Porsche GT1

Om te mogen deelnemen aan de door de FIA georganiseerde races voor GT-wagens moet Porsche één 'street legal' exemplaar van de GT1 vervaardigen. De mannen uit Zuffenhausen besluiten echter, een kleine serie te bouwen. In 1997 begint de productie.

De GT1 baseert in principe op de 911 maar is uiteraard helemaal toegespitst op de racerij. Achterin – in tegenstelling tot de 911 vóór de achteras, wat de GT1 tot een sportwagen met middenmotor maakt – ligt een watergekoelde zescilinder boxermotor met dubbele turbo's, goed voor 544 pk (raceversie: 598 pk). Een luchtkanaal op het dak zorgt voor de noodzakelijke koeling. De boxer katapulteert de GT1 in 3,7 seconden vanuit stilstand naar de 100; nog geen 7 seconden later is de 200 bereikt. Pas bij 310 km/h wint de luchtweerstand het van de GT1. Met 1,5 miljoen D-Mark is het de duurste auto ter wereld. Maar dan heb je ook een exclusieve sportwagen: er zijn niet meer dan dertig exemplaren gepland. Het eerste exemplaar heeft nog gelijkenis met de 'oude' 993 neus, latere exemplaren vertonen meer gelijkenis met de net uitgebrachte 996 (de nieuwe 911).