Achtergrond: WLTP in een notendop
NEDC blijft nog wel even
Eerder al gingen we uitvoerig in op de WLTP, maar voor wie dat verhaal wat al te technisch en diepgaand was, leggen we het hier wat eenvoudiger uit.
WLTP staat voor Worldwide Harmonized Light vehicle Test Procedure en het vervangt de NEDC (New European Driving Cycle). Waar de NEDC wordt uitgevoerd op een rollenbank, moet bij de WLTP daardwerkelijk in de praktijk worden gemeten. Niettemin blijft de rollenbank, waarbij dat deel een stuk strenger is gemaakt.
Om met de rollenbank te beginnen: vergeleken met de NEDC moet in de WLTP een grotere afstand worden gereden. Daarbij zijn de snelheidsverschillen in de voorgeschreven cyclus natuurgetrouwer, de omstandigheden nauwkeuriger gedefinieerd en de marges kleiner.
Interessanter is dat auto's nu ook de weg op moeten, zodat kan worden getoetst of de op de rollenbank gemeten waarden ook in de praktijk te realiseren zijn. Dat deel van de test wordt RDE-test (Real Driving Emissions-test), genoemd. Daartoe wordt een mobiel meetapparaat op de trekhaak gemonteerd, PEMS (Portable Emissions Measurement System) genaamd. Zo'n toestel is beperkt in afmetingen en gewicht en daardoor minder nauwkeurig dan de uitgebreide laboratoriumopstelling. Debet aan die onnauwkeurigheid is bovendien dat het mobiele toestel alleen voor en niet tijdens de meting kan worden gecalibreerd.
Daarom wordt er een zogenaamde conformiteitsfactor op losgelaten en die is op dit moment 2,1. Dus op de PMES-uitlezing is de huidige bovengrens van 80 mg/km NOx verruimd naar 80 x 2,1 = 168 mg/km. Die ruimte is overigens niet oneindig: de conformiteitsfactor gaat in januari 2020 omlaag naar 1,5, zodat de bovengrens in de praktijkmeting dan nog maar 120 mg/km bedraagt.
Fabrikanten mogen voor de RDE hun eigen parcours bepalen, maar wel binnen strikte normen. De totale testrit moet minimaal anderhalf tot twee uur duren. Van die tijd moet 34 procent stadsverkeer (60 km/h) zijn, 33 procent buitenweg (60-90 km/h) en 33 procent snelweg (90-145 km/h, waarvan minimaal vijf minuten boven de 100 km/h). Elk deel moet minimaal 16 km zijn en het hoogteverschil tussen begin- en eindpunt mag maximaal honderd meter bedragen. De rit moet worden uitgevoerd onder toezicht van een onafhankelijk testorgaan, zoals bij ons de RDW.
De WLTP geldt sinds september 2017 voor nieuw op de markt te verschijnen auto's, maar sinds september 2018 moet elke nieuwe auto WLTP-goedgekeurd zijn. Alleen uitloopmodellen hebben nog een jaar respijt.
De gevolgen hiervan merken we de laatste tijd volop. Veel modellen en/of uitvoeringen verdwenen noodgedwongen van de prijslijst omdat ze in de RDE-test een te hoge NOx-uitstoot bleken te hebben. Andere modellen zijn inmiddels duurder doordat ze in de nieuwe rollenbanktest hogere CO2-waarden scoren, met alle gevolgen vandien voor de bpm. Met name kleine, goedkope modellen lijden hieronder, omdat dezelfde prijsverhoging daar meer pijn doet dan bij dure auto's.
Al is de WLTP dan inmiddels ingeburgerd, voorlopig zijn we nog niet helemaal van de NEDC af. Het Europese vlootgemiddelde (de gemiddelde CO2-uitstoot van alle in Europa verkochte auto's van een merk in een jaar), dat sinds 2015 maximaal 130 g/km mag zijn, is bepaald volgens NEDC-norm en dat blijft zo tot in 2020 de bovengrans zakt naar 95 g/km. Pas dan wordt uit bestaande data van beide methodes een conversiefactor bepaald en is de NEDC definitief geschiedenis.