Leven met de RAM Rebel - Reportage
The Intimidator
Intimiderend. Een beter woord om de RAM Rebel te omschrijven bestaat er niet. Vergeet grijze kentekens, vergeet bpm en bijtelling en stort je in het dagelijks leven met een auto die alle logica achter zich lijkt de laten en juist daardoor klopt.
Over intimiderend gesproken: wie de enorm grote RAM Rebel voor het eerst ziet, legt haast automatisch een beschermende hand op z’n portemonnee. De aanschafprijs van de supersized-pickup is zelfs inclusief btw nog te overzien, hij is niet duurder dan een BMW 5-serie met flinke motorisering. Het grote leeglopen begint pas ná aanschaf. De particulier die hunkerend naar financiële veiligheid kiest voor lpg wordt door de fiscus om de oren gemept met een mrbtarief van ruim € 700 per kwar taal. Zelfs op benzine komt de staat nog altijd bijna € 150 per maand bij je halen, en wat je ook verbrandt, veel verder dan vijf kilometer op een liter komt de RAM Rebel niet. Kies je als particulier voor deze auto, dan ben je de logica voorbij. Bekeken vanuit z’n belangrijkste doelgroep, de zzp-er in de bouw, snijdt de nieuwe RAM Rebel duidelijk meer hout, niet voor niets is de RAM heer en meester in de verkoopstatistieken voor pick-ups. Want met het belastingtarief voor een grijs kenteken – vijf tientjes per maand – en lpg worden de vaste lasten ineens een stuk reëler, en als je dan ook nog de btw kunt wegstrepen, koop je ineens wel héél veel auto voor je zuurverdiende euro’s. Alleen, bij deze auto zou het niet om euro’s moeten gaan.
Dingen doen, daar leeft de RAM voor. Wie zich door deze reus laat meevoeren in het leven in ons kikkerlandje wordt ondergedompeld in de extremen die autorijden mooi maken. Die plaatsen elke euro die je eraan uitgeeft in een perspectief dat je niet terugvindt op de prijslijst van de dealer of in de calculator op de website van de belastingdienst. Daarom starten we de RAM en gaan we aan de slag.
BOODSCHAPPENWAGEN
Veel beroerdere plekken dan de rij bij de kassa in de supermarkt zijn op maandagochtend niet denkbaar, maar wat moet, dat moet. Brood, melk, groenten, fruit, paar stukjes vlees, een visje en alles wat een gezin nog meer nodig heeft om de week door te komen. Hup, afrekenen en naar buiten, waar de RAM Rebel staat te wachten. Hoe groot je gezin ook is, de gezinsboodschappen verzuipen volledig in de enorme laadbak. Da’s het voordeel van de RAM als boodschappenauto. Het nadeel: hoe je hem ook parkeert, hij past in geen enkel vak en heeft altijd een meter extra nodig. Weliswaar heb je rondom parkeersensoren, maar die aan de voorzijde reageren laat, terwijl er makkelijk paaltjes, muurtjes en zelfs kinderen achter de hoge neus kunnen verdwijnen.
Een RAM parkeren, betekent soms peentjes zweten en krappe parkeergarages kun je beter gewoon mijden. Want hoewel de luchtvering ook een standje ‘laag’ kent waardoor het dak niet langs het plafond schraapt, is de draaicirkel wat hij is: groot. Als boodschappenwagentje is de RAM een twijfelgeval.
SCHOOLRUN
De RAM wordt vaak besteld als crew cab. Die dubbele cabine maakt dat de werkpick-up ook kan worden ingezet als gezinswagen. En hoe. De zee van ruimte die zich achter de ver openzwaaiende achterportieren bevindt, is haast absurd. Ruim een meter, volgens de folder. Als de bestuurder twee meter lang is, zit iemand die nog langer is nog steeds comfortabel achter in de RAM. Kinderen hebben er, los van de gordelplicht, een complete speelkamer, waarin eigen climate control en alle denkbare aansluitingen voor telefoons en tablets voor zich spreken.
Parkeer de RAM Rebel voor een school en binnen no-time staat er een volledige klas van twintig kinderen in de laadbak, waar ze alle ruimte hebben en het uitzicht schitterend is. Al de kids en hun meester zijn het erover eens dat de RAM een dikke 10 verdient, al zouden ze het liefste een stukje willen rijden. Jammer dat dat niet mag met een schoolklas in de laadbak, want qua laadvermogen zijn die paar koters een lachertje voor de beresterke pick-up.
