Alfa Romeo Alfetta

Alfa Romeo presenteert in 1972 de Alfetta als opvolger van de 1750 (de 2000, hetzelfde model met 2.000 cc motor, blijft nog even tot de tweeliter Alfetta er is). De naam is niet zomaar gekozen: hij stamt van de Alfetta genoemde racers 158 en 159 waarmee Alfa begin jaren vijftig F1 wereldkampioen werd. Net als die GP-auto zijn versnellingsbak en koppeling met het differentieel samengebouwd in de De Dion achteras. Daardoor is een betere gewichtsverdeling (vóór 51%, achter 49%) mogelijk. Helaas laat het gevoel met en de nauwkeurigheid van de bak nogal te wensen over.

Met 4,28 m valt de Alfetta precies tussen Giulia en 2000 in. De 1.779 cc dubbelnokker levert nu 122 pk in plaats van 113 in de 1750. In tegenstelling tot deze 1750 is het meer een hoogtoerige motor, pas bij 4.400 tpm bereikt hij z'n maximale koppel. Geroemd worden de lichte besturing, net als de goede zitpositie en het rijcomfort. In 1975 wordt de Alfetta 1,6 toegevoegd, met een iets soberder uitrusting en enkele ronde koplampen in plaats van dubbele.

In 1977 wordt de Alfetta 2000, die al in de USA werd verkocht, ook in Europa leverbaar. Met dubbele carburateurs levert het blok 122 (later 130) pk. De 2000 is te herkennen aan de rechthoekige koplampen. In 1980 worden de Alfetta's opgefrist, met nieuwe, kunststof bumpers en andere lampen. Het topmodel van de Alfetta is vanaf 1982 de Quadrifoglio Oro, met injectie, elektronische ontsteking en (vanaf 1983) variabele kleptiming. In 1984 wordt de Alfetta opgevolgd door de Alfa 90.