Test: Mitsubishi Lancer Sport Sedan (2007)
Klaas Vaak kan inpakken
De naam Lancer is misleidend. Want de compacte middenklasser van Mitsubishi is stukken spannender geworden en is werkelijk niet meer dat saaie geval dat het decennia is geweest. Met een puik weggedrag en een scherpe prijs wil Mitsubishi weer helemaal meedoen in tussen de Jetta's en Focussen. De eerste meters met de nieuwe Mits vielen bepaald niet tegen.
Er is niets mis met eerlijkheid; zo zijn de meesten van ons toch wel opgevoed. Maar soms is eerlijkheid wel aandoenlijk. Tijdens de persintroductie van de Mitsubishi Lancer Sports Sedan werd in een diapresentatie de voorgeschiedenis van de auto uit de doeken gedaan. Hierbij werden zonder schaamte de twee grote voorbeelden van de auto in beeld gebracht: de Volvo S40 en de Alfa 156. En inderdaad, de gelijkenis met deze auto's is meer dan treffend, want het ontwerp van de Lancer laat zich het best omschrijven als een Alfa 156 met de neus van een Volvo S40. Een geslaagde combi, dat wel.
De Lancer oogt sportief en modieus en wanneer konden we dat zeggen van een middenklasser van Mitsubishi? De kans is groot dat u zich de laatste Lancer domweg niet kunt herinneren zonder even te moeten googelen. De Carisma kent u misschien nog wel, prima auto, maar zo oninteressant... Ook binnenin is het gelukt om een aantrekkelijker auto te maken, al kreeg het interieur jammer genoeg niet zoveel aandacht als de buitenkant en werden simpele trucs toegepast om een en ander te 'ontsaaien'. En dus verdwenen toerenteller en snelheidsmeter in aparte kokertjes en werden vrijwel alle drukknoppen weggelaten en vervangen door drie draaiknoppen van de ventilatie. Lekker opgeruimd, dus. De materiaalkeus haalt net de toets der kritiek, want de kunststof heeft een prettige structuur, maar is nog steeds aan de harde kant. Wij Europeanen houden toch wel van écht zacht spul en op dit punt moet Mitsubishi toch auto's als de Jetta, S40 en Mégane voor zich laten.
Knie tegen middenconsole
Het ruimteaanbod in de auto is dik in orde. Om in de kofferbak te beginnen; dat is een mooi vierkante bak van 400 liter en daar zou menigeen genoeg aan moeten hebben. Op de achterbank heb je voldoende ruimte voor benen en voeten, maar met de hoofdruimte houdt het niet over. Want net boven de hoofdsteunen knikt het dak wat naar beneden. Tot een lengte van 1,80 meter zit je met je hoofd vrij. Voorin is er ook ruimte genoeg, maar hier maakte Mitsubishi één misser; het stuur is niet in diepte verstelbaar en daardoor moet je als bestuurder verder naar voren zitten dan je zou willen. En dus zit je relatief wijdbeens – en dus met je knie tegen de middenconsole. Hoe lang duurt het voordat dat écht irritant wordt?
In den beginne zijn er die motoren beschikbaar. Het programma begint met een 1,5-liter uit de Colt. Een instapper om je niet voor te schamen. Met 109 pk zul je geen indruk maken op je medeweggebruikers, maar je kunt gewoon goed meekomen. Wij reden hem in combinatie met de viertrapsautomaat, maar dat moest je misschien maar niet doen. De automaat zoekt continu naar de juiste versnelling en af en toe gilt de vierpitter onder de kap het uit als je net even wat harder wilt. Voorlopige topper op benzinegebied is de 1,8-liter met 143 pk. Een motor uit de World Engine-familie, waar Chrysler, Hyundai en Mitsubishi allemaal hun bijdragen aan leveren. Afgezien van wat gebrek aan trekkracht bij lagere toerentallen, houdt deze motor de Lancer goed in beweging. De motor laat zich – helaas – wel duidelijk horen, maar het dappere geluid van de viercilinder is niet heel storend. Een zesbak zou overigens een groot deel van het probleem oplossen, omdat de motor nu met de vijfbak in het hoogste verzet bij 120 km/h op de klok zo'n 3.500 tpm draait.
Op papier is de enige diesel meteen de snelste Lancer. De tweeliter is een bekende, want het is de 140 pk sterke pompverstuivermotor van Volkswagen. Een motor die z'n weg al wist te vinden in talloze auto's van even zoveel merken. Ook hier speelt de geluidsisolatie de auto parten, want de motor is goed hoorbaar. Over twee jaar zal de Lancer trouwens worden voorzien een eigen 1,8-literdiesel, waar we al een voorproefje van hebben gezien op de laatste autobeurs in Frankfurt. Een CVT is beschikbaar voor de 1.8 benzine.
Spectaculairder wordt het in juni van volgend jaar, wanneer de Evo X met 295 pk komt, en de Ralliart met 240 pk. Die laatste is een soort halve Evo.
Niet van de wijs
Het rijplezier begint al voordat je een meter hebt gereden. De stoelen zitten goed en geven veel steun en het stuur is dik en ligt lekker in de hand. Dat wekt vertrouwen! We maken kennis met de auto op Sardinië, waar het zoeken naar een stukje rechte weg net zo onmogelijk is als een lekker heuvelachtig slingerweggetje te vinden in de provincie Flevoland. We hebben veel gestuurd met de auto en daarbij heeft-ie een goede indruk weten te maken. Je hebt veel gevoel in het stuur en je voelt heel goed waar de auto naartoe wil. Hij is lekker koersvast en laat zich niet van de wijs brengen. De diesel, die 70 kg zwaarder is dan de 1.8, is iets eerder geneigd over de voorwielen weg te glijden. Het veergedrag is een mooie balans tussen sportief en comfortabel. Hij is dus niet uitgesproken hard of zacht en net als bijvoorbeeld een Ford Focus is de Lancer daardoor een echte allemansvriend.
Overigens lukte het tóch een stukje Sardijnse weg te vinden dat min of meer recht was en dat een beetje leek op een snelweg. Daar viel op dat de besturing rond de middenstand wat puddingachtig aanvoelt en dat de wind langs de rechterkant wat veel herrie maakt, bij snelheden vanaf zo'n 100 km/h.
Al met al is het duidelijk dat Mitsubishi zich het zand uit de ogen heeft gewreven en met een middenklasser is gekomen die zich onderscheidt met z'n prijs (zie kader) en het weggedrag. Klaas Vaak is vertrokken uit Japan!