Chrysler Sebring
Op herhaling
- Fanny Glazenburg
- Eerste rijtest
Het is Chrysler er veel aan gelegen door te dringen op de Europese markt. Het Amerikaanse merk presteert al jarenlang ondermaats en sloot ook 2006 met verlies af. De boodschap is duidelijk: er moeten meer auto's worden verkocht en andere afzetgebieden worden aangesproken. Europa speelt daarin een belangrijke rol. Na de positieve ontvangst van de 300C, afgelopen jaar, meent Chrysler met de Sebring een nieuwe troef in handen te hebben. Wij wagen echter te betwijfelen of de Europese consument massaal warm zal lopen voor deze middelgrote sedan. De markt in het D-segment is al behoorlijk afgedekt met Passat, Vectra, Mondeo en 407 en wie in dit segment wil doordringen, zal een auto moeten brengen met een aansprekend design en een aantrekkelijk prijskaartje.
Het is overigens niet de eerste keer dat Chrysler met de Sebring Europa probeert te veroveren. In 2001 werd de auto hier ook al geïntroduceerd, maar dat mondde uit in een flop, mede door het uiterlijk en de aandrijflijn, die in de ogen van de consument veel te Amerikaans waren. Ter illustratie: in zes jaar tijd werden er slechts 900 exemplaren verkocht, waarvan een kwart in het introductiejaar.
Europese leest
Chrysler trok zich de kritiek aan en schoeide de tweede generatie Sebring op Europese leest. In samenwerking met Mitsubishi werd een platform ontwikkeld dat voor meerdere modellen zal worden gebruikt. Mitsubishi bouwt er de Outlander en de Galant op en Chrysler zet als eerste de Sebring op deze bodemplaat. Ook de Avenger, die later dit jaar komt, zal hier gebruik van maken.
Het design van de Sebring – mooi of niet – is afgeleid van het Airflite-studiemodel dat in 2003 op de Geneva Motor Show werd onthuld. De coupé-achtige lijnen van de sedan zijn overgenomen, net als de neus en de motorkap met de typerende Chrysler-golfjes die we ook zien bij de Crossfire en de Pacifica. Conform de heersende trend is de nieuwe Sebring meteen ook maar wat groter gemaakt, namelijk 6 mm langer, 51 mm breder en 103 mm hoger dan z'n voorganger.
Speciaal voor de Europese markt haalde Chrysler een tweeliter turbodiesel uit de schappen van Volkswagen. Deze krachtbron levert 140 pk, een maximum koppel van 310 Nm en is gekoppeld aan een handgeschakelde zesbak. Daarnaast zal de Sebring worden geleverd met een zogenaamd World Engine, een tweeliter viercilinder met 152 pk en een maximum koppel van 190 Nm bij 5.000 tpm, in samenwerking met een vijfbak. Later zal nog een 2.7 V6 volgen.
Overzichtelijk
De Sebring komt in twee uitvoeringen: de Touring en de Limited. Bij de Touring, met een vanaf-prijs van E 29.495, mag u zaken verwachten als een elektrisch verstelbare bestuurderstoel, 17-inch velgen, airco en verwarmde buitenspiegels. De Limited is de wat luxueuzere versie, die als extra's onder andere 18-inch wielen, leren bekleding en verwarmbare voorstoelen biedt en vanaf E 32.995 de showroom uit gaat. Het interieur van de Sebring is – zoals je van een auto in die klasse kunt verwachten – ruim van opzet. Dat wordt nog eens versterkt door de twee lichte kleuren bekleding, die water- en vuilafstotend is. Less is more, vinden ze klaarblijkelijk bij Chrysler, want het dashboard biedt alles wat je nodig hebt en niets meer. Het instrumentenpaneel met de drie verdiepte klokken achter het vrij kleine stuur is overzichtelijk en niet hinderlijk aanwezig. Fijn detail is dat er rechts van de bestuurder is gekozen voor een analoog klokje in plaats van digitaal. Dat accentueert het doe-maar-normaal-dan-doe-je-al-gek-genoeg-gehalte van deze auto. Geen toeters en bellen, dus. Als extra optie is er een Harman/Kardon informatie-, navigatie- en entertainmentsysteem met 17-inch scherm. Dat biedt een 20 Gb harddisk waarmee je beeld en geluid kunt opslaan. En er is de mogelijkheid een iPod of een andere mp3-speler aan te sluiten. Optioneel kan er voor de passagiers achter een beeldscherm worden geplaatst. De middenconsole biedt een extra 12-voltaansluiting en (verlichte) bekerhouders waarmee je naar wens dranken kunt koelen (tot twee graden Celsius) of tot 60 graden warm kunt houden.
Rumoerig
Wij reden met de direct ingespoten turbodiesel en wat direct opviel, was de rumoerigheid. Vreemd hoe één en dezelfde motor in verschillende auto's verschillend kan klinken. Zo wordt het geluid in de Passat aardig onderdrukt, maar in de Jetta en nu dus ook in de Sebring laat de krachtbron behoorlijk van zich horen. Maar hij trekt vlot op – omdat de 310 Newtonmeters al bij 1.750 tpm vrijkomen – en gaat zelfs in de zesde versnelling goed door.
De wegligging van de sedan is in orde. Ook op bochtige, onoverzichtelijke weggetjes blijft hij keurig op koers. Zelfs met de voet stevig op het gas dreigt hij niet op het verkeerde weggedeelte terecht te komen. Hij helt bovendien ook niet over. Is natuurlijk ook niet zo gek wanneer je bedenkt dat de torsiestijfheid ten opzichte van zijn voorganger met maar liefst 72 procent is toegenomen. De besturing is vrij direct en precies en daarmee biedt die een goede communicatie met de weg.
Vraag blijft natuurlijk of deze sedan het in het D-segment gaat redden. Met zijn prijsstelling is hij dan wel net onder de Passat gepositioneerd, maar de verschillen – ook met z'n andere concurrenten – zijn niet echt schrikbarend. En dat zijn toch zaken die je meeneemt bij de aanschaf, zeker als je bedenkt dat de afschrijving van deze sedans behoorlijk is. Zodra we de kans krijgen, zullen we de Sebring uitgebreid met z'n concurrenten aan de tand voelen.
De middelgrote sedan zal voor het Nederlandse publiek voor het eerst te zien zijn op de AutoRai en direct daarna in de showroom staan.