In het wild: Toyota HiAce
Gered van roest en export
Oude Japanners zijn oerbetrouwbaar, maar vallen vaak ten prooi aan roest. De exemplaren die redelijk uit de strijd komen, worden veelal geëxporteerd. Omdat men in Afrika ook weet dat een Toyota op leeftijd niet stuk te krijgen is, vinden eigenaren van zulke auto's soms wekelijks een kaartje van een exporteur onder hun ruitenwisser.
Het bovenstaande geldt voor nagenoeg alle Japanners uit de jaren '70, '80 en '90, maar een bestelbus als deze Toyota HiAce spant vermoedelijk de kroon. In de eerste plaats zijn voertuigen waar veel mensen in kunnen, doorgaans erg in trek in groeimarkten.
Daarnaast is een 'busje' als deze meestal een gebruiksvoorwerp waar niet al te zachtzinnig mee wordt omgesprongen. Of zo'n HiAce nu als taxi of als aannemersbus werd ingezet, een zwaar leven was z'n deel. Daarom is het des te bijzonderder dat dit origineel Nederlandse exemplaar uit 1975 nog altijd de Zuid-Hollandse wegen bevolkt. Deze 'Commercial'-uitvoering is een waarschijnlijk altijd een camper geweest, wat z'n lange levensduur wellicht verklaart. In concoursstaat is-ie niet bepaald, maar de HiAce oogt ook niet alsof z'n laatste uurtje geslagen heeft.
De verticale, boven de koplampen geplaatste richtingaanwijzers zijn kenmerkend voor de eerste generatie van dit model, die tussen 1967 en 1977 geproduceerd werd. Ook de typische vorm, waarbij de achterzijde ogenschijnlijk schuiner afloopt dan de voorkant, is typisch voor Toyota's bedrijfsauto. Dit dankte de auto aan de plaatsing van het motorblok, dat zich halverwege onder de wagenbodem bevindt. Deze configuratie levert een voertuig op dat van voor- tot achterbumper ruimte biedt aan inzittenden en bagage. Ook de huidige HiAce, die vanaf 2005 in met name Azië en Afrika veel te zien is, heeft deze eigenwijze indeling.