Auto's verbruiken steeds meer brandstof dan officiële fabrieksopgave
Gat tussen WLTP en praktijk gegroeid
Het praktijkverbruik van auto's loopt steeds verder uiteen met de officiële fabrieksopgave. Die conclusie trekt de Council on Clean Transportation.
De kloof tussen officiële cijfers en de werkelijkheid wordt dus steeds groter. Dat kwam naar voren toen de Council on Clean Transportation (ICCT) de officiële emissiecijfers van de fabrikanten vergeleek met het praktijkverbruik van ruim 160.000 personenauto’s. Het instituut gebruikte daarvoor de gegevens die Duitse consumenten via het online platform Spritmonitor rapporteerden. Het gat tussen de opgegeven waarden en de praktijk bleek ruim 14 procent te zijn. In 2018 maakte men dezelfde vergelijking en lag het praktijkverbruik nog 8 procent hoger dan op basis van de opgegeven emissiecijfers te verwachten was.
De ICCT roept de EU op om een correctiemechanisme in te voeren, zodat de vooruitgang die autofabrikanten hebben geboekt bij het halen van de emissiedoelstellingen nauwkeurig kan worden beoordeeld. Op die manier kunnen consumenten ook beter inschatten hoeveel brandstof een nieuwe auto waarschijnlijk zal verbruiken. Eerder bleek al dat de NEDC-methode niet nauwkeurig genoeg was en werd de WLTP-testmethode ingevoerd. Hoewel de WLTP-resultaten dichter bij de praktijkcijfers liggen, heeft de ICCT nu vastgesteld dat de kloof met 80 procent is gegroeid sinds de WLTP vijf jaar geleden werd geïntroduceerd.
Opvallende verschillen tussen merken
Het gaat tussen de testcijfers en praktijkcijfers is niet bij ieder merk zo'n 14 procent. De verschillen tussen de onderlinge merken zijn aanzienlijk. Mercedes doet het het minst slecht, met een verschil tussen theorie en praktijk van 11 procent. Bij Volkswagen, Audi en BMW is er een verschil van 12 procent met de werkelijkheid te zien. Bij Hyundai en Opel loopt dat op tot respectievelijk 20 en 21 procent.