Ford Streetka/Sportka
Geduld is een schone zaak
- Damiaan Hage
- Eerste rijtest
Tegen de verwachting in breken de zonnestralen door als we eindelijk de sleutels van de Streetka in handen hebben. Dat is maar goed ook, want hoe lang is het wachten geweest? Wanneer zagen we de Streetka voor het eerst? Drie jaar geleden al en in die tijd heeft Ford vreselijk z'n best gedaan om iedereen helemaal gek van verlangen te maken voor deze Ka Cabrio. Op elke beurs stond het prototype en heel vorig jaar werd Kylie Minougue geflankeerd door een Streetka zodat iedereen 'm maar vast zou zien. En het is zover – de auto voor ons lijkt als twee druppels water op het prototype van toen, waarover we in ons eerste bericht schreven 'hier, die sleutels'. En nu hébben we die sleutels en de regen blijft gelukkig op afstand.
Ongeduldig beginnen we aan de kap te sjorren. Die moet open! Maar dat gaat niet zo gemakkelijk als we denken. Met een knopje in de deurstijl ontgrendel je de afdekplaat die meteen openschiet. Toevallig was er even niemand in de buurt – anders had die een blauw oog gehad, hij opent namelijk nogal enthousiast. Die deksel is ook meteen het enige dat elektrisch opent, want een automatische kap behoort niet tot de mogelijkheden. Door het omdraaien van twee hendels maken we het dak los van de voorruit. Dan moet je niet meteen die kap naar achter duwen, want eerst moet je het achterste gedeelte omhoog klappen en in een vergrendeling duwen. Pas dan kan het hele zooitje worden opgevouwen. Deksel er weer op duwen en klaar is 'ie.
Losse motorkap
We draaien de contactsleutel om en de kersverse 1,6-liter motor slaat aan. Uit de – overigens onzichtbare – uitlaat komt een aanmoedigend gebrom en met de aluminium-pook (geleend van de Ford Puma) leggen we de eerste versnelling in.
De eerste kilometers krijg je nogal wat indrukken te verwerken. Want wat zijn die stoelen naar. Ze zijn smal, de zitting is veel te kort, het stuur zit te laag en als we 'm omhoog willen doen, blijkt de hendel waarvan we dachten dat hij voor de verstelling van het stuur was, de ontgrendeling van de motorkap te zijn. En dus rijden we de eerste minuten vrolijk rond met een motorkap die een paar centimeter omhoog ligt. Het stuur blijkt overigens niet verstelbaar en dus noteren we dat de zitpositie te wensen over laat.
Het interieur stelt op meer punten teleur: het is voor een groot gedeelte gewoon het dashboard van de normale Ka, maar dan met een toerenteller. Dat ziet er wel leuk uit – maar het was net even leuker geweest als er voor de binnenkant ook wat extra moeite was gedaan.
Fijn weggedrag
De 1,6-liter achtkleppenmotor produceert een vermogen van 95 pk en dat is precies goed voor de auto. Hij komt niets te kort, maar het houdt zeker ook niet over. De motor heeft wel een soepel karakter en verdeelt z'n trekkracht over een breed toerengebied. Schakelen hoef je dus niet abnormaal vaak.
Het weggedrag van de Ka is dik in orde. Hij stuurt direct (met een forse draaicirkel) en het is echt leuk om met het dikke stuur aan het werk te gaan. Het gevoel in de van de Focus afgeleide besturing is goed en de Streetka gaat neutraal de bocht door en glijdt pas als het echt hard gaat over z'n voorwielen naar buiten. Wie op een slechte weg rijdt of flink aan het slalommen gaat, merkt dat de Streetka een dak mist: hij tordeert wel een tikkie. De bak schakelt fijn, zonder haperen en met korte halen. De Streetka wordt stevig gedempt en gemene oneffenheden in de weg komen soms te ruig binnen waardoor je via een rilling door de hele auto er nogmaals aan wordt herinnerd dat er geen dak op de auto zit.
