MG Midget

BMC, het in de vroege jaren zestig oppermachtige 'British Motor Corporation'-concern, was niet vies van badge engineering: het onder andere merknamen uitbrengen van modellen die nagenoeg gelijk waren aan elkaar. En zo moest in 1961 ook de nieuwe kleine tweezitter van MG er aan geloven. De auto was op details na gelijk aan de Austin-Healey Sprite, die toen al in zijn tweede levensfase terecht was gekomen (als Sprite Mk2).

Ook de Midget kwam van huis uit met een 948 cc viercilinder die was uitgerust met dubbele SU-carburateurs en goed was voor 47 pk aan de achterwielen. En daarmee was de kleine Midget in staat een topsnelheid van 140 te halen. Ruim een jaar na introductie werd de cilinderinhoud niettemin vergroot naar 1.098 cc en kwam het vermogen op 58 pk. Daarbij werd de voorwielophanging nu uitgerust met schijfremmen. De Midget bleef niettemin een tamelijk Spartaans tweezittertje met de kachel op de optielijst en deuren die van binnenuit geopend moesten worden omdat er geen hendel aan de buitenzijde zat.

Met de Midget Mk2 (1964) kwam daar voor het eerst verandering in. MG's kleinste kreeg daarnaast tevens draairuitjes en een verbeterde kap. Ook verdwenen de bladveren achteraan en werd de motor opnieuw onder handen genomen, waardoor het vermogen opnieuw steeg naar 62 pk.

Weer twee jaar later volgde de Mk3, die werd uitgerust met een 1275 cc versie van de bekende viercilinder, nu goed voor 65 pk terwijl ook de kap werd opnieuw verder verbeterd. Vanaf 1969 veranderde BMC de looks van de MG Midget door de dorpels zwart te lakken; een zwarte grille te monteren en de auto van huis uit af te leveren met stalen wielen in 'Rostyle-look'. Opvallend is de verandering die in 1972 werd doorgevoerd: vanaf dan zijn de wielkasten van de Midget achteraan rond terwijl de eerdere versies aan de bovenzijde waren afgeplat. De Mk3 blijft tot en met 1974 in productie, maar dan is de Midget nog altijd niet dood. Dat jaar verschijnt de laatste versie, die met 'Midget 1500' wordt aangeduid. De 1500 heeft zoals zijn naam al doet vermoeden een grotere cilinderinhoud, en die is voor het eerst niet afkomstig van de BMC A-series motor, maar van Triumph. Voor de nieuwe Midget wordt deze gekoppeld aan de vierversnellingsbak van de Morris Marina. Andere belangrijkste veranderingen zitten ‘m in eisen voor de Amerikaanse markt. Vooral de zwarte plastic bumpers die een stukje hoger waren geplaatst dan de oorspronkelijke chromen exemplaren. In 1980 is het definitief over voor de Midget en tegen die tijd zijn er in totaal 226.000 exemplaren gebouwd.