Achtergrond: kijkje in de verkeerscentrale

Files voorspellen

Rijkswaterstaat verkeerscentrale Rhoon
file A1Rijkswaterstaat verkeerscentrale RhoonRijkswaterstaat weginspecteurRijkswaterstaat verkeerscentrale Rhoonsnelweg A1 Muiden Diemen
Sinds het herstel van de economie heeft ingezet, zijn ook de files aan het groeien. Elk voordeel heeft zijn nadeel, maar dat betekent niet dat Rijkswaterstaat het probleem voor lief neemt. Met een nieuwe voorspelmethode moet het leed tot een minimum worden beperkt.

In Rhoon, langs de A15 aan de zuidwestkant van Rotterdam, staat een onopvallend, anoniem ogend bedrijfspand. Niets verraadt dat hier de signalen van talloze verkeerscamera's en andere sensoren op en rond de wegen van Zuid-Holland samenkomen. Rhoon is een van de vijf regionale centrales in ons land (naast Geldrop, Utrecht, Velsen en Wolfheze) van waaruit het verkeer in de gaten wordt gehouden en gereguleerd. De informatie van de vijf regionale centrales komt samen bij het Verkeerscentrum Nederland in Utrecht, vanwaar deze wordt doorgespeeld naar providers, zoals de ANWB en de VID. Maar vandaag kijken we mee in de keuken van de centrale Rhoon.

Elektronicawinkel
Een eerste impressie van de centrale ruimte doet denken aan de showroom van een grote elektronicawinkel. Talloze breedbeeldschermen staan in lange rijen opgesteld en tonen grotendeels hetzelfde beeld. Op het eerste gezicht tenminste, want waar bij de Mediamarkt de Full HD-flatscreens allemaal staan afgesteld op Finding Nemo deel zoveel, tonen de 'tv's' in Rhoon allemaal steeds net iets afwijkende verkeersituaties. Elk cluster schermen wordt nauwlettend in de gaten gehouden door een medewerker van Rijkswaterstaat, die de situaties permanent beoordeelt en waar nodig ingrijpt door bijvoorbeeld het inschakelen van een weginspecteur ter plaatse of het afkruisen of juist openstellen van rijbanen. Een ander belangrijk middel dat vanuit de verkeerscentrale wordt aangestuurd, zijn de zogenaamde DRIPs (dynamische route-informatiepanelen), de tekstborden boven de weg die advies geven over de te volgen route.
Doordat de verantwoordelijkheid over het Nederlandse wegennet is verdeeld over verschillende instanties, hebben we te maken met meerdere verkeerscentrales. Hier in de regio Zuid-Holland zijn dat er vier: die van de gemeente Rotterdam, de gemeente Den Haag, de Provincie en de regionale centrale van Rijkswaterstaat. "Maar het is natuurlijk wel de bedoeling dat die vier centrales als één geheel samenwerken," legt teamleider Bereik Nico van der Mark uit. "Daarom hebben we een regiodesk die de centrales met elkaar verbindt en op elkaar afstemt."

Files nemen toe
Het fileleed minimaliseren is een taak die in belang nog meer toeneemt, omdat de filedruk aan het stijgen is. De infrastructuur mag de afgelopen jaren dan zijn uitgebreid, de wederopbouw van de economie gaat nog sneller, als we de ontwikkeling van de filezwaarte (lengte maal duur van de files) als maatstaf mogen gebruiken. Tussen 2010 en 2014 is die zwaarte landelijk flink afgenomen, heeft Rijkswaterstaat berekend. Vanaf eind 2014 begon de filezwaarte weer te groeien. Landelijk vertoonde 2015 zelfs een groei van maar liefst 27%. Dat klinkt dramatisch, maar laten we het even relativeren: 2015 zat nog steeds op slechts 70% van 2010, het jaar voordat de daling inzette.
Hoewel Rijkswaterstaat natuurlijk altijd al zijn uiterste best doet om het fileleed tot een minimum te beperken, heeft de organisatie er sinds afgelopen jaar een nieuw wapen in de strijd bij weten te vinden. Bob Dodemont is mede verantwoordelijk voor de praktijkproef verkeersvoorspellen. "Voorspellen van het verkeer is complex, onzeker en dynamisch," vat hij de gevoelige punten van het dossier samen. "Tegelijkertijd moet zo'n voorspelling betrouwbaar genoeg zijn om te zorgen dat de gebruiker erin blijft geloven."

Prognoses
Voor de praktijkproef in de regio Rotterdam is Rijkswaterstaat in zee gegaan met Fileradar, een Nederlands bedrijf dat rekenmodellen bouwt om verkeerssituaties te analyseren en te prognosticeren. Door middel van onder meer de data van mobiele providers, die de (geanonimiseerde) bewegingsgegevens van hun gebruikers voor dit soort doeleinden verkopen, wordt permanent een beeld gevormd van de mate van doorstroming op de wegen. Natuurlijk beschikt Rijkswaterstaat al over lussen in de weg, die dit soort data ook leveren, maar die liggen 500 meter uit elkaar en alleen op de grotere wegen. De gsm-data is daarom een waardevolle aanvulling op de bestaande gegevens. Samen met actuele informatie over werkzaamheden, afsluitingen en patroonherkenning uit historische verkeersinformatie worden zo voorspellingen gemaakt. Deze prognoses worden door de medewerkers in de verkeerscentrale gebruikt om sneller in te springen op incidenten, zodat bijvoorbeeld een omleiding kan worden ingesteld nog voordat het verkeer hopeloos vaststaat.

Elke procent is meegenomen
Inmiddels is het eerste halfjaar geëvalueerd. Het resultaat biedt voldoende perspectief om het project in 2017 voort te zetten, vertelt Dodemont: "Met name op de rijkswegen zijn de voorspellingen betrouwbaar gebleken, op het onderliggende wegennet lukt dat nog wat minder. Het vergelijken van de verwachte reistijden op verschillende routes is tot nu toe de beste toepassing gebleken. En wat betreft het instellen van omleidingen bewijst het voorspellingsmodel zijn waarde vooral bij kleine en middelgrote incidenten. Onze eerste indicatie is dat de winst aan verliesvoertuiguren enkele procenten bedraagt. Dat klinkt misschien niet als heel veel, maar elke procent is meegenomen."

Twitterberichten
Voor de toekomst verwacht Rijkswaterstaat de voorspellingen aanzienlijk betrouwbaarder te kunnen maken, vooral door toevoeging van nog meer gegevensinput. "Denk daarbij aan wat we 'floating car data', FCD, noemen, de gps-gegevens van weggebruikers. We kunnen de informatie verrijken met contextinfo, gegevens die we destilleren uit onder meer Twitterberichten. En van de steeds verder gaande digitalisering van en onderlinge communicatie tussen auto's kan ook ons voorspellingsmodel vruchten plukken. Die zogenaamde Vehicle Probe Data weet straks onder meer de remkracht van auto's op de weg, of de alarmlichten aangaan, dat soort gegevens. En als op een bepaald wegvak de meeste auto's hun ruitenwissers inschakelen, weten we dat het begint te regenen en dat het verkeer dus meer ruimte nodig heeft. Al die informatie zullen wij hier in de verkeerscentrale gebruiken om sneller de juiste beslissingen te nemen, maar kan ook worden geïntegreerd in navigatiesystemen en file-apps. Het is allemaal een kwestie van datafusie: de combinatie van bronnen maakt het totaal betrouwbaarder."

Deze reportage is eerder verschenen in AutoWeek 3 2017.

Lezersreacties (5)

Reageren

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.