Fiat Doblò 1.2 SX (2001)

De ontwerpers hebben hun best gedaan om de Doblò er visueel uit te laten springen. Ze gaven de wagen een gigantische zwarte grille met grof traliewerk. Daar loopt weer een dikke, zwarte horizontale balk doorheen, die ook de koplampunits in tweeën deelt. Aan de achterkant, opnieuw, zware zwarte accenten. Forse zwarte "balken", waarin de achterlichtunits zijn opgenomen, lopen vanaf het dak tot aan de bumper. Ze accentueren wel heel nadrukkelijk de rechte, rechthoekige achtersteven. Met de "laadruimte" van dit soort wagens kunnen vormgevers niet zo veel om een auto een eigen gezicht te geven. Wél met het front. Fiat heeft hier voor een agressieve benadering gekozen. Mooi kunnen we het front niet vinden. Maar het valt beslist op. Het instrumentenpaneel zit recht voor de bestuurder. Aan de andere kant van het dash - de bijrijderskant - vinden we net zo"n soort uitsparing als waar het instrumentenpaneel in is gemonteerd. Alleen is die nu gevuld met een airbag. Daaronder een open opbergvak en daar weer onder een kastje. Tussen de twee uitsparingen in: de middenconsole. Daar bovenop een soort doosje. Dat is de plaats voor de radio. In het midden van de middenconsole neemt de knop van de alarm-knipperlichtinstallatie een heel opvallende plaats in. Die knop vormt het centrale deel van een gestileerd paneeltje met drukknoppen voor de elektrische raambediening. Onderaan de middenconsole steekt de versnellingspook naar buiten. De voorstoelen hebben flink wat profiel, en steunen het lichaam dan ook goed van opzij. Het belangrijkste verschil met een "gewone" auto is de zitpositie, want je zit in de Doblò duidelijk hoger.iet iedereen zal daarvan houden, maar het heeft bepaalde voordelen. In- en uitstappen gaat makkelijker, en je hebt een beter zicht op het verkeer voor je. Als we nog verder rondkijken voorin de Fiat, zien we een nogal ingewikkeld vormgegeven combinatie van portiervakken en armsteunen. De vakken bestaan uit twee delen en het achterste daarvan lijkt bruikbaar als houder voor een flesje of blikje. Er is ook nog wat ruimte vóór de handrem en je kunt bovendien losse spullen kwijt in "n (laag) rek boven de voorruit. Achterin vinden we een ongelijk gedeeld neerklapbare bank met drie gescheiden zitplaatsen. Erg ruim zijn die zitplaatsen niet. Maar aan plaats voor de onderdanen en centimeters tussen kruin en autohemel hebben mensen achterin totaal geen gebrek. Ook goed zit het met de in- en uitstap via een schuifdeur; tegen bijbetaling zelfs via twee schuifdeuren. Voor elk van de drie achterpassagiers is er een in hoogte verstel-bare hoofdsteun en een driepunts rolgordel. Achter de achterbanken is er een grote, regelmatig gevormde bagageruimte, met een lage laadvloer. De Doblò SX krijgt standaard deuren - van ongelijk formaat - mee. Een grote openslaande achterklep staat in de optielijst.

Voortploeteren

De 1,2-liter benzinemotor van 48 kW/65 pk en 102 Nm koppel is de kleinste krachtbron. Dit bescheiden vierpittertje moet ook nog eens een auto met een flink gewicht en een groot frontaal oppervlak voortbewegen. Wat de prestaties betreft, moeten we ons dus geen enkele illusie maken. Het duurt bijna 21 s voor je de Doblò van nul op honderd hebt. Inhalen van 80-120 km/h? In de vierde versnelling kost dat zo"n 23 s en in "vijf" moet je zo"n halve minuut uittrekken. Wij verstookten tijdens de testperiode gemiddeld 9,5 l/100 km; bijna twee liter meer dan Fiat opgeeft. De rijeigenschappen verschillen eigenlijk niet veel van een échte personenwagen. Zo laat de Doblò zich bijvoorbeeld heel makkelijk en vanzelfsprekend sturen en gaat het schakelen volkomen probleemloos. Met het comfort is niks mis, ook al heeft de Fiat achter een starre as en bladveren. Een bochtenridder kun je de Italiaan niet noemen. Hij nodigt z"n bestuurder ook helemaal niet uit tot het betere bochtenwerk. Al was het alleen maar omdat de carrosserie in bochten een duidelijke neiging tot overhellen demonstreert, die nog geaccentueerd wordt door de vrij hoge zit. De hoogte van de koets zorgt nog voor een andere minder handige eigenschap: de wagen houdt niet van wind. Voor zijwind is hij gevoelig en met wat tegenwind komt hij moeilijker vooruit. Wie voor een dubbeltje op de eerste rang wil zitten, kan een slechtere koop doen dan de Doblò.