Chrysler 300C

Stoer

Chrysler 300C
Chrysler 300CChrysler 300CChrysler 300CChrysler 300CChrysler 300CChrysler 300CChrysler 300C
AutoWeek 21 2004
AutoWeek 21 2004

Je leest het in AutoWeek 21 2004

Chrysler wil een poot aan de grond krijgen in Europa en start daarvoor een groot productoffensief. Aan de imposante 300C de schone taak om het pad te effenen. In Zuid-Frankrijk reden wij de eerste kilometers.

Natuurlijk, de Chrysler 300C moet het in de eerste plaats hebben van z'n looks. Het is lang geleden dat we zo onder de indruk waren van het uiterlijk van een nieuw model. De 300C is een stoere auto, daar bestaat geen twijfel over. Het indrukwekkende front speelt daarbij een belangrijke rol. We zagen het voor het eerst op de Chronos studiemodel uit 1998 en het is de bedoeling dat alle toekomstige Chrysler-producten een in een oogopslag als Chrysler herkenbaar zijn, een beetje zoals Audi ook met haar nieuwe 'familie-grille' betracht. Daar ontbrak het bij Chrysler-modellen van de laatste decennia een beetje aan: een eigen gezicht. De Amerikaanse Duitsers (of Duitse Amerikanen) van het DaimlerChrysler-concern hebben de 300C gebombardeerd tot vaandeldrager van de nieuwe designstrategie. Ook de Crossfire en de gefacelifte Voyager bezitten dit typische nieuwe Chrysler-DNA. Het merk schaamt zich niet voor de Amerikaanse identiteit en de 300C is daarvan een duidelijk voorbeeld. De auto werd gemodelleerd naar goede Amerikaanse traditie: groot en imposant, met stijlverwijzingen naar de 300-serie uit de jaren '50 en '60.

Helemaal goed
Hoewel we regelmatig onze bedenkingen hebben bij het design van producten uit de States, waren we bij de aanblik van de 300C direct verkocht; deze auto is misschien wel zó Amerikaans – bijna over the top – dat 'ie helemaal goed is. Het imposante uiterlijk wordt niet alleen veroorzaakt door het robuuste front met grote grille, de auto als geheel straalt ook kracht uit, niet in de laatste plaats door de hoge 'schouders' en lage zijruiten, waardoor het lijkt alsof het dak lager ligt, een zogenaamde chopped roof. Maar ook de lange motorkap, de geprononceerde wielkasten, de strak afgesneden achterkant, de grote wielen en de korte overhang voor en achter doen een flinke duit in het zakje. Om van de riant aanwezige chroomaccenten nog maar te zwijgen. Of je het anno 2004 nog mag zeggen, weten we niet maar de 300C is een echte mannenauto. Hiermee maak je indruk.
Bovendien zal het menigeen aanspreken dat Chrysler van de 300C een achterwielaandrijver heeft gemaakt. Voorganger 300M kreeg alle kracht nog via de voorwielen te verwerken. Als reden om de aandrijving naar achteren te sturen, geeft Chrysler de betere balans in de auto aan plus het gegeven dat dankzij ESP en tractiecontrole de auto beter in toom is te houden. Dat laatste is uiteraard relatief maar feit is dat achterwielaandrijving simpelweg beter bij een grote auto als deze past. Helemaal wanneer de HEMI V8 340 pk op het asfalt zet. Het is bijna vijftig jaar geleden dat Chrysler de combinatie HEMI-power en achterwielaandrijving voor het eerst aanbood. Voor de goede orde, HEMI staat voor 'hemispherical' en slaat op de halfbolvormige verbrandingskamers. In de USA is dit een legendarische aanduiding, Europeanen zegt het doorgaans minder.

