AutoWeek.nl heeft je steun nodig
We zien dat je een adblocker gebruikt. Dat vinden we jammer, want alleen dankzij advertenties kunnen we autoweek.nl gratis toegankelijk houden. We willen je vragen voor autoweek.nl een uitzondering te maken. Wil je jouw adblocker voor ons pauzeren? Zo werkt het

Interview Karim Habib, hoofd design van Kia

Van premium naar mainstream

Karim Habib Kia
AutoWeek 27 2020
AutoWeek 27 2020

Je leest het in AutoWeek 27 2020

Sinds vorig jaar september waait er een nieuwe wind op de tekenafdeling van Kia. De onder meer van BMW afkomstige Canadees-Libanees Karim Habib zet de lijnen uit voor de toekomstige modellen van het jonge Koreaanse merk. We spreken met hem over zijn plannen en drijfveren.

Van BMW via Infiniti naar Kia. Hoe dat zo?

“Sommige dingen in het leven gebeuren vanzelf. Voormalig Hyundai-designchef SangYup Lee en ik volgden dezelfde opleiding in Californië. Veel later kwamen we elkaar weer tegen in Japan en gingen we samen wat eten. Zo is het begonnen. Daarna ontmoette ik hier in Korea ook erg interessante mensen, onder wie Luc (Donckerwolke, red.), die onze firma helaas weer heeft verlaten. Ik kende hem niet goed, maar had veel bewondering voor hem en wat hij heeft gedaan voor Hyundai en Genesis. En ook voor onze vicevoorzitter Eiu-sun Chung, een fascinerend persoon vol ambitie en visie, die veel moed toont in de wijze waarop hij dit bedrijf wil omvormen. Dat alles maakte Kia een bedrijf waarvan ik dacht dat ik er een bijdrage aan kan leveren. Ik hou van die uitdagende houding en de drang om dingen te veranderen en te verbeteren. Tot dusverre ben ik daarin niet teleurgesteld, op wat voor manier dan ook.

Kia is een snel bewegend bedrijf en zeker voor een ontwerper is dat geweldig. Ik heb het geluk om binnen te komen op een moment dat de merkwaarden worden heroverwogen. Zo heeft Kia agressieve plannen richting elektrificatie, waar ik volledig achter sta en graag deel van uitmaak. Een verandering van de merkwaarden is daar onlosmakelijk aan verbonden. Daartoe werken we met klanten, marketing en sales nauw samen aan een design-identiteit die representatief is voor de technologische ommezwaai. Dat is ook de kern van mijn werk: innerlijke kwaliteiten door design naar de oppervlakte brengen.”

Je ging van premium naar mainstream.

“Ja, Kia is meer mainstream dan de merken waar ik eerder voor werkte, maar in de afgelopen pak hem beet vijftien jaar is de hele identiteit van Kia flink versterkt en verduidelijkt, vooral onder leiding van Peter Schreyer. Een merk definiëren is één van de interessantste uitdagingen. Als ontwerper vorm je niet alleen de modellen, maar ook het karakter van je merk, dat is fantastisch. Het vergt een andere manier van denken, dus op dat vlak moet ik nog veel leren. Dat maakt het zo mooi om voor Kia te werken: het steeds verder verbeteren en verfijnen van de merkidentiteit.”

Hyundai geeft dezelfde modellen heel andere gezichten voor andere markten en ook de segmenten onderling zijn heel eigen vormgegeven. Hoe zie jij dat? “Kia is kleiner dan Hyundai, één à anderhalf miljoen auto’s minder, en heeft bovendien een enigszins compacter modellenportfolio. Daarom is de behoefte aan bandbreedte minder groot bij Kia. Daarnaast heeft Kia een duidelijk merkimago: dynamiek en rijplezier. Wij willen dat elk van onze modellen dat uitstraalt. Zelfs in de toekomst, wanneer rijden semi-autonoom is, is het de bedoeling dat onze auto’s daar nog steeds een dynamisch sausje overheen doen. Dat vernauwt de bandbreedte wat en noopt ons ervoor te zorgen dat onze modellen een herkenbaar familiegezicht hebben, ongeacht segment of markt. Let wel, dat laat nog steeds veel ruimte over. Maar we willen wel dat elke Kia herkenbaar blijft als een Kia. Dat betekent dan weer niet dat we steeds hetzelfde koplampprofiel gebruiken, maar wel dezelfde geest. Precies dat geldt ook voor het onderscheid tussen elektrische en conventionele modellen. We ontwerpen de auto om de technologie heen, dus je zult verschillen zien, maar net zo duidelijk de overeenkomsten.”

In hoeverre wil je elektrische auto’s differentiëren van conventionele Kia’s?

“Elektrische auto’s zullen de kern van Kia gaan vormen. We zullen wel degelijk een zekere vorm van differentiatie gaan hanteren tussen EV’s en ICE’s, maar ik geloof niet dat het zo belangrijk is om twee Kia’s te ontwerpen. We moeten één Kia ontwerpen die op de toekomst is gericht, niet een old-schooldesign en een moderne vorm naast elkaar. Meerdere aandrijflijnen moeten hetzelfde uitdrukken. Ook onze modellen met verbrandingsmotor stoppen we vol met de beste technologie die we hebben. Wat dat betreft moeten ze ook geen andere waarden uitstralen. Maar wél andere technologieën, dus ook op het gebied van de interne architectuur. Een goed voorbeeld vind ik de leefbaarheid van het interieur.

