Cadillac CTS en BLS Wagon
DMW
- Frank Jacobs
- Eerste rijtest
Met de twee grootste modellen voerde Cadillac altijd een aparte politiek. De CTS werd tussen het D- en het E-segment in gepositioneerd (zeg maar tussen de 3- en de 5-serie van BMW), terwijl de STS net iets te groot is voor de 5, maar kleiner dan de 7-serie. Eigenlijk net als Volvo, dat met de S40 en S60 net tussen twee klassen in valt. Of het slim is, willen we in het midden laten, maar in daverende verkoopresultaten uitte dat zich in elk geval niet. Om ons voor vandaag even op de CTS te concentreren; die werd vooral gezien als een alternatief voor de 5-serie en de Mercedes-Benz E-Klasse, maar kon daar op het gebied van kwaliteitsbeleving en rijplezier niet aan tippen, een tekortkoming die door een fors prijsverschil en meer exclusiviteit nooit echt overbrugd kon worden. Maar Detroit geeft niet op, en nodigt ons uit om in de Portugese badplaats Cascais kennis te komen maken met de volledig nieuwe CTS.
Aan het uiterlijk kan het niet liggen, moeten ze bij Cadillac hebben gedacht, want de nieuwe CTS is aan de buitenkant vooral een doorontwikkeling van het vorige model. En die consistentie siert de Amerikanen, want menig ander merk zou in deze situatie allang op een ontwerptechnisch dwaalspoor zijn geraakt. Cadillac heeft zeven jaar geleden een heel eigen stijl ingezet en houdt daar consequent aan vast; ook de nieuwe CTS is getekend met vlijmscherpe, Stealth-achtige lijnen en wordt op de vier hoeken gekenmerkt door grote, verticale lichtunits. De nieuwe generatie heeft een aanzienlijk grotere grille en vijf centimeter meer spoorbreedte, waardoor hij nog een stuk gespierder en imposanter oogt dan zijn voorganger. Nog grotere winst is behaald aan de binnenkant. Daar verwachtten we opnieuw te worden ontvangen op de vertrouwde Amerikaanse wijze, met veel kitscherige glimmertjes, weinig samenhang en veel hard, goedkoop plastic. Wat een verademing! Cadillac lijkt eindelijk te hebben begrepen hoe belangrijk de kwaliteitsbeleving vanbinnen is in dit segment. Buitengewoon kritisch waren ze bij de materiaalkeuzes en bij de assemblage is veel handwerk ingezet. Ook de panelen op het dashboard zijn met de hand overtrokken en de stiksels zijn echt. De middenconsole komt in zijn geheel van één enkele toeleverancier, waardoor de knoppen en schakelaars heel mooi en precies passen en aanvoelen.
Sprong vooruit
De stoelen zijn traditiegetrouw fors uitgevoerd, om aan het gemiddelde Amerikaanse postuur voldoende ruimte te bieden, maar ook een doorsnee-Europeaan zit erg goed op deze fauteuils. Erg goed is bovendien het stuurwiel; anders dan we gewend zijn bij Cadillac heeft de CTS een lekker compact, sportief stuurwiel. Wij rijden met de Sport Luxury uitvoering, waarvan het interieur is opgesierd met carbonfiber-look strips. Daaronder, in de deurpanelen en bij het voeteneinde glanst in het donker een streep zachte verlichting. Cadillac heeft het dashboard zo laag mogelijk gehouden, waarvoor het universele display gedeeltelijk verzonken kan worden (waarbij de kaart van de navigatie verdwijnt, maar de belangrijkste functies zichtbaar blijven) en de displays van de gescheiden airco naar de zijkanten van de middenconsole zijn verhuisd.
En toch, de grootste verrassing moet nog komen. Om precies te zijn zodra we rijden, want op dat gebied is de grootste voorwaartse sprong gemaakt. We rijden met de nieuwe V6, een direct ingespoten 3,6-liter machine die met 311 pk voorlopig (tot de komst van de CTS-V met zo'n 550 pk) de sterkste is in de CTS. Deze motorisering is ook leverbaar met vierwielaandrijving, maar wij rijden de achterwielaandrijver. Speciaal voor Europa is het onderstel wat straffer afgesteld en dat is bepaald geen verspilde moeite geweest. De CTS voelt ongekend goed aan, sportief zonder nerveus te worden. En ook de besturing is bijzonder communicatief; lekker zwaar en erg scherp. Enig puntje van kritiek is de automaat, die net iets trager reageert dan ons lief is. Bovendien is hij niet vanaf het stuur te bedienen; met de hand schakelen doe je via de pook, die net iets te ver naar achteren zit.
Diesel en coupé
In het spectrum van de luxe zakensedans schurkt deze auto erg dicht tegen de BMW 5-serie aan, maar dan wel voor een prijs die daar flink onder ligt. Het product staat, nu de naam nog naar het beoogde niveau brengen. Het modellengamma zit in elk geval mee. Is de keus nu nog beperkt, in 2009 wordt die uitgebreid met de voor deze klasse zo belangrijke dieselmotor. Om precies te zijn een 2,9-liter V6 met 250 pk en 550 Nm. Daarnaast zit er ook een stationwagon in de koker en, spectaculairder, een woordvoerder van Cadillac Europe verzekerde ons tijdens de introductie van een CTS coupé, die we in de sfeer van de Audi A5 moeten plaatsen.
Een stuk dichterbij het heden staat de BLS Wagon, waar we in Portugal ook nog even in konden rijden. We kennen de BLS natuurlijk al als een keurige, maar in weinig dingen uitblinkende auto en daar voegt de Wagon – het zal u niet verbazen – nog een stuk extra gebruiksgemak aan toe. Omdat ook in deze klasse, vooral in Nederland, combi's erg belangrijk zijn, zal deze variant ongetwijfeld wat extra verkopen voor de BLS opleveren. Bovendien is ook de motor die wij reden nieuw; de bekende 150 pk diesel wordt aangevuld met deze 180 pk variant. Een welkome aanvulling voor wie net wat meer power wil, maar we vinden hem niet echt verfijnd. Hij voelt wat rauw aan, en het diesel-gespijker is vrij nadrukkelijk aanwezig. In het najaar van 2008 wordt de BLS ook leverbaar met vierwielaandrijving en met een E85-motor, die naast benzine ook bio-ethanol lust. Het zal de compacte Caddy in zijn nadagen niet naar de verkooptop lanceren, maar de nieuwe CTS is wat ons betreft de beste Cadillac ooit, en een volwaardig speler in de klasse van luxe zakenauto's. Een meesterzet, die het niveau van BMW aardig benadert. De Detroit Motoren Werke, zeg maar.