Handen uit de mouwen - Barrelbrigade
Gesaboteerd en weer gefikst
De barrels van de mannen zijn vorige week gerepareerd en nu, waarschijnlijk voor het eerst in jaren, weer veilig vervoer. En dat is maar goed ook, want als eerste volgt er een lange rit naar het hoge noorden. In Sint Nicolaasga staat monteur René van Dijke op ons te wachten. Aan hem de taak om de barrels onklaar te maken om nog verder te rijden. De redacteur moet zijn auto daarna weer in elkaar zien te krijgen. Degene die dat het snelste doet, gaat er met de volle poet punten vandoor.
MERCEDES-BENZ A 140
Nic weet het in zijn artikelen soms leuk te vertellen, maar in de praktijk houdt het algauw op met hem en zijn technische kennis. Alsof zijn reputatie hem vooruit is gesneld, begint René dan ook rustig aan bij zijn barrel. “Het mag dan wel een Mercedes zijn, maar dit is natuurlijk een simpel ding. Laten we eens kijken of we de voorstoel eruit kunnen halen voor hem. Bij een auto als deze heb je daarbij nog geen last van de moeilijke zaken als gordelspanners of airbags die samenhangen met de montage van de stoel. Het is een kwestie van een paar bouten.” Die komen al vlug tevoorschijn als René vier kunststof kapjes heeft opgewipt. De ratel doet de rest.
“Dit is natuurlijk wel erg simpel”, vinden de andere twee barrelaars. Met de topscore bij de Klokje Rond-keuring nog in het achterhoofd willen ze natuurlijk niet dat Nic deze ronde gaat winnen. “Gooi die stoel gewoon in de afvalcontainer, dan vindt-ie hem nooit meer.” Zo gezegd, zo gedaan. Als toegift, wordt er een bierkratje neergezet als vervanging voor de stoel. Tja, het blijft garagevolk hè ...
Nic wordt uit de kantine opgehaald, waar hij zich heeft verdiept in de Jouster Courant. Eens kijken hoever hij komt met zijn twee linkerhanden. Dat de stoel ontbreekt, heeft hij wonder boven wonder vlug door. En dat je vanaf een wankel bierkratje geen auto kunt besturen, dat is hem ook al vlug duidelijk.
Dus moet hij zoeken naar de stoel. “Als Mercedes-rijder ben ik natuurlijk wel wat afgunst gewend. Die zullen ze dus wel ergens verstopt hebben.” Na een rondgang door de werkplaats, krijgt Nic de afvalcontainer in de smiezen, waaruit hij vlug zijn zetel weer opdiept. “Nu moet hij er nog in. Maar hoe ingewikkeld kan dat zijn?” De vier bouten zijn vlug genoeg gevonden en plastic kapjes ook. Als hij begint te sleutelen, vergeet hij die zelfs nog in zijn haast. Als de stoel vastzit, heeft hij wel de tegenwoordigheid van geest om nog te zoeken naar stekkertjes die vast moeten om de elektronica weer werkend te krijgen. “Verbeeld jij je maar niks, hoor”, bromt René. “Die auto van jou is zo analoog als het maar kan. Die stoel zit prima vast.”
De andere heren proberen nog te zeuren over de kleine kapjes die los in de auto blijven liggen, maar René ziet het door de vingers. “Die auto is weer prima in orde zo. Die kan best zonder die kapjes.”
ALFA ROMEO 156
Nadat de Alfa van Jan zo genadeloos door de mand is gevallen tijdens de Klokje Rond-keuring en werd betiteld als ‘totaal versleten’, zijn de wielen van zijn auto het enige waar hij nog een beetje trots op kan zijn. Die aftermarket lichtmetalen wielen zijn alleen maar afgebladderd, maar verder nog perfect rond en ... eh, nou ja, verder niets eigenlijk. “Daar moeten we dus wat mee”, vinden de collega’s van Lemkes, die dan zelf in de kantine van de garage nietsvermoedend de Jouster Courant doorneemt. “René, zet die Alfa maar op blokken!”
Zo ver gaat hij natuurlijk niet, want René is wel een professional. De auto wordt netjes op bokken op de brug gezet. Alle vier de banden zijn er natuurlijk in een mum van tijd af. “Maar die kunnen hier niet blijven staan. We zijn een net bedrijf en hebben daar een speciale plek voor.” Op naar de bandenzolder, dus. Bovenin het garagebedrijf is een enorme ruimte waar de winterbanden van de klandizie opgeslagen liggen. “Leg ze daar maar bij,” zegt René als hij de vier banden met het goederenliftje omhoogstuurt. Het spreekt voor zich dat de wielen van het barrel daar in de donkerste uithoek van het bandenhotel terechtkomen.
