Cadillac CTS

Hogerop zonder poespas

Cadillac CTS
Cadillac CTSCadillac CTSCadillac CTSCadillac CTSCadillac CTSCadillac CTSCadillac CTSCadillac CTS
AutoWeek 15 2014
AutoWeek 15 2014

Je leest het in AutoWeek 15 2014

Misschien ken je de reclame van verzekeringsmaatschappij Klaverblad. Geen poespas of mooie leuzen, maar 'gewoon goed'. Dat is zo'n beetje de nieuwe Cadillac CTS in een notendop: gewoon goed. Is dat goed genoeg in het E-segment?

Cadillac kennen we vooral als een gewaagde outsider. De Amerikanen bouwen auto's die misschien niet ieders smaak zijn, maar die zich in ieder geval durven te onderscheiden van de, veelal Duitse, massa. Prijzenswaardig, maar helaas valt er vaak wel wat aan te merken op de Caddy's. Neem de vorige CTS: het idee daarachter was dat je betaalde voor een D-segmenter, terwijl je de ruimte van een kleine E-segmenter kreeg.

In de Verenigde Staten klopte dat ook wel, maar in ons land gooide de bpm-regelgeving roet in het eten. Wat je hier kreeg, was een auto met een volwaardig prijskaartje en relatief weinig ruimte. En dus ging het roer om voor de nieuwe CTS. Er kwam tien centimeter in de lengte bij, onder de kap voor het eerst een viercilinder turbomotor en het gewicht werd flink verlaagd. Tijd voor een nieuwe aanval op het E-segment.

Stap in en je merkt direct waar die extra ruimte vooral voor bedoeld is. Voortaan zit je op de achterbank ook als volwassene gewoon goed en geniet je van dezelfde luxe als de voorste inzittenden. En die hebben het boven-gemiddeld goed. Cadillac besteedt veel aandacht en zorg aan de vorm-geving van het interieur. Je moet ervan houden, net als van de buitenkant, maar het binnenste oogt zeker modern en chic. Bovendien zijn alle materialen van hoge kwaliteit. Het hout is echt, het leer soepel en wat je ook aanraakt: het voelt allemaal net zo goed als het eruitziet. Helaas werkt niet alles even logisch.

Neem het Cue-multimediasysteem. Het idee is dat je op de vlakken boven de zilverkleurige strips drukt en veegt om het systeem te bedienen. Ziet er gelikt uit, maar áls het systeem je bestaan al erkent, werkt het behoorlijk traag en niet altijd intuïtief. Dat is jammer, want hoewel het uiteindelijk wel doet wat het moet doen, zijn er in deze klasse wel wat beter werkende systemen.

En als we toch bezig zijn met kritiek leveren: het motorenaanbod is wat dun. Je hebt als aspirant-CTS-eigenaar welgeteld één keuze: de 2.0T. De zescilinders die Cadillac elders ter wereld aanbiedt, komen niet naar ons continent, en op een dieselmotor hoeven we de komende tijd ook al niet te rekenen. Volgens technici schuilt het probleem in het feit dat GM weliswaar diesels heeft, maar dat die allemaal dwarsgeplaatst zijn en niet geschikt voor de achterwielaangedreven CTS. Terug naar wat er wel is: een moderne 2,0-liter viercilinderturbo met directe inspuiting en variabele kleptiming. Goed voor 276 pk en 400 Nm, wat ruim voldoende moet zijn.

Toch heeft de aandrijflijn aanmoediging nodig, niet in de laatste plaats vanwege de, eveneens verplichte, zestraps automaat. Die schakelt vloeiend en soepel, maar als je opeens besluit dat je wilt versnellen, twijfelt-ie net even te lang. Voor een vlotte rijstijl is de automaat dus eigenlijk te traag en daar komt bij dat de vierpitter behoorlijk industrieel klinkt bij het stijgen van de toerentallen. Maar als de motor eenmaal op stoom is, gaat de CTS met grote stappen voorwaarts. Hij wil best vlot van kiet gaan, maar door de wat lome transmissie voelt de auto trager en zwaarder aan dan-ie is.

Zwaarlijvig

Ook het onderstel kan die lome indruk niet verhullen. Standaard is de Caddy voorzien van adaptieve dempers die in een fractie van een seconde de demping kunnen aanpassen. In de praktijk is de CTS daardoor vooral heel comfortabel. Je gaat echt uitkijken naar lange stukken, die je in alle rust en weelde rijdt. In de bocht voelt de Cadillac vrij zwaarlijvig aan, terwijl z'n gewicht met ruim 1.600 kilogram best meevalt voor een auto in deze klasse. Zeker in korte bochten en bij stevig remmen laat de Amerikaan je nooit vergeten dat je met bijna vijf meter auto onderweg bent. Wellicht dat de optionele vierwielaandrijving op ons testexemplaar hieraan bijdraagt. Die integrale aandrijving vergt een extra investering van een kleine € 8.000.

Royaal

Gelukkig is dat toeren in weelde door de rijke standaarduitrusting zo goed als verzekerd. Standaard zijn onder meer leren bekleding, xenon verlichting en elektrisch bedienbare, verwarmbare zetels mét ventilatie. Best royaal aangekleed dus, die Caddy. Daar staat dan wel een aanzienlijke investering tegenover; voor minder dan € 65.619 hoef je bij de Cadillac-dealer niet aan te kloppen. Althans, niet voor een CTS.

Zet je dat af tegen de Duitse concurrentie, dan is de prijs helemaal niet zo gek, zeker gezien de uitrusting die je krijgt. Helaas biedt Cadillac niet de keuze om de CTS wat kariger te maken om de prijs verder te drukken. De concurrentiepositie van de auto zou er sterker door worden, aangezien de meeste Audi's, BMW's en Mercedessen in ons land minder riant uitgerust zijn dan de Cadillac. Een zuiniger benzine- of dieselmotor zou de CTS ook verder helpen, trouwens. Nu dendert-ie niet over de concurrentie heen. Ondanks de kritische noten is de nieuwe CTS wel gewoon goed. De vraag is of je het daarmee alléén gaat redden in dit segment.

Video

Lezersreacties (7) (gesloten)

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.

De discussie is gesloten.
Reageren is niet meer mogelijk.