Deze Zeeuwse en Vlaamse sleutelvrienden wensen iedereen een goede Morgan

Beschermheren van Britse romantiek

Morgan sleutelclub

Weinig merken hebben de romantiek van het autorijden van weleer zo goed weten te handhaven als het conservatieve en oer-Britse Morgan. Vloeiende spatborden, laag uitgesneden portieren, reservewiel achterop, schitterende draadspaakvelgen … Alles op een frame van Belgisch ­essenhout, zoals dat al sinds 1936 bij deze auto’s gemeengoed was. We ­waren bij de sleuteldag van de Morgan Sports Car Club Holland.

Morgan is in ons land altijd een kleine ­speler geweest. Jaarlijks werden slechts weinig auto’s afgezet. Begrijpelijk, want een (nieuwe) Morgan koop je op emotionele ­gronden, niet op rationele. In dat licht bezien wekt het enige verbazing dat de in 1972 opgerichte Morgan Sports Car Club Holland (MSCCH) uit maar liefst zeven regio’s bestaat.

Wij zijn vandaag te gast bij de regio Zeeland, de zonnigste provincie van ons land. Helaas, het ­regent pijpenstelen in Koudekerke (tussen Vlissingen en Middelburg), maar dat heeft een aantal diehards er niet van weerhouden om naar Walcheren af te reizen en hun prachtige roadsters op de bruggen van garage Touw te parkeren. Er zijn Belgen bij. Logisch, want via de Westerscheldetunnel ben je er zo. Vanuit Aalst is Peter van der Velde in zijn knalgele 4/4 de grens overgestoken. Omdat aan Belgische kentekens de leeftijd van een auto niet af te lezen valt, vragen wij hem naar het bouwjaar: 2016. Zijn wij – verblind door de kleur en de tijdloze schoonheid van het ontwerp – daar even op het verkeerde been gezet! Eigenlijk veel te jong om in AutoWeek Classics te schitteren, maar als Peter eraan toevoegt dat hij de auto nieuw heeft gekocht, is onze nieuwsgierigheid gewekt.

Peter van Velde, midden, is eigenaar van de knalgele 4/4.

“Ik werk als arbo-adviseur, terwijl ik in mijn vrije tijd schrijf, schilder, sculpturen maak en aan beeldhouwen doe”, vertelt Peter. “Liefhebber van schone kunsten, zeg maar, en daarom wilde ik ­altijd al een oldtimer hebben. Gebrek aan ­technische kennis hield mij tegen, totdat ik in een tijdschrift een artikel las over merken als Caterham, KTM, Lotus en Morgan. Vooral dat ­laatste merk sprak me aan. Ik heb een nieuwe aangeschaft: moderne Ford-techniek in een ­klassieke jas die ik zorgvuldig heb samengesteld. Gele lak, een kap met snelsluiting, saddle brown-leer – ook op het dashboard – en spaakvelgen. Het is puur een fun car, er staat nog geen ­tienduizend kilometer op de teller.”

Veel te sleutelen is er dan ook niet, legt hij uit. “Hij gaat enkel de brug op om te kijken of ik in verband met de staat van het Belgische wegennet de standaard vering eventueel laat vervangen door betere kingpins.” Daar zit een verhaal aan vast: omdat wij aanwezig zijn, heeft de MSCCH eerst een boeiende presentatie gegeven over de geschiedenis van het merk, gevolgd door een demonstratie kingpins vervangen. Wat is het geval? De voorwielophanging van de Morgan-vierwielers bestaat uit onder meer ‘sliding pillar’-voorveren. Deze zijn erg stug; het verhaal gaat dat als je met een Morgan over een geldstuk rijdt, je kunt voelen of je over kop of over munt gaat. Daarom tonen Jasper Taal van de MSCCH en garagehouder Kees Aarnoutse een progressief veersysteem van SSL, bestaande uit onder andere veren, verstelbare dempers, axiaallagers, hardverchroomde ­kingpins en bronzen bussen. Montage hiervan ­betekent feitelijk een revisie, dan wel conversie naar een soepeler veersysteem. Ook de besturing wordt hierdoor lichter. Helaas werd – in elk ­geval tijdens onze aanwezigheid – niet tot vervanging overgegaan, ook niet door Peter. Wellicht was de aanschafprijs van € 1.850 daar debet aan.

Morgan Plus 8 uit 1983

Johan van Damme is eveneens Vlaming, al woont hij tegenwoordig in het Zeeuwse Aardenburg. Zijn uit Duitsland afkomstige Plus 8 uit 1983 gaat ook de brug op: controle van het stuurhuis, waardoor we meteen weten waarom hij evenmin een kingpin-revisie laat uitvoeren. “Mijn auto stuurt al lichter en kent bovendien geen speling, omdat hij geruime tijd geleden is voorzien van tandheugelbesturing. Voordelen: geen smering, minder onderhoud en gemakkelijker rijden. Dat vindt ook mijn echtgenote.”

Johan van Damme doet veel zelf aan zijn Morgan Plus 8.

