Achtergrond: de uitvinder van de verkeersregels
De beste stuurman stond aan wal
De beste stuurlui staan aan wal: het is onbekend wie dat gezegde heeft uitgevonden, maar wat we wel weten, is dat de uitvinder van verkeersveiligheid nooit auto heeft gereden. Betrokken bij het verkeer was William Phelps Eno (1858-1945) daarentegen al op vroege leeftijd. Bill was pas negen toen hij zich aan moeders hand verbaasde over een verkeersopstopping in New York City. Een koetsen- en paardenchaos welteverstaan, want we schrijven 1867 en Henry Ford molk nog koeien op de boerderij van zijn ouders. Niet dat er toen ook maar iemand was die notie nam van de kleine William, want het duurde nog tot na de eeuwwisseling voordat er in NYC iets van een verkeersreglement was. De bende op straat was groter dan ooit en Eno was zijn jeugdtrauma dan ook niet vergeten. Hij schreef een artikel waarin hij pleitte voor een wettelijk verkeersreglement, duidelijke communicatie daarvan en handhaving. Er kwam boter bij de vis: kort daarop schreef hij zelf een reglement en verkeersplannen, niet alleen voor New York, maar ook voor Parijs en Londen.
Dat was niets te vroeg. Op Columbus Circle, het beroemde verkeersplein op de zuidwestelijke hoek van Central Park, kon je in die dagen bij wijze van spreken met cola en chips op je klapstoeltje ongelukken zitten kijken. Het verkeer krioelde daar kriskras door en soms tegen elkaar in een totale anarchie. Eno bedacht dat voortaan iedereen in een cirkel in dezelfde richting, rechtsom, het plein over moest: 's werelds eerste rotonde was een feit. Twee jaar later werd de chaos rond de Parijse Arc de Triomphe op dezelfde wijze opgelost en ook Picadilly Circus in Londen werd naar Eno's plan ingericht.
Andere ideeën van William Phelps Eno - van hemzelf of waar hij aan heeft meegewerkt - die we tegenwoordig zo vanzelfsprekend vinden, zijn verkeerslichten, eenrichtingsverkeer, verkeersborden, rechts rijden, boetes, vluchtheuvels, voertuigregistratie en het rijbewijs. Eno werd na de Eerste Wereldoorlog door de Fransen zelfs militair onderscheiden, omdat zijn verkeerssysteem het mogelijk had gemaakt om 60.000 soldaten tijdig bij Verdun te krijgen, zodat generaal Pétain de Duitse opmars naar Parijs staande kon houden.
William Phelps Eno nam nooit plaats achter het stuur, hij wantrouwde auto's
Naast het wegverkeer dacht Eno ook na over andere vormen van transport. Hij bedacht een metronetwerk voor New York en hield zich bezig met scheepvaart en de ontwikkeling van spoorlijnen. In de jaren twintig deed hij een studie naar de toekomstige ontwikkelingen in de luchtvaart, waarvoor hij een sterke groei voorzag. Ook het huidige Eno Center for Transportation, een Amerikaanse denktank, komt uit zijn koker. Het grappige is dat William Phelps Eno zelf nimmer achter het stuur plaatsnam; hij wantrouwde auto's.
Eno was niet de enige die de doorstroming en de verkeersveiligheid verbeterde met zijn inventiviteit. Zijn landgenoot Edward Hines droeg ook heel wat steentjes bij aan wat wij tegenwoordig zo normaal vinden. In de jaren 1890 richtte hij in Michigan de Good Roads Organisation op, die zich sterk maakte voor betere wegverbindingen op het platteland, aanvankelijk voor fietsers. Door zijn inspanningen - en die van Henry Ford - werd in 1909 in Detroit de eerste hele mijl betonweg aangelegd. Volgens de overlevering was het een melkboer met een lekkende melkbus die hem op het idee bracht van de onderbroken middenlijn. Misschien dat het hem frustreerde dat zijn nieuwe vinding tijdens de ijzige winters in Michigan onder een pak sneeuw verdween, want ook de uitvinding van het sneeuwruimen staat op Hines' conto.
En wij dan? Heeft Nederland, toch hét land van orde en regelmaat, dan helemaal niets bijgedragen aan het moderne verkeer? Zeker wel: de Nederlander Maus Gatsonides vond de flitspaal uit.
Dit verhaal verscheen eerder in AutoWeek 36/2018.