Volvo 164 – De S-klasse van Zweden, vooral door zijn zescilinder

Langere neus, zescilinder erin

Volvo 164

Volvo zocht het in de jaren 60 een stapje hogerop en dus kon een model met zescilindermotor niet uitblijven. Mercedes deed dat ook met de zogeheten Sonderklasse. Zoals de 220 S Ponton, met zijn iets langere neus om ruimte te creëren voor de extra twee cilinders. Voor de Zweden was het al tien jaar geleden dat er een auto met een zespitter werd gebouwd en de toen net nieuwe 144 vormde een goede basis voor een luxer model. Dat werd de 164.

De zes in lijn werd in eigen huis ontwikkeld op basis van de B20-viercilinder uit de 140-serie. Met een cilinderinhoud van 3,0 liter en een vermogen van 130 pk kon de 164 zich op dat vlak meten met de concurrentie. In 1968 startte de productie. We pakken de autocatalogus van 1970 er eens bij. Met een vanafprijs van 18.990 gulden was de 164 5.700 gulden duurder dan een 144. Om dat verschil in perspectief te plaatsen: voor dat geld kocht je in die tijd een Volkswagen Kever of een Ford Escort. En voor achttien mille bood Mercedes de 230 met zescilindermotor aan. Bij BMW was dat genoegen nog eens tweeduizend gulden duurder, maar dan stapte je wel achter het stuur van een 2500. Eveneens uit Duitsland kwam de Opel Kapitän 2800 S, die voor nog geen zestienduizend gulden veel waar voor zijn geld bood. Het privilege van een zescilinder voor de prijs van een Volvo 144 genoot je bijvoorbeeld bij Vauxhall met de Cresta of bij Triumph met de 2000. Kortom, de 164 was zeker geen koopje en dat maakte het extra moeilijk voor een merk als Volvo om toe te treden tot de eredivisie.

a href=

Tien centimeter langer front

Om de 164 een voorname uitstraling te geven, kreeg hij een totaal ander front dan de 144. Met de grote, staande grille roept hij associaties op met de Wolseley 16/60, de Riley 4/72 en de Rover P5. En misschien heeft ontwerper Jan Wilsgaard ook wel met een schuin oog naar Rolls-Royce gekeken. Verder zien we vooral veel chroom aan de buitenkant, tot en met de sierringen in de wielen aan toe. In eerste instantie zaten er roosters in de ronde uitsparingen naast de koplampen, maar vanaf 1970 waren dat mistlampen. Vanaf dat jaar was de standaarduitrusting een stuk beter, met leren bekleding, hoofdsteunen op de voorstoelen en getint glas. In 1971 werd daar stuurbekrachtiging aan toegevoegd. Aan de achterkant valt vooral op dat de typeaanduiding heel groot is, terwijl de 144 die juist helemaal niet heeft. Misschien om toch snel te kunnen zien dat het niet om een alledaagse Volvo gaat? Zoals gezegd, de neus werd verlengd en wel met tien centimeter, wat de wielbasis naar 2,70 meter bracht. Om het vermogen over te brengen naar de achterwielen kocht Volvo een versnellingsbak bij ZF. Die kon je uitbreiden met een overdrive en wilde je niet schakelen, dan was er de drietraps automaat van Borg Warner. Zoals veel auto’s uit die tijd had ook de 164 een starre achteras, maar wel rondom schijfremmen. De B30-zescilinder werd gevoed door een dubbele carburateur. Vanaf 1972 was er elektronische injectie leverbaar en daarmee steeg het vermogen naar 160 pk.

Volvo 164

Stuur als een scheepsroer

Als bestuurder zit je enigszins verheven en verplicht een beetje rechtop, zodat je actief bij het rijden betrokken bent. De stoel heeft een prettig lange zitting en zelfs een verstelbare lendensteun. Het stuurwiel heeft de diameter van een scheepsroer en staat in verbinding met een stuurinrichting van ZF. Bekrachtigd dus, dat is fijn. Om het geheel een iets luxere uitstraling te geven, plakte Volvo folie met een houtprintje op het dashboard. Leuk detail is het gedeelte met plastic sleufjes aan de rechterkant, waar de speaker van de radio achter kan. De uitsparing voor de radio is al uitgestanst, het apparaat zelf ontbreekt. Het instrumentenpaneel zou tegenwoordig worden omschreven als een scherm met een beelddiagonaal in inches, dus in dat opzicht is het best modern. Het bevat een lintsnelheidsmeter met daarop een verschuifbare, feloranje indicator die je bij elke gewenste snelheid kunt positioneren. Met drie grote draaiwielen regel je de verwarming en ventilatie. Ze zijn ‘s avonds prachtig verlicht. Het echte onderscheid zit natuurlijk onder de motorkap en dat openbaart zich tijdens het rijden. Waar in de 144 een brommerige viercilinder klinkt, spint hier een soepele zes-in-lijn. Dat vertaalt zich ook in betere prestaties, ook al zijn die nog steeds vrij bescheiden. De besturing gaat licht, maar biedt nauwelijks gevoel en in bochten helt de koets behoorlijk over. Op snelheid maakte de motor aardig wat toeren, maar hinderen doet dat niet. Wat rest is het onverzettelijke karakter van een oude Volvo. Dat is en blijft leuk.

Dit exemplaar, met een tellerstand van 139.944 kilometer, stond ten tijde van de proefrit te koop voor €17.950.

Volvo 164

Volvo 164

Technische gegevens

Motor 6-cil. in lijn, benzine

Cilinderinhoud 2.978 cc

Max. vermogen 96 kW/130 pk bij 5.000 tpm

Max. koppel 206 Nm bij 3.000 tpm

Topsnelheid 170 km/h

0-100 km/h 14,0 s

Verbruik gem. 13,0 l/100 km

Volvo 164

Lezersreacties (16)

Reageren

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.