Ralph had van geld dat hij in zijn Opels Manta stak een Porsche 911 kunnen kopen

Niet meer origineel

Opel Manta

Met al het geld dat hij in zijn twee Opel Manta’s stak, had Ralph Meijs waarschijnlijk makkelijk een Porsche 911 kunnen kopen. Maar dat deed hij niet, want een 911 is geen Manta. Ralphs Manta’s horen bij zijn leven en bij zijn familie. Ze zijn ronduit onbetaalbaar.

“Alles gaat vooruit, iedereen wordt ouder, maar een auto blijft hetzelfde. Dat maakt mijn Manta’s voor mij zo mooi”. Ralph Meijs (44) zit achter het stuur van zijn goudkleurige Opel Manta uit 1983, en voelt zich weer even 18. Deze Manta was zijn eerste auto. Zijn andere Manta, een grijze uit 1986, was jarenlang van zijn moeder, Tiny. Die kijkt nog regelmatig met verbazing hoe haar zoon de oude Manta koestert. Ralphs vader Roger (71) is veel meer liefhebber dan zijn vrouw, en helpt zijn zoon om de Manta’s in topconditie te houden. Als de familie Meijs waardevolle familiestukken heeft, dan zijn het deze twee oude Opels.

Allebei begonnen ze hun leven met 90 pk sterke 1.8. Nu hebben ze een veelvoud aan pk's dankzij de 2.0 16V en de 3.0 24V, krachtige multikleppers uit andere snelle Opels.

Twee generaties besmet met Manta-virus

Twee generaties van de familie Meijs zijn dus besmet met het Manta-virus, maar de derde generatie staat al te trappelen. Ralphs dochter Femke (9) vindt de gouden Manta prachtig, en geeft nu al te kennen dat ze die later graag wil hebben. Haar broertje Ruben (11) trekt juist naar de grijze Manta toe. Ralph pusht zijn kroost niet en laat de tijd haar werk doen: “Het is geen must. Ze zijn nu nog jong, ze moeten het straks zélf willen.” Maar dat zijn kinderen al op jonge leeftijd een band met de twee Manta’s hebben, maakt Ralph heus wel trots. Het zat er ook wel een beetje aan te komen, vertelt hij: “Vroeger sliep Ruben slecht. Als ik met hem ging rijden in de Manta, dan viel hij al na een paar kilometer in slaap. Vaak was hij dan kwaad als hij wakker werd, omdat hij het zo leuk vond om te rijden dat ‘ie het jammer vond dat hij in slaap was gevallen. Nu hij wat ouder is, vindt hij rijden nog steeds mooi, maar helpen sleutelen vindt hij ook gaaf!”

Zoon Ruben achter het stuur van de Opel Manta.

Vader Roger had en heeft fantastische auto's

Omdat Roger Meijs zelf nogal van auto’s houdt, is het niet raar dat Ralph die liefde van zijn vader overnam. Als Roger zijn autoverleden opsomt, komen er grote namen voorbij. “Ik heb een paar MG’s gehad, twee Corvettes – een C3 en een C4 - een BMW Z3, een Z4, een 645 Cabrio met V8, een 850i met V12 en nu rij ik een Jaguar F-Pace. We hebben ook nog een Mercedes-Benz C-Klasse Cabriolet, daar rijdt mijn vrouw vooral in.” Met zoveel moois op de ouderlijke oprit kon het niet anders dan dat Ralph de liefhebberij van zijn vader zou overnemen. Toch ziet hij een duidelijk verschil met zijn vader: “Mijn vader raakt redelijk snel uitgekeken op een auto. Dat heb ik dus helemaal niet. Ik heb iets met oude spullen en ik vond de jaren 80 gewoon een ontzettend gave tijd. Veel jongens in het dorp reden in die tijd met een Manta. De vader van een vriendje had een goudkleurige GSi. Onder jongeren ging de Manta over de tong, en ik vond hem ook heel stoer. Dus ja, toen ik mijn rijbewijs haalde wist ik allang wat ik wilde.”

Nog maar 15 toen hij zijn eerste Manta kocht

Nog maar 15 jaar oud was Ralph toen hij zijn felbegeerde Manta kocht. “We zouden ‘m in orde maken zodat ik kon rijden zodra ik mijn rijbewijs had. Zo ging het ook. Op de dag dat ik slaagde, haalde ik de Manta uit de stalling. Mijn eerste rit ging dwars door de spits terug naar Maastricht.” In 1995 kocht Ralphs moeder Tiny ook een Manta, van negen jaar oud maar met nog maar 43.000 kilometer op de teller. Die Manta belandde in de stalling, als klusproject van Roger. “Daarna heb ik ook mijn Manta aan de kant gezet, want ik vond hem zo mooi dat ik het zonde vond om er elke dag mee te rijden. Ik kreeg van mijn toenmalige schoonouders een Ascona als dagelijkse auto. De Manta werd meer een hobby auto, maar ik ben er altijd aan blijven hangen.”

De legendarische C20xe, een van de beste motoren die Opel ooit heeft gebouwd.