Alles erop voor € 26.000
In Nederland is maar één uitvoering te koop van de Streetka. Dat heeft als voordeel dat 'ie meteen alles heeft wat de fabriek kan leveren. Leren bekleding, airco, stoelverwarming, cd-speler – het zit er allemaal bij. Het enige dat je nog kunt bestellen is metallic lak en later in het jaar een hardtop. Het nadeel van al deze luxe is wel dat het prijskaartje daarom 26.000 euro vermeldt. Als we bijvoorbeeld naar een van de concurrenten kijken, de Peugeot 206 CC heb je dan voor een paar honderd euro mínder als de allerduurste tweeliter in Roland Garros-uitvoering. Aan de andere kant: Een Mazda MX-5 kost je bijna 30.000 euro en die biedt dan minder luxe en maar iets meer rij-plezier. Maar de Streetka's worden nu al als warme broodjes besteld en het zou natuurlijk zomaar kunnen dat op het moment dat de vraag wat afneemt er ineens een minder luxueuze versie opduikt.
Goed, hij is dus duur. Maar het rijgedrag van de auto maakt een hoop goed en dan hebben we het nog niet eens over de looks – want daar kun je natuurlijk ook niet aan voorbij gaan. En waar je een 206 CC vandaag de dag op veel hoeken van veel straten tegenkomt, zul je de Streetka minder vaak gaan zien, domweg omdat er minder naar ons land komen.
Het dak erop
Tsja, als je dan toch de techniek voor de Ford Streetka hebt ontwikkeld, kun je er net zo goed een dichte auto mee maken. Dus dezelfde motor, bak en onderstel in een standaard-Kaatje gepropt en hopla, klaar is de Sportka.
Er is vermoedelijk nogal wat overtuigingskracht voor nodig om de Sportka aan te duiden als een Streetka Coupé. Want door op een normale Ka de koplampen en de velgen van de Streetka te plakken, ben je er gewoon nog niet. Daarvoor is de Streetka net even te extreem.
Maar toch komt de Sportka het dichtst in de buurt van wat een coupéversie zou kúnnen zijn. Hij heeft dezelfde 1,6-litermotor, dezelfde versnellingsbak, hetzelfde onderstel, hetzelfde dashboard en levert bovendien betere prestaties. Maar zonder dak en met het profiel van een huis-, tuin- en keuken-Ka. En dus ziet hij er onmetelijk veel minder bijzonder uit dan de Streetka, waarmee het je weinig moeite kost om iemand nek te doen verdraaien. De Sportka is stukken anoniemer.
Stijver
Toch rijdt hij béter dan de Streetka (zie vorige pagina). En dat wordt veroorzaakt door een van die verschillen: het dak. De Sportka is veel stijver dan de Streetka en daarom liggen z'n grenzen net even wat verder en kun je er nóg harder mee door de bocht. Maar tegelijk voelt hij nog beter aan onder je handen en heb je als bestuurder meer lol.
De Sportka heeft ook die fijne besturing die zo lekker direct en precies is. Hij schakelt goed en met korte slagen en met die chromen pookknop in je handen heb je al snel het gevoel met een GTI-tje onderweg te zijn. Niet helemaal waar: want die 95 pk uit de 1,6-liter achtkleppenmotor zorgen voor redelijke prestaties, maar een hot hatch is het zeker niet. De Sportka zou best wat meer vermogen mogen en kunnen hebben.
Kleine stoeltjes
Het is niet alleen maar goed en leuk in de Sportka. Want als het werkelijk een sportwagen was geweest, dan hadden er ook fijne sportstoelen ingezeten. Maar dat is helaas niet het geval. Er zitten stoeltjes in die aan alle kanten te klein zijn en absoluut niet uitblinken in het geven van steun. Bovendien is het stuur niet verstelbaar en moet je al gauw wat krampachtig zitten.
Hij kost precies 17.000 euro. Door het prijsverschil van 9.000 euro met de Streetka lijkt dat heel goedkoop, maar hij zit daarmee iets boven de concurrentie. Een Seat Arosa 16V kost 15.250 en een Peugeot 206 XS 1.6 komt op € 15.550 en een Fiat Punto Abarth kost € 16.995. De sportka staat trouwens pas na de zomer bij de dealer.