Aan de wieg van elektronica in de auto

VW 1600 TE elektronische D-Jetronic injectie

Met voortschrijdend technisch inzicht zijn we in de loop der jaren steeds meer in staat om complexe systemen beter te beheersen. Desalniettemin vindt veel moderne techniek z’n wortels in het verleden, zo ook de elektronica in de auto.

Zelfs de meest eenvoudige nieuwe auto rolt tegenwoordig de fabriek uit met een compleet computernetwerk aan boord. Toch is elektronica aan boord niet iets van de laatste paar jaar, maar met een enkele onderbreking al ruim een halve eeuw te koop. Onderdelenproducent Bendix ontwikkelt namelijk halverwege de jaren vijftig een elektronisch injectiesysteem met naam Electrojector. 

Handjevol met elektronische injectie verkocht

Rabler Rebel elektronische injectie 1956

De eerste autofabrikant die hier brood in ziet is AMC, die het in december 1956 als $395 kostende optie presenteert in de Rambler Rebel. Door technische problemen komt het in 1957 echter niet verder dan een handje vol preproductie exemplaren van wat de eerst serie-auto zou moeten zijn met elektronisch brein. Later dat jaar biedt Chrysler de Electrojector als optie aan op de 300D, de DeSoto Adventurer, de Dodge D-500 en de Plymouth Fury van modeljaar ’58, allen met de klassieke HEMI-motor, een V8 die dan overigens al in z’n nadagen is. De Electrojector zorgt voor een vermogenstoename van 340 naar 380 pk. Maar ook hier brengt het systeem niet het gewenste succes. Uiteindelijk zullen slechts 35 auto’s met een Electrojector uitgerust worden, die wegens problemen naderhand weer voorzien worden van een vertrouwde carburateur. In modeljaar ’59 is de optie dan ook alweer uit de prijslijst verdwenen, net als de HEMI-motor zelf trouwens. Die wordt vervangen door een nieuwe, grotere motor die helemaal geen injectie nodig heeft om meer te presteren. No substitute for cubic inches.

Van onze partner
Ook voor ruitenwisservloeistof, olie en veel meer!
Veel auto-onderdelen vind je bij winparts.nl!

Duitsland neemt de leiding bij ontwikkeling electronica

Halverwege de jaren zestig worden in de VS (en dan met name Californië) strenge  uitlaatgasemissie-eisen voorgesteld. Met de tot toe dan bekende mechanisch werkende carburateurs en injectiesystemen is het vrijwel ondoenlijk om die eisen het hoofd te bieden. Om aan de nieuwe uitstootnormen te kunnen voldoen, zit er voor veel autofabrikanten weinig anders op dan de brandstoftoevoer elektronisch te regelen. Reden voor onderdelenleverancier Bosch om van Bendix de licentierechten van de Electrojector te kopen en de afdeling 'Einspritzung' te versterken met 30 ingenieurs om de fouten uit het systeem te halen.

Elektronica voor inspuiting bij luchtgekoelde boxermotor

Volkswagen verkoopt in die dagen zo’n beetje de helft van z’n totale productie in de VS en is dus in grote mate afhankelijk van de daar op handen zijnde regels. Zodoende krijgt Bosch in 1965 van Volkswagen de opdracht het inmiddels Jetronic gedoopte systeem verder te verfijnen en klaar te maken voor productie. Spil in het systeem is een druksensor (van daar dat de Jetronic later met de D van Drück als D-Jetronic door het leven zal gaan) in het inlaatkanaal. Op basis van het signaal van deze sensor stuurt het elektronisch brein de injectoren aan die hiermee de juiste hoeveelheid benzine doseren. De Jetronic debuteert in 1967 in de Volkswagen 1600 TE met z’n uit de jaren dertig stammende luchtgekoelde boxermotor (high tech meets low tech) en wordt ook gebruikt op de VW 411 E/412 E en de VW-Porsche 914/4. Vanaf 1969 past ook Mercedes-Benz het toe en BMW vanaf 1971. En daar blijft het niet bij, we zien de D-Jetronic ook bij Volvo, Citroën en Lancia, ja zelfs bij Jaguar (maar dan wel een licentiesysteem van Lucas, u weet wel The Prince of Darkness …). Wat hier nog een relatief eenvoudige stukje elektronica is zal uitgroeien tot een compleet automobiel computernetwerk dat inmiddels voor de helft de kostprijs van een auto bepaalt.