Genoeg chroom
In Le Castellet aan de Franse zuidkust kregen wij de gelegenheid om de 300C aan een nader onderzoek te onderwerpen. Hoewel er drie motoren leverbaar zijn, reden wij alleen de V8. De andere twee zijn V6'en met inhouden van 2,7 of 3,5 liter. Deze motoren werden overgenomen uit de 300M en voorzien van een nieuw variabel inlaatspruitstuk waardoor ze nu respectievelijk 193 en 248 pk leveren. Dat is iets minder dan voorheen maar de trekkracht is over een breder toerengebied beschikbaar.
Als we aan de verchroomde deurklink van de 300C trekken, openen we een solide aanvoelend portier. Het design van het dashboard is strak en overzichtelijk, en uiteraard zien we ook hier weer het nodige chroom. Het forse stuurwiel is elektrisch verstelbaar, zowel horizontaal als axiaal en als je ook de stoel met elektro-assistentie in de juiste positie hebt gemanoeuvreerd, zit je prima. De met leer overtrokken zetels zijn wel vrij glad en bieden niet overdreven veel steun. Het meubilair staat in vergelijking met de 300M ruim zes centimeter hoger. De afwerking van het geheel is prima voor elkaar, de materialen voelen prettig aan en dan is het zonde dat sommige onderdelen, zoals het klepje dat de bekerhouders afdekt, net even iets te goedkoop aandoen. Wie achterin plaatsneemt, treft verrassend veel beenruimte aan, een gevolg van de lange wielbasis van ruim drie meter. Als de HEMI V8 met een brutale grom tot leven komt en we het blok eens even lekker willen laten bulderen, blijkt de pijp bij 3.800 tpm leeg door ingrijpen van het Electronic Throttle Control, kortweg ETC. Toch jammer. De voornaamste taak van dit systeem, dat door middel van sensoren de gasklep bedient, behelst echter de samenwerking met MDS, het Multi Displacement System. Dit verzorgt de overschakeling van acht naar vier cilinders en vice versa. Als er weinig vermogen wordt gevraagd, is de V8 in feite een V4 waardoor er tien tot twintig procent brandstof wordt bespaard. Dient er serieus gas gegeven te worden, schakelt het MDS in 0,04 seconde de andere vier cilinders bij.

Europese smaak
Chrysler heeft de onderstelafstemming en besturing aangepast aan de 'sportieve' Europese smaak. De demping is aan de stugge kant maar het veergedrag kunnen we nog gerust als comfortabel bestempelen. Toch blijft het overhangen in de bochten redelijk binnen de perken en kun je met de 300C best een leuk robbertje sturen, hoewel het sturen zelf – vooral bij hogere snelheden – een vrij lichte en vage aangelegenheid is. Het windgeruis valt ondanks de 'vierkante' koets erg mee; het design van de uit de kluiten gewassen chromen buitenspiegels schijnt hier speciaal op afgestemd te zijn. Ondertussen trekt de HEMI in de lange neus als een lier en toont de vijftraps automatische versnellingbak – met AutoStick 'zelfschakelfunctie', afkomstig van Mercedes - zich een uiterst bekwame en vlekkeloze bemiddelaar tussen het machtige V8-blok en de achteras. Wie wil, kan de 300C verleiden tot een drift maar het niet geringe wagengewicht speelt 'm hierbij parten. Bovendien steekt het ESP er uiteindelijk een stokje voor, ook al schakel je het uit. Maar laten we wel wezen, dit is natuurlijk geen auto om dwars de hoek om te zetten. Toerend van bocht naar bocht in de Zuid-Franse heuvels, merken we dat het rempedaal behoorlijk zwaar is afgesteld; je moet flink trappen om de ruim 1.800 kilogram die de 300C op de schaal zet, te vertragen.

Avonturiers
Van tevoren waren we bevreesd dat de 300C het alleen van z'n indrukwekkende voorkomen zou moeten hebben. Gelukkig blijkt de rest zeker niet tegen te vallen. Kwalitatief ziet het er ook goed uit en het rijdt zeker niet verkeerd. Al moet u geen dynamiek á la Audi A6 verwachten – daarvoor blijft het nog altijd te veel een echte Amerikaan. Chrysler is realistisch genoeg om de concurrentie met de BMW 5-serie en de Mercedes E-klasse te vermijden. De 300C trekt eerder de 'avonturiers' aan, mensen die eens een keer wat anders willen. Als voornaamste concurrenten worden daarom onder andere de Renault Vel Satis, Volvo S80, Jaguar S-Type en Alfa Romeo 166 genoemd. Alleen de Jaguar is ook met V8 leverbaar en die is bijna tien mille duurder dan de 300C met z'n HEMI V8. Of de klant bereid is om evengoed € 68.510 neer te tellen voor deze Chrysler, zal moeten blijken. Je rijdt in ieder geval opvallend en exclusief, ook voor 20.000 euro minder, al zul je je dan met een 2.7 V6 tevreden moeten stellen. Of er nog een diesel aan het programma wordt toegevoegd, is zeer de vraag. De 300C staat al bij de dealers, Chrysler verwacht er dit jaar zo'n 300 op kenteken te zetten. Dat is inclusief de zo mogelijk nog robuustere Touring, die in oktober verwacht wordt.