Test: Rover Mini Sprite (1994)
Het originele Doosje uit Engeland
Alsof het de gewoonste zaak van de wereld is, weet de Mini na bijna 35 jaar nog steeds niet van ophouden. Terwijl de oude concurrenten al lang van het toneel zijn verdwenen, is de kleine nog springlevend.
Vraag niet waarom, maar in zijn glorietijd, halverwege de jaren '60, stond de Mini bij de liefhebbers te boek als 'een Doosje'. Rondom de Mini heerste in die dagen een hele cultus, die diep ingreep in het dagelijks leven van de volgelingen. Kekke Minilite-velgjes, brede Dunlop SP-sloffen en de talrijke interieur-accessoires op naam van rally-crack Paddy Hopkirk. Van de befaamde gaspedaalverbreder voor het professionele 'heel-and-toe' (gelijk remmen en tussengas geven) tot een simpele beugel waarmee de stuurkolom omlaag kon worden gebracht, waren het gesprek van de dag.
En dan had je nog de spoorverbreders, Henk van Zalinge-uitlaten, dubbele Weber-carburateurs, 'racy' Sebring-spiegels en ook minder nuttige accessoires als houten pookknoppen en inbouwdashboards met veel metertjes. De cultus werd ook gevoed door de talrijke rally- en race-successen van dat wonderlijke, wendbare Doosje met zijn makkelijke stuurkarakter en zijn fenomenale wegligging.
Zoals de liefhebbers wel weten, is de Mini een creatie van de geniale Brit Alec Issigonis, die als eerste de voordelen zag van een dwarsgeplaatst gemotoriseerde voorwielaandrijver. Zijn idee kreeg zó veel navolging dat de Mini als de stamvader kan worden beschouwd van alle hedendaagse kleine auto's, terwijl de meeste grotere modellen eveneens de Issigonis-formule volgen. De Mini had overigens nog wel meer te bieden dan alleen het 'alles voorin'-idee, want ook de op de hoeken van de carrosserie geplaatste wielen, de onderin de motor gebouwde versnellingsbak, de simpele vering en het verbazend ruime interieur waren uniek. Dankzij die opzet heeft de Mini vrijwel ongeschonden de tand des tijds getrotseerd. Het Doosje dat voor deze test klaarstond, bracht dan ook weinig nieuws.
Tegengesteld
Achter het stuur van de Mini-anno-nu leef je in het verleden. Want het Doosje mag in 30 jaar tijd nauwelijks zijn veranderd, de andere auto's zijn dat wèl. Een moderne dwergauto is stil, comfortabel, volledig uitgerust en makkelijk te bedienen, terwijl de Mini van dat alles het tegengestelde is.
Het Doosje laat je voelen hoe verwend we tegenwoordig zijn. Het comfort is gewoon Spartaans, het achter het stuurwiel schuilgaande dashboardje bevat welgeteld drie meters, de kachelbediening is primitief, de luidruchtige vierbak schakelt stug en de huidige 1300-motor is nog rumoeriger dan het brave 850-je van weleer.
De test zou dus op een teleurstelling moeten uitdraaien, maar gek genoeg is dat maar een deel van de waarheid. Want ondanks zijn tekortkomingen bezit het Doosje nog steeds dat driftige karakter, dat goudeerlijke bochtgedrag en die speelse besturing, waardoor je het gevoel krijgt een hele coureur te zijn.
Een Mini vraagt erom vierkant de hoek om te worden gezet en bij het accelereren laat hij zijn kleppen ritselen, zijn uitlaat ronken en zijn tandwielen zingen. Zó beleef je het originele Doosje: dráái maar aan het stuur, gééf maar gas en wees niet bang dat het mis gaat. Want een Mini is altijd op de hand van zijn meester: hij gaat niet op één oor hangen, heeft geen verraderlijke reacties en laat zich eenvoudig met het gaspedaal sturen.
Een Mini in 1993 is te vergelijken met de oer-conservatieve, exclusieve Britse Morgan-sportwagen: verstoken van elke luxe, zonder concessies aan de moderne tijd, plankhard geveerd, griezelig direct sturend en daardoor zeer begeerlijk voor wie het èchte Grotejongens-Sportwagengevoel wil beleven.
Natuurlijk zijn er vandaag-de-dag veel betere, snellere en vooral comfortabeler auto's te koop, maar die bieden niet de onversneden rij-sensatie van zo'n moderne klassieker.
Want dàt is de charme van de levende Mini-legende: hij brengt je terug in de tijd dat autorijden elke dag avontuur beloofde en waarvoor je ook iets van jezelf moest teruggeven. Dat bieden en vragen moderne auto's nog maar zelden en daarom hebben we tòch plezier beleefd aan dat lawaaiige, karig uitgeruste autootje met zijn ouderwetse vierbak, zijn antieke kacheltje, zijn komisch-wijdbeense rijpositie en een achter-instap die veel jeugdige lenigheid vereist.
Zijn enige concessies aan het heden zijn een rembekrachtiger, een paar ventilatieroosters, verstelbare rugleuningen, hoofsteunen en een wat sterkere motor, maar dat mag je nauwelijks echte vernieuwingen noemen. Gelukkig maar, want dan was het niet meer het Doosje dat je best nog eens een keer mee uit rijden zou willen nemen. Nee, niet om er in één ruk mee naar Spanje te rossen - je moet er niet aan dènken. Maar wèl om er weer eens ouderwets een pleintje mee rond te zeilen, over stille binnenweggetjes te slalommen en daarbij te bedenken dat die kleine durfal het toch maar mooi meer dan 30 jaar heeft uitgehouden.
- +Speels rijgedrag
- +Zeer directe besturing
- +Betaalbare nostalgie
- -Minimaal comfort
- -Kleine bagageruimte
- -Lawaaiige motor
Signalement
Merk | Rover |
---|---|
Model | Mini Sprite |
Carrosserie | 2-deurs, hatchback |
Transmissie | 4 versnellingen, handgeschakeld |
Aandrijving | voorwielaandrijving |
Nieuwprijs | € 9.298 |
Specificaties
Brandstof | benzine |
Motor | 4-cil. in lijn |
Cilinderinhoud | 1.275 cc |
Maximaal vermogen | 39 kW / 53 pk bij 5.000 tpm |
Maximaal koppel | 92 Nm bij 2.600 tpm |
Inhoud brandstoftank | 34 l |
Lengte / breedte / hoogte | 3.050 mm / 1.440 mm / 1.351 mm |
Wielbasis | 2.035 mm |
Massa leeg | 620 kg |
Laadvermogen | 430 kg |
Aanhangermassa geremd / ongeremd | 410 kg / 200 kg |
Banden | 145/70SR12Prijzen |
Topsnelheid | 143 km/h |
Acceleratie 0-100 km/h | 14,4 s (fabrieksopgave: 13,8 s) |
Acceleratie 80-120 km/h in 4/5 | 14,4 s |
Brandstofverbruik | 7,8 l/100km |
Lees ook
Deze Mini heeft een vleugje blauw bloed - In Het Wild
Op de rollenbank - Rover Mini 1.3
Test: Lexus GX 550 - 'Lexus Land Cruiser' is mild G-klasse alternatief waar we niks aan missen
Is een Mitsubishi L300 als klassieke camper een goed alternatief voor een Transporter?
Test: Peugeot e-5008 325 Dual Motor – Rijdt zeker beter dankzij twee elektromotoren, maar is duur
Lezersreacties (3) (gesloten)
De discussie is gesloten.
Reageren is niet meer mogelijk.