Mini (2021) - Facelift Friday
Hangsnor
De modellen aan het hart van het Mini-gamma kregen begin dit jaar een voor Mini-begrippen vrij uitgebreide facelift. Inmiddels hebben we dan ook tijd gehad om aan het resultaat te wennen, als dat tenminste überhaupt lukt.
De Mini van de F56-generatie verscheen in 2013 en kreeg niet alleen gezelschap van een cabriolet, maar voor het eerst ook van een vijfdeursvariant. Veranderende (voetgangers-)veiligheidseisen en de noodzaak om te blijven vernieuwen bezorgden deze derde interpretatie van het aloude Mini-concept vanaf het begin wat vijanden, al zijn de meeste omstanders inmiddels wel gewend aan het wat hogere front met de ver naar voren uitstekende grille.
In 2018 werd deze modelfamilie voor het eerst tegen het licht gehouden en verschenen nieuw ingedeelde koplampen en de typische ‘Union Jack’-achterlichtunits. Deze auto is voor vandaag echter het vertrekpunt, want een echt serieuze facelift volgde pas dit jaar.
In januari kondigde Mini, op advies van de marketingafdeling keurig infases, een Mini met een nieuw front aan. De ronde koplampen moesten natuurlijk blijven en dus kan Mini alleen knutselen met de rest van de voorgevel. De voorbumper werd bij alle versies strakker getekend en er kwam meer ruimte voor rechte lijnen en scherpe hoeken in het verder zo afgeronde ontwerp.
Het meest in het oog springende element is echter de grille, die dankzij een druipsnor-achtig element nu ogenschijnlijk pas onderin de voorbumper eindigt. Alleen de sportievere benzineversies krijgen echter daadwerkelijk een hekwerk van dit formaat mee, want bij de reguliere Cooper (S)-varianten is binnen de opvallende omlijsting nog gewoon een paneel in carrosseriekleur geplaatst.
Dat geldt ook voor de elektrische Mini Cooper SE. Dat die auto überhaupt meedoet met deze vernieuwingsronde is opvallend, want de Mini bestond ten tijde van de facelift pas grofweg een jaar. Verzamelaars kunnen dus wellicht beter een originele elektrische Mini inslaan, want dat model zal altijd een zeldzaamheid blijven.