Een ander stuurhuis is niet de enige verbetering aan de 43-HS-HH. “Nee, in 2017 heb ik er een ­aanrijding mee gehad, met als gevolg een kromme voorwielophanging. Het carrosseriebedrijf dat de reparatie uitvoerde, wees mij vervolgens op ­dorpels die rot waren. Uit voorzorg waren ze er ­inmiddels al aan begonnen. Dat bleek knoeiwerk: een treeplank bestaat uit één lange balk, maar ze hadden er eentje uit drie losse delen samengesteld. Ik heb de auto opgehaald, ben langs een houthandel gegaan voor essenhouten planken en heb de treeplanken in twee weken tijd zelf op maat gezaagd. Toen ik eenmaal bezig was, heb ik ook maar meteen de V8 gereviseerd en de carrosserie laten spuiten. Het binnenwerk deed ik dan weer zelf. Over dit alles, eigenlijk een totale restauratie, deed ik een half jaar, geholpen door mijn buurman die een gepensioneerde automonteur is. Achteraf bleek dat de auto vóór de aanrijding al veel meer tordeerde dan erna.”

Dat liep dus goed af, want Johan gebruikt zijn roadster volop. “We zijn er al mee naar Rome ­geweest, ik heb ‘in eigen beheer’ de Mille Miglia gereden, Groot-Brittannië, Schotland … Ook rally’s rijden we. Mijn vrouw is een uitstekende ­navigatrice.” Ondanks het plezier dat de Plus 8 Johan schenkt, zit hem iets dwars. “Ja, hij heeft dorst voor acht, daar kan ik niet tegenop.” Waarom dan geen viercilinder? “Tijdens een ­fabrieksbezoek heb ik de 4/4 1600 gereden, maar die vond ik net wat te zwak. Op zoek naar een Plus 4 kwamen we deze tegen. Tja, en als je eenmaal het geluid van de achtcilinder onder de lange ­motorkap hebt horen murmelen,  ben je ­verkocht”, aldus de Belgische Zeeuw, die tevens een Morgan-driewieler uit 1935 bezit. Ook die wordt nu onder handen genomen.

Conclusie na enkele uurtjes aanwezigheid: veel spectaculairs hebben we nog niet meegemaakt. Aan de auto’s ligt het niet. Of juist wel, want die zijn stuk voor stuk in even fraaie staat. Aan de ­eigenaren evenmin: de mannen (dames schitteren vandaag door afwezigheid) hebben allemaal de mond vol over hun niet-alledaagse vierwielers. Misschien is dat het wel: veel (bij)praten en ­ervaringen uitwisselen, maar echt de handen uit de mouwen steken … dat wil nog niet zo vlotten.

“Het is, zoals wij het noemen: noggins, gewoon ­samen gezellig kletsen en tegen elkaars bandjes trappen”, verklaart regio-voorzitter Bram Rodenburg uit Middelburg. Om het goede voorbeeld te geven, gaat zijn 4/4 uit 1997 de brug op voor een doorsmeerbeurtje. “Oorspronkelijk had deze een oliepompje dat via een voetpedaaltje werd ­bediend. Inmiddels is het gemodificeerd en zijn er vetnippels aan boord. Ik controleer of er voldoende vet in de kingpins wordt gespoten.”

Bram Rodenburg, regiovoorzitter van de club laat zijn 4/4 een doorsneebeurtje geven.

De SH-HF-47 is Brams tweede Morgan. “De eerste reed ik tegen een paal. Kort daarop ruilde ik hem in voor deze. Dit exemplaar komt van de eerste ­eigenaar die er maar 15.000 kilometer mee had gereden, waarna hij overleed. Zijn weduwe liet de auto twee jaar lang in de garage staan. Ze wilde hem enkel verkopen aan een echte liefhebber. En dat was ik. Een Morgan is een en al beleving. Op de grote weg is het niet echt aangenaam, vanwege z’n geringe hoogte. Maar bochtige wegen zijn heerlijk. Lekker één zijn met de natuur.”

Hetzelfde horen we van Hans Dekker uit Halsteren. “Ik rijd al sinds mijn 20e open. Ben ­begonnen met een MG B. Toen ik trouwde, heb ik hem weggedaan. Daar heb ik altijd spijt van ­gehad. Later kocht ik een motor, maar toen ik in Zuid-Frankrijk, verblind door de zon, op een ­tegenligger botste – ik vloog langs de auto heen, wat me gelukkig enkel blauwe plekken opleverde – ben ik weer op MG overgestapt.”

De hernieuwde kennismaking duurde niet lang. “Mijn vrouw had er geen klik mee, er waren regelmatig problemen met de brandstofvoorziening en toen op de terugreis vanuit Italië de koppakking eruit vloog, vond ik het welletjes en deed hem weg. Wat doe je dan: centen op de bank laten of er plezier mee maken? Het werd het laatste. Ik kocht deze Morgan 4/4, geen dag spijt van gehad. Hij is zó mooi! Voor mij is het de Gulden Snede: de ­verhoudingen kloppen aan alle kanten.” Zo heeft ook Hans zijn woordje paraat. “Klopt, daarom ben ik hier: voor de gezelligheid. En voor de techniek, maar een sleutelaar ben ik niet. Mijn 4/4 hoeft dan ook de brug niet op.”

Zeeuwse regen

Zo lijken vader Kees en zoon Tom Aarnoutse het vandaag niet al te druk te hebben. Daar waar ­nodig wordt een helpende hand uitgestoken dan wel advies gegeven, maar echte reparaties blijven uit. Kunnen zij zich weer richten op de dagelijkse werkzaamheden. Een ervan is het onderhouden en repareren of restaureren van (met name Britse) klassiekers. Ooit opgericht door opa Willem Touw, heeft het familiebedrijf daar een goede naam in opgebouwd. En de Morgans? Al dan niet met de kap op rijden zij de Zeeuwse regen weer in. Op weg naar zonniger tijden.

Dit verhaal is eerder gepubliceerd in AutoWeek Classics 02 2024

Lezersreacties (10)

Reageren

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.