Spektakelbaan Max op het lijf geschreven - Vooruitblik GP van Saudi-Arabië
Zo, de kop is eraf. Als komende races net zo spectaculair worden als de ouverture in Bahrein, dan kunnen we ons opmaken voor een prachtig seizoen. Het Formule 1-circus is inmiddels neergestreken in Jeddah, waar dit weekeinde de Grand Prix van Saudi-Arabië wordt verreden. En dat is een ultrasnel circuit waar het gevaar om elke hoek ligt. Max heeft wat goed te maken, dus riemen vast!
Het circuit: megalomane hogesnelheidstempel
Zoals er geregeld discussie oplaait over het aanstaande WK voetbal in Qatar, kun je ook je vraagtekens zetten bij een F1-race in Saudi-Arabië, een land waar men het niet altijd even nauw neemt met de mensenrechten. Niettemin is het Grand Prix-circus zonder blikken of blozen voor de tweede keer neergestreken in Jeddah. Tsja, geld regeert in de snelle wereld van de Formule 1, dat is niks nieuws. De Saudische oliegigant Aramco - naar verluidt recent nog het doelwit van een raketaanval - is een belangrijke financiële partner van het Formula One Management. En de organisatie van de race in Jeddah - lees: kroonprins Mohammed bin Salman - doet daar een flinke zak dollars bovenop. Het past in het pr-offensief van het land, dat sportevenementen gebruikt om het wankele imago op te poetsen.
Dat laatste kun je ook letterlijk nemen als het gaat om het Jeddah Corniche Circuit, een semi-stratenparcours aan de oevers van de Rode Zee. Het werd vorig jaar in no-time uit de grond gestampt en wanneer de 627 lampen aan gaan voor de avondrace, ziet het complex er gelikt uit. De razendsnelle baan kronkelt om een kunstmatig meer, op de achtergrond fonkelen de woon- en kantoortorens en waken er drie moskeeën. Uiteraard is er een ultraluxe koninklijke lodge. Toppunt van decadentie zijn de haaien die in de vijver bij de paddock zwemmen.
Dé bocht: crashgevaar in Turn 22
Snel, sneller, snelst; dat was de opdracht aan circuitontwerper Hermann Tilke. Bin Salman en de zijnen wilden graag pronken met het affiche van ’s werelds snelste stratencircuit, en dat is gelukt. Tijdens de kwalificatie van vorig jaar raffelde Lewis Hamilton het 6,174 kilometer lange asfaltlint af in 1.27,511, bijna 254 km/h gemiddeld. Alleen in Monza gaat het harder.
De waanzinnige snelheden zijn het gevolg van het feit dat de meeste van de 27 bochten elkaar vloeiend opvolgen en een aanzienlijk deel ervan vol gas is. Uitdagend voor de coureurs, maar met de dichtbij staande muren best gevaarlijk, zo luidde vorig jaar de kritiek. Voor editie 2022 is de afbakening op sommige punten dan ook aangepast. Niettemin blijft het spannend. Met name in bocht 22, een razendsnelle links-rechtscombinatie waarin de auto net even wat meer stuurinput nodig heeft dan op andere punten. De abrupte richtingswisseling die daarop volgt kan voor de nodige onbalans zorgen, zo bewezen de harde klappers van Charles Leclerc (vrije training) en Mick Schumacher (race). Voor een goede rondetijd zijn trouwens ook 13 en 27 essentieel, de 180-gradenbochten aan beide uiteinden van het circuit. Met een goede exit kun je veel tijd winnen op de lange stukken die erna volgen.
