Het management wilde een tweede compacte auto voor binnen de familie in het leven roepen, om bijvoorbeeld de boodschappen mee te doen of mee naar het station te rijden om de trein te pakken. Het studiemodel Nash Experimental International (NXI) vormde de basis voor de Nash Metropolitan, die uiteindelijk eind 1953 in productie ging.

Nash Metropolitan De Vluchtstrook

Nash Metropolitan

Met zijn ronde vormen is de Metropolitan duidelijk een product uit de jaren 50. Waarmee hij vooral opvalt is de positionering van de wielen. De spoorbreedte is veel smaller dan de totale breedte van de auto, die 1,56 meter bedraagt. Daardoor lijken de wielen meer onder de carrosserie te zitten. Om toch nog wat van de wielen zichtbaar te maken, zitten er kleine uitsparingen die door moeten gaan voor wielkasten. De Metropolitan is 3,79 meter lang, ongeveer 20 centimeter korter dan een Volkswagen Kever. Hij kwam op de markt in twee varianten: een hardtop en een cabriolet. De uitvoering met hardtop weegt 828 kilo, terwijl de cabriolet 810 kilo in de schaal legt.

In tegenstelling tot de Kever had de Metropolitan een meer conventionele layout: een viercilindermotor voorin en achterwielaandrijving. In eerste instantie bedroeg de cilinderinhoud van de motor, die afkomstig was van het Britse Austin, 1,2 liter. In 1955 kwam de Metropolitan Series III op de markt met een krachtigere 1.5 viercilinder. Een strepentrekker werd de Metropolitan met maximaal 55 pk nooit.

Nash Metropolitan De Vluchtstrook

Nash Metropolitan

Binnenin is de Metropolitan vooral minimalistisch. Recht voor de bestuurder zit een ronde snelheidsmeter en de schakelpook voor de drietraps handbak zit aan de stuurkolom. De bestuurder en passagier konden voorin knus naast elkaar zitten, want de Metropolitan kende geen separate zittingen. Elektrische ruitenwissers, een sigarettenaansteker en kaartverlichting waren standaard op de Metropolitan. Voor radio en verwarming moest je dan wel weer bijbetalen. Een opmerkelijk feitje is dat het waarschijnlijk niet eens mogelijk was om deze attributen weg te laten, aangezien alle Metropolitans de fabriek verlieten met de verwarming en radio aan boord.

Europese roots

De keuze voor een motor van Austin kwam niet geheel uit de lucht vallen. De Metropolitan werd namelijk in Engeland gebouwd door carrosseriebouwer Fisher & Ludlow en de Austin Motor Company. Austin had de benodigde techniek namelijk al in huis en op deze manier hoefde Nash veel minder te investeren in het opzetten van het productieproces. Nash verkocht de Metropolitan wel gewoon via het eigen dealernetwerk in Amerika. Omdat Nash kort voor de lancering van de Metropolitan fuseerde met de Hudson Motor Car Company in de American Motors Corporation, werd het autootje vanaf halverwege 1954 ook verkocht als Hudson Metropolitan, die alleen te herkennen was aan andere emblemen. Vanaf 1957 verdwenen de merknamen Nash en Hudson en ging hij simpelweg als Metropolitan door het leven.

Nash Metropolitan De Vluchtstrook

De nooit geleverde stationuitvoering van de Nash Metropolitan.

Uiteindelijk kwam de Metropolitan op de markt in vier verschillende 'series', met minimale uiterlijke verschillen. Ondanks het feit dat de Metropolitan vanaf het begin in Engeland werd geproduceerd, werd de auto in eerste instantie niet in Europa geleverd. Pas vanaf de Series III verkreeg Austin de rechten om de Metropolitan ook in het Verenigd Koninkrijk te verkopen. Daar werd de Metropolitan geen groot succes: naar verluidt zijn er slechts 1.200 exemplaren van verkocht. De wereldwijde productie bedraagt 95.000 exemplaren. Niet bijzonder veel, maar de Metropolitan was beslist geen flop. Ook beroemdheden reden ermee: Prinses Margaret, Elvis Presley, Phil Collins en Paul Newman hadden een Metropolitan.

Uiteindelijk viel in 1962 het doek voor de Metropolitan. De concurrentie vanuit de 'Big Three' uit Detroit noopte AMC ertoe om de productie te beëindigen. Maar ook binnen AMC vond er kannibalisme plaats: de Rambler American snoepte een aanzienlijk deel van de verkopen weg. De hierboven afgebeelde stationwagon stond in de planning, maar werd nooit meer geleverd. De Metropolitan zwom echter niet onsuccesvol tegen de stroom in en liet zien dat de Amerikanen echt wel in waren voor een kleinere auto.

Lezersreacties (9)

Reageren

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.