Industrie achter gestolen en omgekatte auto's in kaart gebracht
Malafide praktijken
Het stelen, strippen en omkatten van auto's is een levendige 'industrie' met heuse 'fabrieken'. Een nieuw onderzoek, uitgevoerd in opdracht van het onderzoeksprogramma Politie en Wetenschap, schijnt meer licht op deze schaduwpraktijken.
Het is algemeen bekend dat gestolen auto's nogal eens worden gestript voor onderdelen, worden omgekat of gebruikt om schadeauto's op discutabele wijze een tweede leven te geven. Hoe dat in de praktijk werkt, is minder duidelijk. Het onderzoek in opdracht van Politie en Wetenschap geeft meer inzicht. Men is in Nederland gestuit op heuse 'strip- en omkatfabrieken', waar georganiseerde criminaliteit soms verweven is met ogenschijnlijk 'normale' bedrijfsvoering. Concrete aantallen blijven uit, maar er is een aardig beeld van deze 'fabrieken' en de mensen die erachter zitten.
Locaties en daders
De onderzoekers hebben op basis van bestaande literatuur, een reconstructie van 20 opsporingsonderzoeken, deskresearch, gesprekken met deskundigen en slachtoffers en Mystery Guest-bezoeken details in beeld kunnen brengen: "De ‘fabrieken’ blijken vooral gehuisvest te zijn in loodsen, garagebedrijven en garageboxen in met name kleinere dorpen en soms zelfs gehuchten. Op die locaties vindt de politie alle mogelijke onderdelen van auto’s die zijn gestript. Dit varieert van motorblokken en spiegels tot deuren en boordcomputers. Daarbij is er een behoorlijk duidelijk profiel van de mensen die dit doen: "De ‘strip- en omkatfabrieken’ worden veelal worden gerund door kleine samenwerkingsverbanden van twee tot vijf mannen van 30 tot 50 jaar. Binnen de samenwerkingsverbanden, vaak families, is kennis en kunde over onder andere slopen, demonteren, spuiten en lassen van belang. De verdachten die te linken zijn aan de fabrieken hebben regelmatig de Nederlandse etnische achtergrond waarbij soms een link naar woonwagenfamilies gelegd kan worden. Naast de families zijn er ook samenwerkingsverbanden die cultureel zeer divers zijn. Te denken valt aan Nederlanders, Turken, Bulgaren en Afghanen, een Algerijn en Roemeen. Tot slot zijn er ook zakelijke samenwerkingsverbanden tussen eigenaren van (malafide) bedrijven in de automotive."
Bovendien blijkt dat bij deze bedrijven niet zelden andere vormen van criminaliteit opduiken. Zo worden er soms wapens en drugs aangetroffen. "De verdachten die in beeld zijn gekomen, zijn overigens regelmatig ‘bekenden van politie en justitie’ en dan ook vooral gerelateerd aan voertuigcriminaliteit en soms aan drugsmisdrijven, wapens en geweld." Gestolen auto's worden vaak ontdaan van het identificatienummer (VIN-nummer) om zo gebruikt te kunnen worden bij bijvoorbeeld ramkraken, liquidaties of zelfs terroristische misdrijven.
Populaire merken
De auto's die in dit soort praktijken terechtkomen, komen soms van heinde en verre. Niet alleen Nederlandse auto's duiken op, maar ook auto's die gestolen zijn uit België, Duitsland, Frankrijk en Italië. Volgens de onderzoekers gaat het vooral om jonge auto's en zijn het meestal auto's van BMW, Volkswagen, Mercedes-Benz, Audi, Renault en Porsche. De auto's worden op bestelling gestolen en verdwijnen niet alleen in de criminele onderdelenhandel, maar komen soms dus ook in zijn geheel terecht in handen van criminelen die een niet te traceren vervoersmiddel nodig hebben. De handel in deze onderdelen of gehele auto's beslaat heel Europa.
'5 voor 12'
Volgens de onderzoekers is het '5 voor 12' als het aankomt op de aanpak van deze praktijken. Ze concluderen dat er bij politie en justitie weinig kennis is op dit gebied. "Ondanks alle goede initiatieven en ideeën die in dit onderzoek naar voren zijn gebracht en beschreven, ontbreekt het in de aanpak aan urgentie, capaciteit, kwaliteit en centrale regie." Dat terwijl het nauw verbonden is met criminele zaken die meer aandacht krijgen.
De onderzoekers zien hierbij niet alleen een belangrijke taak voor politie en justitie, maar betreurt ook dat de rol van de Stichting Verzekeringsbureau Voertuigcriminaliteit (VbV) kleiner is geworden: "Het afbouwen van activiteiten door het VbV sinds september 2021 maakt waarschijnlijk dat er – bij ongewijzigd beleid – misschien nog wel strafrechtelijke onderzoeken uitgevoerd zullen worden, maar dat de opvolging lastiger wordt. Het VbV nam namelijk regelmatig ook allerlei kosten voor haar rekening. Er ligt een bom onder de aanpak en dat terwijl er in nagenoeg ieder zware criminaliteitszaak – van moord en terrorisme tot overvallen en plofkraken – gestolen en/of omgekatte voertuigen door de dossiers rijden."