“Jan loopt altijd op te scheppen dat hij zelf zijn winterbanden wisselt, dus dit moet een eitje voor hem zijn.” Tijd om Jan terug te halen uit zijn geconcentreerde leessessie. Als hij aankomt bij zijn barrel, is het probleem op slag duidelijk. Het ontbreken van de wielen wordt onthaald met een koel: “O ja, een origineel idee.” Daarop beent hij naar de vuil container om zijn wielen op te halen. Maar dat had hij gedacht.
Om Jan toch nog een beetje de wind in de zeilen te geven, vertelt René dat hij ze kan vinden in het bandenhotel op zolder. Als Jan daar aankomt, blijkt de boel slecht verlicht en alle banden even rond en zwart. “Hoe moet ik hier ooit mijn wielen terugvinden?”, verzucht hij. Het zoeken duurt een eeuwigheid, tot tevredenheid van de concurrentie. Als hij zijn banden heeft gevonden en ze met het liftje naar beneden heeft gebracht, vergeet hij glad dat er zoiets als een luchtsleutel bij de brug hangt. Hij zet de wielbouten in het begin handmatig vast – goed voor nog wat extra tijd op de klok, voordat hij door René op dit toch wel praktische gereedschap wordt gewezen. Met zijn overhemd op halfelf, de vegen op zijn broek en in zijn gezicht verklaart hij dat zijn auto weer in elkaar zit. René keurt de operatie goed. Dat mocht ook wel een keer.
FORD THUNDERBIRD
Waar de wielen het belangrijkste kenmerk van de Alfa Romeo van Jan Lemkes zijn, kun je bij de ‘Bird’ van Michiel niet om de deuren heen. Die zijn van een enorm formaat. Lekker onpraktisch, net zoals de rest van de auto eigenlijk. “Ik weet wel een manier om Michiel nog verder op achterstand te brengen”, roept Jan. “Als je zo’n deur eruithaalt, krijgt hij die er nooit van z’n leven in z’n eentje er meer in.” Maar ‘even’ een deur demonteren, dat is nog niet zo simpel. “Is het jullie ook opgevallen dat er een kabelboom in de deur loopt?”, oppert René zuchtend. “Die heb je niet zomaar los én niet zomaar vast.
We kunnen de deur dus wel losschroeven, maar de kabelboom zal moeten blijven hangen. Zodoende maakt René het portier los en duwen de drie heren het weer op zijn plek. “Als hij aankomt bij zijn auto, zal hij gaan zoeken naar het gebrek. Die deur gaat dan open omdat hij binnenin wil gaan kijken en vervolgens dondert die op de grond”, verkneukelen de twee collega’s zich.
Als Michiel is losgemaakt uit de Jouster Courant, is dat precies wat er gebeurt. En op de koop toe valt de deur op een hoek, die daarmee meteen omvouwt. Tja, zie die loodzware deur binnnen afzienbare tijd maar weer eens terug te monteren. Willebrands zit er in eerste instantie dan ook enorm mee in zijn maag. Maar hoe ga je een klus klaren waarvan je niet weet of die goed afloopt? Er gewoon aan beginnen en zien waar het schip strandt. Dus begint Michiel te zeulen met het grote portier. Die instelling mag René van Dijke graag zien en daarom is hij niet te beroerd om Michiel de helpende hand te bieden. Onder luid protest van zijn collega’s die zien dat de deur vrij makkelijk wordt terug geplaatst.
Maar het ‘afhangen’ van zo’n deur is weer een geheel ander verhaal. Michiel moet er af en toe twee keer mee gooien voordat hij in het slot valt. “Nic zette zijn kapjes niet terug. Dat heb ik door de vingers gezien, dus ik wil er ook niet over zeuren dat de deur van de Ford er niet geheel recht in hangt”, zegt René daarover. Dat het portier is teruggezet, is al boven de verwachting van de twee concurrenten. Dat Michiel ook nog eens de winst voor dit onderdeel in de wacht sleept, komt waarschijnlijk nog onverwachter. Michiel en zijn lome Amerikaan nemen afstand in het puntenklassement.
Dit artikel is gratis te downloaden in PDF-formaat. Hiervoor maak je eenmalig een AutoWeek account aan, waarna je onbeperkt uit het AutoWeek archief kunt downloaden.