Rij-impressie Volkswagen Eos
Een bestaan naast come back kid
76 reacties
Video
Helaas kunnen wij deze video niet weergeven, omdat je niet akkoord bent gegaan met de
cookie voorwaarden.
Onze video speler heeft rechten nodig voor de "Social Media".
Wijzig je cookie instellingen
Zonder er enige ruchtbaarheid aan te geven, heeft Volkswagen de Eos een facelift gegeven. Met z'n nieuwe uiterlijk past hij weer prima in de line-up van het Duitse merk. De opfrisbeurt maakt duidelijk dat Volkswagen in ieder geval in de nabije toekomst ruimte voor de Eos ziet náást de nieuwe Golf Cabrio die deze zomer z'n introductie beleeft.
Opgefrist en wel gaat de Eos z'n volgende levensfase in. Met z'n nieuwe grille en koplampen lijkt hij nu sterk op de Golf. Uiteraard is ook de achterzijde aangepakt. We treffen daar vernieuwde achterlichten aan, en een bumper met diffusor-look. De dakconstructie is onveranderd. Met een forse hendel tussen de voorstoelen bedien je het stalen vouwdak. Je kunt ook alleen het dakdeel boven je hoofd, het zonnedak, openen. De Eos verandert dan in een targa-achtige auto. Bij een volledig neergeklapt dak blijft er van de kofferruimte natuurlijk niet zo heel veel over, want die opgestapelde plaatstalen delen verlangen nogal wat ruimte. Toch is de achterplecht relatief slank vormgegeven.
Er is een duidelijk verschil tussen rijden met de kap open en met de kap dicht in de Eos. Als het stalen dak je beschermt tegen weer en wind ervaar je amper dat je in een cabriolet zit. Niet alleen omdat tocht en geluid voor een belangrijk deel worden buiten gehouden, maar ook doordat de auto behoorlijk solide aanvoelt. Zodra je echter de dakdelen in het achteronder laat zakken, wordt het helaas een ander verhaal. Het stuurwiel gaat dan als het ware een eigen leven leiden en siddert enigszins wanneer zich oneffenheden in het asfalt aandienen. Je voelt de auto ook lichtjes torderen op niet geheel vlakke ondergrond. Dat je dit niet als ergerlijk ervaart, en dat de Eos niet overkomt als een slappe auto, komt doordat-ie ook dan kraakvrij blijft.
Geen kattendrek
De Eos is een vrij zware jongen, maar de tweeliter TSI-motor verdoezelt vrijwel volledig dat je met aardig wat gewicht onderweg bent. 210 pk perst de viercilinder eruit, en dat is geen kattendrek. Daarmee is de open Volkswagen echt een rappe auto. In 7,8 seconden dendert hij vanuit stilstand naar de 100 km/h en haalt hij een top van 236 km/h. Althans, als-ie met een DSG-versnellingsbak is uitgerust. Deze automaat met dubbele koppeling schakelt zoals inmiddels bekend vliegensvlug op. Een erg leuke attractie, want de schakelmomenten van de bak klinken ook nog eens heerlijk.
Wat de auto nog altijd mist, is scherpte. Het snufje sportiviteit zit hem vooral in de prestaties van het aggregaat onder de motorkap. De afstemming van het onderstel neigt naar het comfortabele. Daar is niks mis mee zolang je rustig cruisend rijdt, maar als je er de sokken in zet, valt de Eos een beetje door de mand. In snel genomen bochten neigt de auto naar onderstuur en wil-ie net te veel 'overstag' om voor sportief door te gaan. De besturing werkt direct genoeg, maar geeft niet door wat er onder de voorwielen gebeurt.
De zitpositie achter het stuur is nog altijd prima voor elkaar. Stoel en stuurwiel zijn zodanig te verstellen dat iedereen een goede stuurpositie kan vinden. Je kijkt uit op een grotendeels bekend dashboard, dat is afgeleid van dat van de Golf. Je zit goed uit de wind, zodat je het open rijden lang kunt volhouden. Ook achterin gaat dat nog. Een spoilertje boven op de voorruit
geleidt een groot gedeelte van de rijwind over de passagiers. Echt comfortabel wordt het pas als je ook het windscherm achter de voorstoelen opzet, boven de achterbank. Maar dan is de Eos wel ineens een tweezitter.
Dit artikel is gratis te downloaden in PDF-formaat. Hiervoor maak je eenmalig een AutoWeek account aan, waarna je onbeperkt uit het AutoWeek archief kunt downloaden.
Lezersreacties (76) (gesloten)
De discussie is gesloten.
Reageren is niet meer mogelijk.