Buick Riviera

Buick bouwde al jarenlang een coupé onder de type-aanduiding Riviera, maar het model van 1971 - de derde generatie Riviera - brak op sensationele wijze met zijn voorgangers. Het was nog altijd een lel van een lengte van ruim 5½ meter en plaats voor zes personen, maar kwam nu met een bijzonder gevormde zij- en achterzijde, die door zijn in een punt toelopende vorm werd aangeduid als 'boat-tail'. Het ontwerp kwam van Jerry Hirschberg, die achteraf meldde zelf niet heel blij te zijn met het ontwerp en vond dat het design beter op een kleinere auto toegepast had kunnen worden.

De Riviera kwam met een 7,5-liter V8 die goed was voor 253 pk en een top van ruim 200 km/h, maar er was ook een Gran Sport versie leverbaar die 320 pk aan de achterwielen afleverde via een aangepaste 'Turbohydramatic' versnellingsbak en dito differentieel. Ook de wielophanging was aangepast, terwijl de Gran Sport uiterlijk herkenbaar was aan zijn banden met smalle witte vlakken en 'GS' logo's op de flanken. Luxe waren alle versies trouwens. Variabele stuurbekrachtiging was standaard, net zoals bekrachtigde schijfremmen en dubbele uitlaatpijpen. Buick's 'Full-Flo' ventilatie systeem was eveneens een noviteit. De opvallend gelijnde auto werd echter niet zo goed ontvangen als Buick gehoopt had. Hij was daarbij peperduur, met een vanafprijs van ruim 5.000 dollar - ruim twee maal zoveel als wat kleinere coupé van Buick - en daarmee vielen de verkoopcijfers flink tegen.

Toen Buick al voor modeljaar 1974 met een opvolger van de Riviera kwam, zag deze er dan ook een stuk minder excentriek uit. De Riviera van de derde generatie is vandaag de dag juist vanwege zijn bijzondere vormgeving echter gewild. Er zijn van zowel de gewone Riviera als van de Gran Sport-uitvoering ruim 33.000 stuks gebouwd tussen 1971 en 1973. Relatief weinig naar Amerikaanse begrippen, maar nog altijd zat om vandaag de dag een exemplaar te kunnen vinden.