Snel duo, verwarrende naam: Mini John Cooper Works Electric en Aceman

Ben je helemaal gewend aan het feit dat de driedeurs Mini voor het eerst officieel ‘Cooper’ als modelnaam heeft? Dat kan meteen weer overboord, want de snelste versie heet Mini John Cooper Works Electric. Ergens is het natuurlijk wel logisch dat Mini ‘m niet ‘Mini Cooper John Cooper Works’ noemt, maar het blijft kennelijk lastig om tot overzichtelijke namen te komen. De Mini JCW Electric komt niet alleen, maar verschijnt meteen met de Mini John Cooper Works Aceman op het toneel. Die is overigens precies net zo ‘Electric’, maar dus ook heel ‘Aceman’.

In beide gevallen gaat het om sportieve topveries die je op AutoWeek.nl al eens hebt kunnen zien. We konden je vorige maand niet alleen het uiterlijk van de sportievelingen tonen, maar deden ook al een gooi naar een motorvermogen van 258 pk. Dat blijkt te kloppen, zowel voor de driedeurs Electric als de vijfdeurs Aceman. Daarmee zijn ze duidelijk krachtiger dan de reguliere SE-versies, die over 218 pk beschikken. Het kleinere model sprint daarmee in 5,9 tellen van 0 naar 100 (Cooper SE: 6,7), de Aceman JCW doet er 6,4 tellen over (SE 7,1). Een aangepast onderstel is ook present en moet de JCW’s nog wat wendbaarder maken dan deze auto’s van huis uit al zijn. Extra krachtige remmen dragen ook bij aan een passende rijbeleving, en de veiligheid uiteraard.

Het accupakket van bruto 54,2 kWh (netto 49,2 kWh) wordt gedeeld met de reguliere SE-versies. In een Aceman SE levert dat een bereik op van maximaal 405 kilometer, in de John Cooper Works Aceman blijft het bij 355 kilometer. De kleinere driedeurs komt logischerwijs iets verder: 371 kilometer. Snelladen gaat ongetwijfeld ook hier met maximaal 95 kW.

Om verwarring te voorkomen: de Cooper en de Aceman waren er al in een John Cooper Works-uitvoering, maar die behelst louter uiterlijkheden. Het is zelfs mogelijk om een reguliere, 184 pk sterke Cooper als JCW uit te voeren, maar dat maakt hem nog niet tot een echte Mini John Cooper Works Electric. Aan de buitenkant overigens bijna wel, want je moet van goeden huize komen om het verschil te zien tussen de JCW-uitvoering en de JCW-versie. Het zit ‘m vooral in de wielen en typeplaatjes, plus de grote sticker rondom de achterste kentekenplaat van de driedeurs. Een sportief interieur in rood en zwart maakt het sfeertje compleet.

Dit is geen echte John Cooper Works, maar een reguliere Cooper in JCW-uitvoering. Zoek de verschillen!