Die kan bij een EV heel anders zijn dan in een conventionele auto. Bij uitstek auto’s die vanaf de basis als EV zijn bedoeld, kunnen een vlakke vloer hebben. Als je ziet waar ontwerpers dan mee op de proppen komen; het zijn meer leefruimtes dan autointerieurs. Dat zal wel echt een verandering teweegbrengen als we van brandstofmotoren naar elektrische auto’s gaan. Het ultieme doel dat wij willen bereiken, een moderne auto, zal hetzelfde blijven. De verschillen zullen meer zitten in details als luchtinlaten die een EV niet nodig heeft.”

Meestal zijn dat cross-overs ...

“Cross-overs en SUV’s maken vandaag de dag een belangrijk deel uit van het automobiele landschap; zij zetten de toon. Daarmee is het niet gezegd dat dat zo blijft, maar bepaalde aspecten ervan zullen zeker beklijven. Denk aan de hogere zitpositie en het inen uitstapgemak dat daarmee samengaat, plus het veiligheidsgevoel. Dat zijn voordelen die klanten niet bereid zullen zijn op te geven voordat we er iets anders tegenover kunnen stellen. Bovendien vragen dit soort auto’s om grote wielen. Hoe groter, hoe mooier, wat mij betreft. Daarom zullen deze koets types voorlopig nog belangrijk blijven. Verder hebben we accupakketten met een bepaalde dikte, die je het liefst onder de vloer verwerkt. Dat verhoogt de hele auto tien tot dertien centimeter. Verder levert dat een vlakke vloer op, wat het interieur heel flexibel en bewoonbaar maakt, een mooie ontwikkeling. Daardoor verandert bijvoorbeeld ook het design van de stoelen; denk aan veiligheid, in hoeverre die gewaarborgd blijft wanneer je in een hoek zit. Daar zijn nog hobbels te nemen, maar daarna krijgen we geweldige nieuwe mogelijkheden.”

Jij bent als mens een rijke internationale mix. Zal er een Koreaanse invloed in je ontwerpen komen?

“Wat de invloeden ook zijn, het ontwerp moet uiteindelijk altijd van jezelf zijn. Je moet niet andermans geest proberen te kopiëren. Zowel Kia als Hyundai heeft een mate van volwassenheid bereikt door de merkhistorie. Die duurt weliswaar nog niet zo lang als de geschiedenis van veel Europese en Amerikaanse merken, maar net zoals die hun nationale karakter hebben, heeft ook Korea zijn eigen gezicht. Nu zit ik pas zeven maanden bij Kia, waarvan maar een klein gedeelte hier in Korea, dus de Koreaanse invloed op mij is nog beperkt. Toch ben ik al wel onder de indruk van de Koreaanse industrie, van wat een relatief klein land in de laatste paar decennia heeft weten te bereiken. Koreanen hebben een hoge mate van gedrevenheid en vernieuwingsdrang, in combinatie met een mondiale blik. Veel mensen hier zijn werelds opgeleid, hebben een brede kennis en zijn bereisd. Dat heeft invloed op de Koreaanse identiteit. Korea is heel traditioneel en tegelijkertijd heel modern, waarbij mensen er niet voor schuwen tradities opzij te schuiven ten bate van vooruitgang, zowel op het gebied van technologie als de maatschappij. Hou me ten goede, ik ben geen deskundige op dit gebied, maar dit is mijn indruk. Het is in elk geval één van de redenen waarom ik zo graag auto’s wil ontwerpen voor Kia in Korea. Koreaanse invloed zal er dus zeker zijn, maar onder de oppervlakte en dat is zeker niet iets wat we als Kia vanuit marketingoogpunt zullen communiceren.”

Zullen interieurs in dienst staan van informatietechnologie?

“Auto-interieurs worden steeds meer woonruimtes en dat opent mogelijkheden voor communicatie. We communiceren nu met onze telefoons, die we honderden keren per dag oppakken. Tenminste, als ik de screentimecounter van mijn smartphone mag geloven. Je zit steeds midden in communicatie en de auto zal daar dus omheen moeten worden ontworpen. Aan de andere kant geloof ik dat er ook een tendens zal komen terug naar een situatie waar je de autodeur sluit en alleen bent met het rijden. Maar los daarvan: we hebben al de beschikking over veel technologie en we willen steeds meer, maar het moet menseerst blijven: intuïtief, op de achtergrond, niet technologie om de technologie, een hulp in het communiceren en het rijden en het plezier daarin. Daartoe zullen schermen altijd belangrijk zijn, naast spraakherkenning, waarvan ik geloof dat het een belangrijke interface zal worden.”

De tijden veranderen, misschien wel sneller dan ooit. Hoe ver kijk jij vooruit?

“De toekomst van mobiliteit ligt op dit ‘HET DOEL BEWEEGT STEEDS, MAAR TOCH MOETEN WIJ ER ONZE ONTWERPEN OP RICHTEN’ moment op de snijtafel. Onze mobiliteit zal zwaar veranderen, wellicht zelfs tot vliegende auto’s aan toe, of tenminste UAM’s (urban air mobility, red.) zoals Hyundai er één toonde op de CES. Daarom moeten wij ver vooruit kijken en dat doen we dan ook. Je moet denken aan tien, twintig jaar in de toekomst, voorbij het vierwielige voertuig: het single mobilityvoertuig, het last mile-voertuig, shuttles voor grote groepen, goederenvervoer, autonomie. Het doel beweegt steeds, maar toch moeten wij er onze ontwerpen op richten. Enerzijds werken we aan ons toekomstig portfolio, enkele jaren van nu, anderzijds aan toekomstige mobiliteit, verder in de toekomst.”

Verder lezen?

Dit artikel is gratis te downloaden in PDF-formaat. Hiervoor maak je eenmalig een AutoWeek account aan, waarna je onbeperkt uit het AutoWeek archief kunt downloaden.

Inloggen of Registreren

Lezersreacties (0)

Reageren