Cockpit view: blind vertrouwen
Blind, blinder, blindst; met bochten die elkaar in hoog tempo opvolgen en muren direct langs de baan, is het zicht vanuit de cockpit zeer beperkt. Zeker met de vinnen die sinds dit seizoen om de (grotere) voorwielen zitten. Stel je een kronkelige, smalle landweg voor met links en rechts dichte bomenrijen; de gemiddelde automobilist zal het op dat soort terrein vanzelf een beetje rustig aan doen - je ziet immers niet wat er om de hoek gebeurt. In Jeddah daarentegen houden de Formule 1-mannen de rechtervoet zo veel als kan naar beneden. Je moet als rijder blind vertrouwen op de gele vlag-/lichtsignalen die je waarschuwen voor een gevaarlijke situatie, plus op de aanvullende informatie die je van je race-engineer over de radio krijgt. Evengoed is het vaak moeilijk in te schatten of er om de bocht een auto stilstaat op een relatief veilige plek, of dat er een paar zijn gecrasht en midden op de baan staan. Nog gevaarlijker wordt het als je in gevecht bent met een paar anderen en de ene een benarde situatie eerder opmerkt dan de ander. In 2021 leidde dat na de eerste herstart tot een kettingreactie waarbij Leclerc, Pérez, Mazepin en Russell op elkaar botsten.
De Max-factor: tot op de millimeter
Max Verstappens vermogen om de ideale lijn tot op de millimeter nauwkeurig te rijden, komt hem in Jeddah goed van pas. Let maar eens op: waar sommigen in de eerste vrije training nog gepast respect hebben voor de muren, zie je Max er meteen strak langs sturen. Er zijn mensen die dat zien als onnodig risico nemen, voor Verstappen is het echter simpelweg een tweede natuur. Het voordeel is dat hij hierdoor sneller in de flow van het circuit komt dan iemand die pas in de kwalificatie zijn lijnen gaat maximaliseren.
Daarnaast spelen Verstappens inhaalreflexen hem in Saudie-Arabië in de kaart, want buiten de DRS-zones moet je op het Corniche Circuit van goeden huize komen om iemand te verschalken. Het leidde in 2021 tot een titanenstrijd met Lewis Hamilton, tot stuivertje wisselen met acties die soms niet op, maar óver het randje waren. De reputatie die Verstappen inmiddels heeft, zorgt ervoor dat zijn collega’s extra waakzaam zijn als ze de Red Bull met startnummer 1 in de spiegels zien. Ze beseffen dat als hij een passeeractie inzet, je maar beter een beetje ruimte kunt geven.
Facts & figures
Jeddah Corniche Circuit
Lengte: 6,174 km
Aantal ronden: 50 (308,45 km)
Ronderecord: 1.30,734 (2021, Lewis Hamilton)
Tijdschema (Nederlandse tijden)
vrijdag 25 maart
Vrije training 1: 15.00 – 16.00 uur
Vrije training 2: 18.00 – 19.00 uur
Zaterdag 26 maart
Vrije training 3: 15.00 – 16.00 uur
Kwalificatie: 18.00 – 19.00 uur
Zondag 27 maart
Race: 18.00 – 22.00 uur

Sandor van Es
Columnist/schrijver
Van je hobby je beroep maken, dat is zeker van toepassing op Sandor van Es. Als zoon van een kartliefhebber werd hij al op jonge leeftijd besmet met het autosportvirus. Aan de hand van zijn vader toog Sandor al begin jaren 80 al naar Zandvoort en Zolder om de Formule 1 te bezoeken. Op zijn tiende verjaardag kreeg hij zijn eerste kart. De insteek was om samen met pa op zaterdagmiddag wat rondjes te draaien op thuisbaan Eefde, maar dat ontaardde al snel in het rijden van wedstrijden, in Nederland en daarbuiten. Na het winnen van diverse kampioenschappen volgde in 1994 de overstap naar de autosport, waar de erelijst werd uitgebreid met titels in de Formule Renault, het Dutch Touring Car Championship, de Alfa 147 GTA Challenge en de Benelux Racing League. Parallel aan zijn raceactiviteiten begon Sandor eind jaren 90 met schrijven voor AutoWeek. Tot de dag van vandaag benut hij zijn circuitervaring voor het testen van met name snelle en sportieve auto’s. Met hetzelfde plezier stapt hij trouwens ook in een Fiat Panda of een roestige klassieker; alles met wielen en een stuur heeft immers een verhaal. Daarnaast beheerde Sandor bij AutoWeek de sportrubriek. Toen de kans zich voordeed om als chef- en later hoofdredacteur bij FORMULE1 magazine aan de slag te gaan, kon hij deze niet laten gaan. Zo heeft hij de sport jarenlang van binnenuit kunnen volgen. Als kenner én liefhebber.