Aftellen naar nieuwe Alfa Romeo Giulia: deel 4

Aftellen naar Giulia: De laatste echte?

Alfa Romeo 75
Het is alweer tien jaar geleden dat we de eerste kilometers met de 159 konden rijden. Na het verdwijnen van Alfa's inzending in het D-segment hebben we het gevoelsmatig een klein decennium zonder 'grote Alfa' moeten doen, maar daar komt volgende week een eind aan als de 'Giulia' wordt onthuld! Voor we kunnen zien wat Alfa Romeo ervan gebakken heeft, blikken we terug op de spraakmakende modellen die het nieuwe Milanese wapen voor gingen.

De opvolger van de Alfa Romeo Giulietta (116) uit de vorige aflevering van deze rubriek verschijnt in 1985. Dat is 75 jaar na het debuut van de Alfa 24 HP, het eerste model van de Milanese fabrikant. Heel toepasselijk krijgt de nieuwe Alfa dan ook de typenaam 75.

In het fysiek van de 75 valt zonder al te veel fantasie de vormgeving van z'n voorganger te herkennen. Er wordt veel techniek uit de Alfetta en de Giulietta gebruikt voor de 75, waaronder de befaamde transaxle-constructie met de motor voorin en de versnellingsbak inclusief koppeling achteraan, met de schijfremmen tegen de bak aan geplaatst. Net als bij zijn voorgangers drijven de achterwielen de auto aan. Alfa zal na de 75 overstappen op voorwielaandrijving. Voor veel Alfisti geldt dit model daarom als laatste echte Alfa, hoewel de eveneens achterwielaangedreven Spider langer in productie blijft en dus feitelijk meer recht heeft op deze titel; voor zover die valt toe te kennen, overigens.

Alfa heeft aanvankelijk drie viercilindermotoren met carburateur beschikbaar voor de 75; een 1,6 (110 pk), een 1,8 (120 pk) en een 2,0-liter (130 pk). De Quadrifoglio Oro krijgt als topmodel een V6. Het is een 2,5-litermotor die 156 pk heeft. De krachtbron komt uit de GTV6, die op het punt staat de vaan te strijken. Deze motor zit ook in de 75's die naar Canada en de VS verscheept worden en daar door het leven gaan als Milano. Voor die markten voorziet Alfa de V6 echter van een katalysator. Vanaf 1987 meet de V6 van de 75 3,0-liter. De motor is dan goed voor 188 pk (zonder katalysator) of 184 pk (met katalysator). In 1990 pept Alfa de zespitter nog een beetje op. Hij levert dan maximaal 192 pk (in de QV-versie). Er is ook een dieselmotor beschikbaar voor de 75. Deze tweeliter turbomotor schopt het tot 95 pk.

Een geblazen benzinevariant van de 75 verschijnt een jaar voordat de 3,0-literversie van de V6 debuteert, namelijk in 1986. De 75 Turbo heeft een 1,8-litermotor, die niet alleen een turbocompressor heeft, maar ook van een injectiesysteem is voorzien. In eerste instantie levert de motor 155 pk, later in de EVO- en Amerika-versie 175 pk.

De tweelitermotor van de 75 krijgt in 1987 twee bougies per cilinder. De Twinsparkkrachtbron is goed voor 148 pk. Een jaar later wordt de 1,8-litermotor met carburateur vervangen door eentje met injectie. Tegelijkertijd wordt er een 2,4-liter turbodiesel aan het motorengamma toegevoegd. In 1990 krijgt de 75 een nieuwe instapper in de vorm van een 1.6IE.

De laatste 75's kwamen in speciale uitvoeringen, Indy, Imola en Epoca genaamd. Deze versies hebben alle een 1,8-litermotor. Er is ook een Limitata, die, zoals de naam al aangeeft, in een beperkte oplage wordt verkocht. Deze heeft een 2,0-liter Twinsparkmotor en een sportief interieur, compleet met Recaro-zitmeubilair. De uitvoering is een waardige slotakte voor het laatste model dat Alfa Romeo in eigen beheer heeft ontwikkeld. In 1992 nemen we afscheid van de 75. Hij wordt opgevolgd door de in samenwerking met Fiat voortgebrachte 155.

Lezersreacties (47)

Reageren

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.