Test: Jaguar X-type 3.0 V6 Sport (2001)

Wij permitteerden ons wat meer dan de "basismotor" en reden voor deze test een X-Type 3.0 V6 Sport; winkelwaarde f 106.600 (e 48.373). Met die prijs is de kleine Jag een alternatief voor de duurste versies van wagens als de Alfa 166, de Audi A4, de Mercedes C-klasse en de BMW 3-serie.  De 3,0 liter machine van "onze" Baby-Jag was al in gebruik als basiskrachtbron voor de S-Type. Het is een zespitter met 172 kW/234 pk vermogen en een koppel van 284 newtonmeter. De X-Type is een AWD (All Wheel Drive).iet te verwarren met een 4WD, want die aanduiding geldt voor wagens met terreincapaciteiten en de Baby-Jag is beslist niet bedoeld om vies te worden bij het spelen in de zandbak of in de prut. Waarom heeft hij dan vierwielaandrijving? Dat heeft te maken met het forse koppel. Dat is zó hoog, dat je het via de voorwielen niet fatsoenlijk op de weg krijgt. Voor dit probleem hebben automobielbouwers permanente vierwielaandrijving als oplossing bedacht. Via een viscokoppeling gaat onder normale omstandigheden zestig procent van de aandrijfkracht van de X-Type naar de achterwielen. De resterende veertig procent wordt dus op de voorwielen overgebracht. Voor die verdeling is gekozen om de wagen het karakter van een achterwielaandrijver te geven. Dankzij de viscokoppeling is de verdeling van de aandrijfkracht over de voor- en achterwielen variabel. "Automatisch" gaat meer kracht naar de wielen met meer grip, en omgekeerd.

Degelijke roofkat

De kleine roofkat voelt in ieder geval heel degelijk aan met z"n bijzonder stijve koetswerk. En hij ligt ook heel solide op de weg; onder meer dankzij z"n uitgekiende multilink achterwielophanging. Vering en demping van de sport-uitvoering zijn net wat steviger afgestemd dan die van de andere X-Types. De wagen houdt daardoor wel z"n comfortabele karakter, maar voelt net wat lekkerder aan; als je van auto"s met een sportieve inslag houdt natuurlijk. Gevolg is wel dat oneffenheden als richels duidelijk worden doorgegeven. Ook de besturing van de "X-Type" is wat strakker. Prettig, zeker in combinatie met de beslist niet te sterke bekrachtiging. En met z"n permanente vierwielaandrijving blijft hij in snelle bochten ook heel lang stabiel. Voor alle veiligheid kun je de kleine Jag nog altijd bestellen met Dynamic Stability Control. Schakelen en koppelen? Dat zou wat mooier moeten. Niet dat de versnellingen zich niet netjes laten inleggen, maar de koppeling grijpt tamelijk onbehouwen aan en er is wat speling voelbaar in de aandrijflijn. Je zou van een Jaguar wat meer verfijning verwachten. Maar een zekere mate van bruutheid onderstreept wel weer de kracht van de 3.0 V6, die toch maar in zo"n 7,5 s vanuit stilstand naar honderd speert. En dat zonder gillende banden. Wel word je getrakteerd op een mooie motorroffel, maar het gerucht blijft keurig gedempt. Eenmaal op snelheid heerst er in het interieur beschaafde rust.

Bij de "X-Type" zien we aan de buitenkant helemaal geen glanzend metaal. Zelfs zijn grille is in de kleur van de carrosserie gespoten. Elementen die in het interieur van een Britse wagen van stand vanzelfsprekend niet mogen ontbreken zijn hout en leer. Dus vinden we esdoornhoutfineer op het dashboard. In de "X-Type" is dat fineer grijs gelakt en daardoor niet meteen als hout herkenbaar. Voor de stoelbekleding is een combinatie van leer en velours gekozen. En natuurlijk zijn de - stevige - stoelen sportief gemodelleerd, waardoor ze extra veel steun opzij geven. De ruimte achterin de X houdt niet over. Dat gaat vooral op voor de hoeveelheid hoofdruimte, die het met de kwalificatie "matig" moet doen. Met de beenruimte is het beter gesteld. Zoals dat tegenwoordig de norm is, krijgt de Baby-Jag achter drie hoofdsteunen en drie driepunts rolgordels mee. Kan de vakantiebagage mee aan boord? Jazeker; z"n kofferruimte is regelmatig van vorm en je kunt er behoorlijk wat koffers en tassen in kwijt, vooral ook de grotere exemplaren. Toch meer ruimte nodig? Een neerklapbare achterbank is een optie. Jammer dat er aan het kofferdeksel een groot uitgevallen slotmechanisme zit, waar je lelijk je hoofd aan kunt stoten.  De Jaguar is een telg uit een adellijk geslacht en behoort tot de Britse auto-aristocratie. Z"n gedistingeerde voorkomen en z"n luxe aankleding verraden dat. En z"n rijeigenschappen zijn beslist niet mis. Maar ze missen toch net iets van de verfijning en de souplesse die je bij een aristocat verwacht.