TREKPAARD
En als we het dan toch over lachertjes hebben: pas wanneer je iets aan de trekhaak van de RAM hangt, wordt het echt leuk. De Rebel mag maximaal 3.500 kilo trekken, maar dat getal heeft alles met bureaucratie en niks met de realiteit te maken. Het zit namelijk zo: als het maximale trekgewicht die 3.500 kilo zou overschrijden, wordt de RAM gezien als een vrachtwagen en moet je dus ook een groot rijbewijs hebben om hem te besturen. In werkelijkheid begint de RAM pas te zweten als het gewicht aan de trekhaak boven de 5.000 kilo komt, en zelfs dan is er nog een paar honderd kilo speelruimte.
Om de proef op de som te nemen, koppelen we achter de RAM een trailer met daarop een prachtige – en loodzware – Pontiac Bonneville uit 1960. Trailer en auto samen wegen drie ton, en van onder zijn sport perfomance hood horen we de Hemi V8 bijna minachtend bulderlachen. De schakelknop staat in D, de voet gaat van de rem en de RAM rijdt weg alsof die trailer helemaal niet bestaat. Ook de enorme spiegels van de RAM bewijzen in deze situatie hun nut, want hoe lang je trailer ook is, in de spiegels kun je hem zelfs in de scherpste bocht nog volgen en dat is prettig. Minder prettig wordt het wanneer je tijdens het achteruitrijden het portier opent voor extra zicht. Dan gooit de RAM resoluut de parkeerrem erop, en eist hij dat je het portier sluit. Als we dat doen en vervolgens op nat wegdek het gaspedaal diep intrappen, voelen we de traction control nog worstelen met het vermogen, dat blijkbaar dus niet nodig is om die enorme combinatie van z’n plek te krijgen. Noem het indrukwekkend of intimiderend, maar de RAM is een geboren trekpaard.
En dan staat hij ineens in de diepste modderplas die we in druilerig Nederland konden vinden. De smurrie reikt tot ruim voorbij de wielnaven, maar ook daardoor laat de in Michigan gebouwde pick-up zich niet intimideren. De lage gearing is niet eens nodig, met de vierwielaandrijving ingeschakeld smijt de RAM de modder opzij en vervolgt zijn weg. Als Rebel is de RAM nog beter voor het terrein geschikt dan z’n soortgenoten. Zo heeft hij onder meer terreinbanden op 18-inch aluminium wielen en extra bescherming op de bodemplaat. De zwarte accenten – met name die op de bonkige Rebel-neus – geven hem iets van een werkpaard, zodat je het terrein niet mijdt. Sterker, het nodigt eerder uit tot een extra rondje. De Rebel bokt, stuitert en vliegt desnoods, maar komt nooit in de problemen. Een paar keer glijdt de enorme truck overdwars weg, maar dan volstaan opposite lock en een dot gas om de wielen weer in het gareel te trekken. Het grootste probleem zijn nog de ruitenwissers, die de ruit maar ternauwernood kunnen schoonhouden. De koude modder op de hete uitlaat doet de RAM aan alle kanten roken.
Gehuld in zijn eigen stoomwolk, met zijn witte koetswerk besmeurd met Hollandse klei is de RAM op zijn mooist. Hoe extremer je hem gebruikt, hoe gelukkiger hij lijkt te zijn.
CRUISEN MET EEN NASCAR
Een uurtje hogedrukspuiten later is de Rebel kilo’s aangekoekte drek lichter. Hoogste tijd voor een paar honderd snelwegkilometers. Daar toont de RAM Rebel een gespleten persoonlijkheid. Of je dit soort auto’s nou haat of er verzot op bent: op de snelweg kun je bijna niet anders dan de RAM in je hart sluiten. Wanneer je de cruisecontrol op 120 zet, is de V8 in het vooronder fluisterstil. Je moet je arm er soms flink voor strekken, maar op het grote en razendsnel reagerende multimediascherm stem je klimaat, rijhulpen en routebegeleiding optimaal af. De audioinstallatie komt van Harman Kardon en laat elk nummer haast perfect klinken, al klinkt country-and-westernmuziek in zo’n auto natuurlijk het beste. Ondertussen bevind je je in een soort rijdend flatgebouw, van waaruit je soeverein neerkijkt op je medeweggebruikers, die trouwens bijna zonder uitzondering aan de kant gaan wanneer de imponerende RAM-neus opduikt in hun binnenspiegel. Je hebt altijd overzicht en het uitzicht op de omgeving is mooier dan in welke auto dan ook.
