AutoWeek Journaal: exclusief de nieuwe Alpine
We hebben ze: de schetsen van de nieuwe Renault Alpine. Bij de opening van de tentoonstelling...
Met een account kun je:
Om te kunnen inloggen op Mijn AutoWeek moet u akkoord gaan met onze privacy voorwaarden.
Jean Rédélé, ooit de jongste Renault-dealer van Frankrijk, bouwt al in 1954 zijn eerste echte sportwagen, in zeer kleine aantallen. Vanaf 1962 vestigt hij zijn naam definitief met de Alpine A110.
Hoewel de A110 grotendeels is opgebouwd met onderdelen van de R8, is dat er totaal niet aan af te zien. De fraai gelijnde carrosserie is opgetrokken uit polyester. Eronder schuilt - ongeveer zoals bij de Lotus Elan - een backbone chassis met daarmee samengebouwde motor, versnellingsbak en achterwielophanging. De A110 wordt gebouwd in het Franse Dieppe. Wanneer Rédélé de Alpine onder Renault-vlag mag verkopen, neemt de vraag met sprongen toe.
Vanaf 1963 wordt de 1.108 cc metende Gordini-motor achterin de A110 geplaatst; deze brengt 84 paarden op de been. In de loop der jaren worden ook diverse 1300, 1500 en 1600 versies leverbaar, waarvan de 1600 S met 138 pk de sterkste is. Uiteindelijk wordt de sportwagen tevens in licentie gebouwd in Brazilië, Bulgarije, Mexico en Spanje. De A110 is vanwege zijn wegligging en handling erg populair bij rallys, waaronder de Rallye Monte Carlo, die hij diverse keren weet te winnen.
De A110 verkoopt zo goed, dat hij zelfs naast zijn opvolger, de A310, wordt doorgebouwd en de productie pas in 1977 stopt. De laatste versie van de A110, de 1600 SX uit 1976, heeft een 1.647 cc met 95 pk (uit de R16 TX) en wordt 389 maal gebouwd.