In één keer 156 pk: de 16V zonder kat

Samen vertroedelden vader en zoon Meijs in de daaropvolgende jaren hun Manta’s. Vaak op het erf van opa en oma waar ook twee neven van Ralph regelmatig al sleutelend te vinden waren. Uiteindelijk zou Ralph de grijze Manta van zijn ouders overnemen en, met de hulp van Roger en een kennis onder het motto dat het altijd een stukje beter, en altijd een beetje sneller kan. Origineel zijn de Manta’s dus al lang niet meer, maar ze zijn wel helemaal zoals Ralph ze graag hebben wil. De gouden Manta was origineel een GT/J, met onder de motorkap de 90 pk sterke 1.8 liter viercilinder. In de afgelopen jaren maakte Ralph een GT/E van zijn Manta: “Er ligt een tweeliter zestienklepper in, de C20xe uit de Kadett GSi en de Calibra. Daarmee heb je ineens 156 pk, in plaats van de voor de GT/E originele 110. Die motor past er zo goed in dat liefhebbers vinden dat Opel de GT/E eigenlijk gewoon met die zestienklepper had moeten uitbrengen. Na wat aanpassingen zit ik inmiddels op 181 pk. En mijn auto heeft trouwens ook geen getint glas, maar verder klopt hij helemaal”, zegt hij.

Kloppen, dat betekent voor Ralph niet alleen dat alle juiste onderdelen aan boord zijn, maar tevens dat de details net wat mooier zijn en net wat feller blinken dan je zou verwachten. “Binnen de Mantaclub heb ik het imago dat ik nogal ver ga”, zegt hij, “Misschien hebben ze wel gelijk.”

Grijze begon als GT maar heeft nu een 3.0i 24V

De grijze Manta is een mooi voorbeeld van dat kennelijk welverdiende imago. Ook die begon zijn leven als GT, maar heeft inmiddels een 3.0 liter zescilinder onder kap. De 3.0i 24V uit de Omega 3000 24V en de Senator 3.0i 24V. “Er doen wilde verhalen de ronde over het weggedrag van een Manta, als je er een zescilinder inlegt”, zegt Ralph, “dat het lastig zou worden om zo’n motor in te bouwen wist ik wel, en dat het niet in één keer zou lukken wist ik ook. Maar ik vind het gewoon leuk om dingen aan te passen, en ze helemaal werkend te krijgen.” Geduld is daarbij een schone zaak, want het duurde ruim zes maanden voor “project zescilinder” was voltooid. “De hele carrosserie moet van de vooras worden getild om de motor eruit te halen”, zegt Ralph, “het is nogal krapjes met die lange zescilinder voorin. Zul je altijd zien: de krukaskeerring lekte en bleef lekken, dus dat hele proces heb ik een paar keer moeten herhalen. Verder is dat zescilinderblok zo zwaar dat de hele vooras als een plumpudding in elkaar zakt. Dat heb ik opgelost door custom schokdempers van GAZ en veren van een Mercedes W123 diesel te monteren. Nu rijdt hij perfect. Het duurde alleen wel even voor ik dat allemaal had uitgedokterd. En toen wilde ik ook nog stuurbekrachtiging monteren. Dat werd de elektrische variant uit de Corsa. Trouwens, het koelsysteem bevat componenten van Volvo, en de achteras heeft een sperdifferentieel en schijfremmen van BMW en Volkswagen. Op de vooras zitten remmen van een Opel Senator. Het is dus van alles wat!”

'Altijd mensen die Maaskantje roepen'

Hoewel Ralph veruit de meeste kilometers maakt in zijn dagelijkse auto, een recente BMW 3-serie, denkt hij er niet over om afstand te doen van zijn Manta’s. “De toerritten en meetings van de Mantaclub zijn geweldig, je hebt zoveel aanspraak met deze auto’s. Sleutelen vind ik ook nog steeds leuk. En elk jaar, tijdens het eerste ritje na de winter, besef ik ineens weer hoe leuk het is om in zo’n Manta te rijden. Natuurlijk zijn altijd mensen die “Maaskantje!” roepen als ze je zien, maar daar moet je tegen kunnen. Gelukkig heb ik genoeg zelfspot om dat grappig te vinden.” De motivatie om de Manta’s te behouden wankelt gewoon nooit: “Zelfs niet als ik bedenk dat ik een Porsche 911 had kunnen kopen. Een 911 is leuk, maar het is géén Manta; er zijn echt wel leukere en betere auto’s gebouwd, maar mijn Manta’s hebben een historie, er zit een verhaal achter. Ik ken ze al meer dan mijn halve leven. En straks zijn ze voor mijn kinderen ook weer een heel tastbare jeugdherinnering. Het zijn meer dan auto’s. Mijn vrouw heeft er niet veel mee, die vraagt zich wel eens af wat ik met twee Manta’s moet. Soms dwalen mijn gedachten dan wel eens af, en zie ik voor me hoe ik ze verkoop en iemand anders er de straat mee uitrijdt. Dan krijg ik de rillingen. Daar moet ik echt niet aan denken.”

Lezersreacties (61)

Reageren

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.