Zo draaide je vroeger plaatjes in de auto - De Vluchtstrook

Eigen muziek voor onderweg

Platenspeler in auto De Vluchtstrook
Platenspeler in auto De VluchtstrookPlatenspeler in auto De VluchtstrookPlatenspeler in auto De VluchtstrookPlatenspeler in auto De VluchtstrookPlatenspeler in auto De VluchtstrookPlatenspeler in auto De Vluchtstrook

Even de telefoon via Bluetooth of een usb-aansluiting met de auto verbinden om je volledige catalogus aan eigen muziek door de speakers te laten galmen: tegenwoordig is het zelfs op de kleinste auto's een vanzelfsprekendheid. In een recent verleden had je daarvoor nog een hele berg cd's nodig. In al zijn omslachtigheid verbleekt dat grandioos bij de allereerste mogelijkheid om eigen muziek in de auto af te spelen: de platenspeler voor onderweg.

Eigen muziek onderweg afspelen was in de jaren vijftig simpelweg niet mogelijk. Je moest het doen met de klanken die op de ether te horen waren, als je überhaupt al een radio in je auto had. Destijds was de platenspeler de enige manier om eigen muziek te luisteren. Het was een kwestie van tijd voordat de platenspeler en de auto gecombineerd zouden gaan worden. In de jaren vijftig kwam Peter Goldmark, de directeur van platenfabrikant CBS Laboratories, op het idee om een platenspeler te ontwikkelen voor in de auto. Naar verluidt kwam hij op het idee doordat zijn zoontje vroeg of hij niet zelf wat kon opzetten op de radio voor onderweg.

De grootste uitdaging voor een platenspeler in de auto was het formaat. Een 12-inch lp met 33 toeren is namelijk vrij onhandelbaar voor in de auto. 7-inch is qua formaat beter, maar een plaatje van 45 toeren kan maar één liedje per kant afspelen, waardoor je óf de hele rit naar hetzelfde nummer zit te luisteren, óf constant de plaatjes om zit te draaien. Dat is, los van het feit dat het heel irritant is, op het vlak van verkeersveiligheid natuurlijk niet heel verantwoord. Goldmark stapte af van deze twee typen plaatjes en kwam op de proppen met een nieuwe oplossing. Hij verkleinde de afstand tussen de groeven tot een derde van de ruimte op een reguliere langspeelplaat. Ook vertraagde hij de snelheid van de platenspeler tot 16 2/3 toeren. Door deze slimmigheden kon een plaatje van 7-inch evenveel muziek bevatten als een grote 12-inch plaat: 'ideaal' voor in de auto.

Chrysler

Goldmark gebruikte zijn eigen Chrysler als een testopstelling. Om ervoor te zorgen dat de plaat niet ging 'overslaan' bij hobbels in het wegdek, was het omhulsel van de platenspeler afzonderlijk geveerd en drukte de naald harder op de plaat. De platenspeler was weggewerkt in het dashboard en kwam met een druk op de knop naar voren. Daarna testte Goldmark het systeem in andere auto's van onder meer het management van CBS alvorens hij ermee naar Chrysler stapte. CBS zelf zag geen markt voor het systeem, maar bij Chrysler was men onder de indruk. Zodoende vond de 'Highway Hi-Fi Phonograph' zijn weg naar de merken van de Chrysler Corporation: Plymouth, Dodge, De Soto, Imperial en Chrysler. Een advertentie voor het systeem is te zien op foto 5.

Platenspeler in auto De Vluchtstrook

Een plaatje verwisselen. Bron: The Art of Sound.

Chrysler leverde de platenspeler van 1956 tot 1958 als optie van $200. Vandaag de dag zou zich dat vertalen in een behoorlijke meerprijs van om en nabij de $1.800, omgerekend €1.560. Ondanks de ingenieuze vinding van Goldmark werd de platenspeler in de auto geen succes. Behalve dat hij behoorlijk duur was, bleek het systeem bij massaproductie minder goed te zijn dan tijdens de tests van Goldmark. Dat kwam vooral omdat de vering van de lager in de markt gepositioneerde Dodges en Plymouths niet zo goed was als die van de luxere Chryslers. Het leidde ertoe dat de platen oversloegen en in sommige gevallen zelfs kapot gingen. Daarnaast konden alleen de specifiek voor het systeem ontwikkelde platen erop worden gedraaid, wat betekende dat de keuze in muziek behoorlijk werd beperkt. Ook zou de marketing voor de verkoop van de extra platen behoorlijk tekort zijn geschoten.

Andere oplossingen

In Europa kwam Philips in 1958 op de markt met de 'Mignon', een automatische platenspeler voor auto's. In tegenstelling tot het systeem van Goldmark draaide de Mignon (foto 4) de reguliere 45-toeren plaatjes, wat dus betekende dat je vaak je muziek moest wisselen. Op een advertentie van de Mignon is te zien dat hij werd aangeboden voor 75 gulden. Uiteindelijk bleef de Mignon op de markt tot laat in de jaren 60. Chrysler liet ondanks de mislukking van de Highway Hi-Fi de platenspeler voor in de auto niet los en kwam in 1960 op de markt met de RCA Victor, die ook de 45-toerenplaatjes afspeelde. De Victor was in feite een platenwisselaar met ruimte voor 14 'singles'. Die kon je dan met een druk op de knop wisselen.

Uiteindelijk bleef de Mignon, ondanks zijn ongemakken, het langst op de markt. De belangrijkste reden daarvoor was dat de Mignon in veel meer autotypen gemonteerd kon worden, in tegenstelling tot de Highway Hi-Fi en de Victor. De komst van het cassettebandje in de jaren 60 maakte logischerwijs definitief een einde aan de platenspeler in de auto. De platenspeler neemt een eervolle plek in de geschiedenisboeken in, als de eerste manier waarop je muziek naar keuze kon luisteren in de auto.

Beelden: The Art of Sound, Dual-Board en Mcrfb.com

Lezersreacties (15)

Reageren

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.