De Vluchtstrook: opzienbarende concept-cars uit de 'Space Age'
Ruimteschepen voor de weg
Buitenissige concept-cars zijn in principe van alle tijden, maar gedurende de 'Space Age', die in de jaren 50 op gang kwam, onthulden fabrikanten wel heel opzienbarende modellen. Deze auto's waren duidelijk geïnspireerd op de ruimtevaart en sciencefiction en waren hun tijd zonder meer ver vooruit. In deze editie van De Vluchtstrook: vijf opzienbarende concept-cars uit de 'Space Age'!
In de jaren '50 en '60 hadden zowel de Koude Oorlog met zijn nucleaire dreiging als de opkomst van het ruimtevaarttijdperk hun invloed op het industrieel ontwerp. In de concept-cars van die tijd kwam dat vooral tot uiting in de futuristische looks. Ronde vormen, extravagante staartvinnen en grote glaspartijen waren alom vertegenwoordigd. Met name de Amerikaanse merken pasten de ontwerpstijl gretig toe op hun conceptmodellen, maar ook op productieauto's uit de jaren '50 en '60. De Cadillac DeVille is daar met zijn iconische staartvinnen één van de meest bekende voorbeelden van. Toch deed men ook in Europa tot op zekere hoogte mee aan de 'Space Age'. De onderstaande Alfa Romeo B.A.T.'s zijn daar een goed voorbeeld van.
Alfa Romeo B.A.T. (1953, 1954, 1955)
Nee, de Alfa Romeo B.A.T. was niet bedoeld als de nieuwe Batmobile, ook al zou het fictieve personage Bruce Wayne er prima mee voor de dag kunnen komen. De afkorting staat voor Berlina Aerodinamica Tecnica. Je hoeft geen Italiaans te kunnen om de betekenis hiervan te achterhalen. Alfa Romeo wilde met de studiemodellen onderzoeken hoe het een zo laag mogelijke Cw-waarde kon realiseren. Uiteindelijk bouwde Alfa Romeo in samenwerking met designhuis Bertone drie B.A.T.'s in opeenvolgende jaren: de B.A.T. 5 in 1953, de B.A.T. 7 in 1954 en de B.A.T. 9 in 1955. Het extravagante design van de drie auto's, met staartvinnen, afgedichte wielkasten en schuine zijruiten, diende dus niet louter een esthetisch doel. Uiteindelijk behaalde de B.A.T. 7 een Cw-waarde van 0,19. Zeker voor zijn tijd was dat een absurd lage waarde. Ter illustratie: de ultrazuinige Volkswagen XL1 uit 2009 had ongeveer dezelfde mate van aerodynamische efficiëntie.
Ford La Galaxie Concept (1958)
De Ford La Galaxie was één van de eerste concept-cars van Ford die ontworpen was in de stijl van de 'Space Age'. Het studiemodel was zonder twijfel opzienbarend, al heeft de echte Ford Galaxie er in uiterlijk opzicht weinig mee van doen. Aan de voorkant zijn twee grote ronde koplampen aanwezig, maar ergens lijkt het net alsof je naar de achterkant van de auto zit te kijken. Ook de daklijn is bijzonder te noemen, met een achterruit die de verkeerde kant op gekanteld lijkt. Daarnaast springt ook de styling van de achterste zijruiten direct in het oog. Binnenin de La Galaxie slaat sciencefiction eveneens duidelijk de klok. Het dashboard (foto 4) lijkt regelrecht afkomstig uit een aflevering van Star Trek.
Ford Seattle-Ite XXI Concept (1962)
Een kleine kernreactor die je auto aandrijft? Veel meer 'Atomic Age' dan dat wordt het niet. Op de wereldtentoonstelling van 1962 in Seattle onthulde Ford de Seattle-Ite XXI Concept, een zeswielig symbool voor de toekomst van de Amerikaanse auto-industrie. De naam van de auto is een woordspeling van 'Seattle' en 'Satellite'. Nucleaire aandrijving heeft zijn weg tot op heden nog niet naar de auto-industrie kunnen vinden, maar de Seattle-Ite liep op een aantal andere gebieden wel vooruit. Technologieën die vandaag de dag niet meer weg te denken zijn uit auto's, zoals navigatie en een boordcomputer, zaten al op de buitenissige concept-car. Daarnaast sprak Ford in die tijd naast de nucleaire aandrijving ook al over brandstofcellen. De Seattle-Ite ziet er buitengewoon spectaculair uit. Zijn grote glazen kap scharniert naar boven open en van achteren bezien lijkt het wel alsof vier turbines de auto aandrijven. Ergens is het jammer dat deze toekomstvisie nooit geheel tot wasdom is gekomen.
Cadillac Cyclone Concept (1959)
Drie jaar voorafgaand aan de Ford Seattle-Ite XXI kwam Cadillac met een op de ruimtevaart geïnspireerde concept-car: de Cyclone. Dankzij de twee scherpe punten aan de voorkant en de ronde openingen aan de achterkant lijkt het haast alsof er raketten aan weerszijden van de Cyclone zijn aangebracht. De grote staartvinnen versterken dat effect alleen nog maar meer. Die scherpe punten zijn uiteraard niet heel gunstig voor voetgangers, maar toch moesten ze wel bijdragen aan de veiligheid. In de punten zat namelijk een radarsysteem verstopt dat vergelijkbaar is met de huidige remassistenten. Een ander opvallend stijlelement is de grote glazen kap, die men desgewenst in de kofferbak kon opbergen. Op die manier was de Cyclone dus zowel een coupé als een cabriolet.
Corvette XP 700 (1960)
De meeste stijlelementen van de bovenstaande auto's hebben hun weg uiteindelijk niet of slechts in beperkte mate naar het productiestadium kunnen vinden. Die vlieger gaat echter niet op voor de in 1960 aan het publiek onthulde Corvette XP 700. Deze concept-car was gebaseerd op de Corvette C1 en een persoonlijk project van Bill Mitchell, de toenmalige hoofddesigner bij General Motors. De XP-700 onderscheidde zich onder meer van de standaard Corvette door de neus, die veel meer naar voren kwam, en de grote glazen kap boven het interieur. Met name dat laatste is typisch een stijlelement van de 'Space Age'. Overigens was de XP-700 een kort leven beschoren. Volgens de website GM Authority is de latere XP-755 'Mako Shark' gebouwd op het chassis van de XP-700, waardoor de ruimtevaart-Corvette niet bewaard is gebleven.