In een RAM hoef je niet hard te gaan om imponerend te zijn, maar dat wil niet zeggen dat het niet kan. Oké, de Rebel is begrensd op 173 kilometer per uur, maar in z’n topsnelheid zit de grootste lol ook niet. Daarvoor hoef je slechts het gaspedaal naar de bodem te trappen. Op het display voor je neus zie je dan hoe de kickdown de automaatbak drie verzetten terugschopt, terwijl de V8 vanuit het vooronder een keiharde brul slaakt, die een streling voor je oren is en kippenvel veroorzaakt. Dat zijn de momenten dat de RAM Rebel qua rijgenot geen haar onderdoet voor een Lamborghini of Porsche. Hij klinkt ronduit als een NASCAR en doet je verlangen naar een oval vol concurrenten om in te halen. Dat dit soort glorieuze verbrandingsmotoren overal uit de gratie raakt, is op zo’n moment ronduit pijnlijk. Over NASCAR gesproken: de misschien wel grootste coureur ooit in die discipline, Dale Earnhardt, had een mooie bijnaam: The Intimidator.
PRAKTISCH IN DE BOUWPRAKTIJK?
De rit eindigt aan de rand van de bebouwde kom, bij een appartementencomplex in aanbouw. Want op de bouwplaats zou de RAM het meest in z’n element moeten zijn. Bouwvakkers Dennis Dam, Jamie van Steenpaal, Guus van Dijke, Julien Stegink, Peter Verbiest en Martin van Loon zeggen met één stem: “Wat een supervette bak!” Allemaal willen ze de V8 horen brullen en allemaal willen ze de sleutels. “Maar”, zeggen ze, “alleen als de baas de benzine betaalt. Want privé is dit niet te betalen.”
En een blik op de met een blinkend zwarte Retrax-rollcover afsluitbare laadbak krijgt de handen ook niet meteen op elkaar. “Best groot, maar niet groot genoeg hoor”, klinkt het, “weet je hoeveel spullen een metselaar of timmerman moet meenemen? Dat zo’n auto voor wegenbouwers en grondwerkers geschikt is, snappen we wel, want die hebben minder te versjouwen en met een kar met een shovel erop kan die RAM wel uit de voeten. Maar in ons vak? Waar moeten we onze schragen kwijt? Of het steigermateriaal? Of de lange waterpas? Toch niet op die mooie leren achterbank? Nee, een busje is praktischer hoor. Dat is veel wendbaarder en daar leg je desnoods nog wat op een imperial. Maar ja, een busje is natuurlijk wel oneindig veel minder cool dan dit. Hoe hard kan-ie?”
TRUCKER OVER ZIJN TRUCK
Het enthousiasme van de bouwers bewijst dat de RAM over extremen gaat. Dat weet ook trucker Mari Dimmers. Hij bezit een gele Dodge RAM sport uit 2016, die hij nieuw kocht in Canada, waar hij toen nog woonde. Hij heeft z’n eigen perspectief op het fenomeen RAM: “Het is gewoon een prachtige truck, punt uit. Toen ik in Canada woonde, had ik elk jaar een andere pick-up, maar de RAM is ongeëvenaard, zeker op de grote weg. En het mooiste is: ermee rijden kost in Canada nog geen derde van wat je hier betaalt. Ik betaalde $ 127 per jaar aan belasting, en de verzekering was ook een fractie van het bedrag dat ik hier betaal. Ik reed gewoon op benzine, voor $ 1,15 per liter, zo’n 65 eurocent. Toen ik terugverhuisde naar Nederland, heb ik mijn RAM meegenomen. Ik geniet er nog steeds van, maar de kosten rijzen de pan uit en parkeren is hier gewoon ellendig. Als je realistisch bent, dan is een auto als deze eigenlijk nauwelijks te rijden in Nederland. Zo zonde.”
De woorden van Mari zijn een anticlimax, maar ze zijn wel eerlijk. De enige vraag die overblijft, is dus: doe je een auto als deze recht met een eerlijke, praktische analyse? Die vraag zal iedereen die voor een RAM in de markt is, zelf moeten beantwoorden. Zeker is in elk geval dat wie zich door emotie laat verleiden, wordt beloond door de RAM. Zowel op de weg, in het terrein als tijdens het werk. Een auto die zo’n breed palet aan beloningen in huis heeft, leert ons een belangrijke les: dat je je niet altijd moet laten intimideren door praktische overwegingen.
Dit artikel is gratis te downloaden in PDF-formaat. Hiervoor maak je eenmalig een AutoWeek account aan, waarna je onbeperkt uit het AutoWeek archief kunt downloaden.