De Cadillac BLS was de meest Europese Cadillac ooit
Europa de baas met Saab
Cadillac keert terug naar Europa! De volledig elektrische aandrijflijn maakt het ook voor dit illustere Amerikaanse merk mogelijk het weer eens te gaan proberen op ‘het oude continent’, zonder dat het daarvoor al te veel moeite hoeft te doen. Die moeite deed het in 2005 nog wel, met de speciaal voor Europa ontwikkelde BLS.
Weet je wat leuk zou zijn? Een Cadillac BLS kopen, bij voorkeur een handgeschakelde diesel Wagon, en daar dan mee gaan rondrijden in de VS. De Amerikanen zullen met stomheid geslagen zijn, want zo’n kleine Cadillac hebben ze daar sinds de Cimarron niet meer gezien. De Cadillac BLS is sowieso nooit leverbaar geweest in de VS, en laat zich heel kort door de bocht omschrijven als het omgekeerde equivalent van de Saab 9-7x. Waar die auto namelijk een ‘ver-Saabt’ tweelingbroertje was van de erg Amerikaanse Oldsmobile Bravada – en daarmee indirect van de Chevrolet Trailblazer - is de Cadillac BLS in feite een Saab 9-3 met een andere koets.

Hetzelfde, maar toch anders: de Saab 9-3 SportCombi boven, de Cadillac BLS Wagon onder.
Daarbij werd er naar goede GM-traditie vooral niet teveel moeite gedaan om de Cadillac te laten afwijken van de Saab. De basislijnen van de 9-3 zijn er dan ook goed in te herkennen en de ruiten zijn vast deels uitwisselbaar, maar door een wat strakker gevormde achterste zijruit, andere deurgrepen en een unieke neus en kont hebben de Cadillac-versies toch een eigen smoel. Voor het interieur geldt eigenlijk hetzelfde: stuurwiel, pookknop en instrumentarium zijn heel erg ‘Saab’, maar door andere ventilatieroosters en iets als een analoog klokje heeft het BLS-binnenste toch iets Cadillac-achtigs. In de verte, dan. GM nam zelfs de moeite om het contactslot te verhuizen. Waar de sleutel bij de 9-3 op een typische Saab-manier tussen de stoelen moest worden gestoken, mag hij bij de BLS ‘gewoon’ in een gat rechts van de stuurkolom.
Weet je wat óók heel leuk zou zijn? Een Cadillac BLS-front op een Saab 9-3 Cabrio schroeven, want dat levert een unieke auto op. Cadillac leverde de BLS namelijk wel als sedan en – heel Europees – als stationwagen, maar niet als cabrio. De BLS was de ultieme zet in een lange reeks pogingen om voet aan de grond te krijgen in Europa. Dat deed Cadillac niet door Europeanen op zijn eigen, unieke kwaliteiten te wijzen, maar vooral door de Europese merken simpelweg na te doen. De CTS van 2002 was in feite ook al best ‘Europees’, met een stoer en modern uiterlijk, een relatief compacte en gedrongen koets en dynamische rij-eigenschappen. Diens voorganger, de Cadillac Catera was in feite trouwens ‘gewoon’ een Opel Omega met een Cadillac-grille, zoals de eerder aangehaalde Cimarron in feite een Ascona was. Toch durven we de BLS ‘de meest Europese Cadillac ooit te noemen’, al was het maar omdat dit hele model de Noord-Amerikaanse wegen nooit heeft gezien.
In het licht van de hoeveelheid moeite die General Motors deed om Europese kopers te behagen, is het best zuur hoe onsuccesvol de BLS was. In Nederland werden er in zes jaar tijd maar 268 verkocht, waarmee dit niet eens de populairste Cadillac van ons land ooit is. Zoals dat vaker gaat met auto’s die ‘nieuw’ niet zo goed begrepen werden, levert dat gebrek aan succes wel leuke occasions op. Wie wel trek heeft in zo’n BLS, moet zeker hier eens kijken, al is de voorraad logischerwijs beperkt.
Het is te hopen voor Cadillac dat de nieuwe poging om voet aan Europese grond te krijgen succesvoller is dan de vorige. Het kost ze in ieder geval minder moeite: waar men vroeger met diesels en stationwagons moest komen om het hier te proberen, is de elektrische cross-over wereldwijd in trek.