Aston Martin DB4

In 1958 introduceert Aston Martin de DB4, met een carrosserie, ontworpen door Touring uit Milaan volgens het 'superleggera' constructieprincipe (Italiaans voor superlicht). Onder de motorkap zorgt een zes-in-lijn met 240 pk bij 5.500 tpm voor aansprekende prestaties. Directeur David Brown geeft zijn technici opdracht, een nog snellere versie te ontwikkelen. In 1959 verschijnt dan ook de DB4 GT. Het prototype van de GT won – in handen van Stirling Moss – zijn eerste race en zette meteen een nieuw ronderecord op het circuit van Silverstone. Chassis en wielbasis van de GT zijn korter dan dat van de normale DB4. Ook is de GT ruim 80 kg lichter. Zijn 3,7-liter zescilinder levert dankzij enkele aanpassingen 302 pk bij 6.000 tpm. De achterbank ontbreekt bij de GT; dat scheelt bagageruimte, want onder het kofferdeksel is slechts plaats voor een grote brandstoftank en het reservewiel.

In 1960 wordt op de London Motor Show de DB4 GT Zagato getoond, met een speciale koets van Zagato (door Ercole Spada). Zijn motor is nog eens onder handen genomen, waardoor hij nu 314 pk bij 6.000 tpm levert. De GT Zagato weegt fors minder dan de standaard DB4. Tussen 1961 en 1963 worden slechts 19 exemplaren van deze begerenswaardige Aston Martin gebouwd. In totaal werden tot 1963 97 DB4 GT's gebouwd, waarvan 78 met de Touring Superleggera koets en 19 met een carrosserie van Zagato.

Van de standaard DB4 werden tussen 1958 en 1963 1185 exemplaren gebouwd. In 1964 evolueert de DB4 tot DB5 en verwerft door zijn optreden als vervoermiddel voor 007 wereldfaam.