Aston Martin DB9
Brute Brit
- Autobild/ A.J. Cornelissen
- Eerste rijtest
Er zijn weinig merken die zo veel ups en downs hebben gekend als Aston Martin. Het deftige Britse merk is in zijn 90-jarige geschiedenis zes keer failliet gegaan, en nóg vaker van eigenaar gewisseld. In het begin is het vooral de Britse adel die Aston Martins koopt, tot in 1964 de James Bond-film Goldfinger verschijnt. Daarin rijdt Sean Connery in een DB5, voorzien van handige snufjes als een schietstoel en mitrailleurs die verstopt zitten achter de rozetten op de voorbumper. Vanaf dat moment staat het merk wereldwijd op de kaart. Maar in de jaren '70 en '80 lopen de verkopen niet altijd even lekker, en zodoende wordt het merk in 1987 overgenomen door Ford. De Amerikanen zullen daar de eerste jaren nog weleens spijt van hebben gehad, want erg goed gaan de zaken in Newport Pagnell dan nog bepaald niet.
Zo worden er in 1992 wereldwijd slechts 46 auto's verkocht… Het tij keert met de komst van de Aston Martin DB7 in het jaar daarop. Hoewel er onderhuids sterk verouderde techniek van de Jaguar XJS uit de jaren '70 zit, weet hij met zijn sexy lijnenspel veel mensen te verleiden. Inmiddels behoort het merk tot de deftige Premier Automotive Group van Ford, naast Jaguar, Land Rover en Volvo. Er is weer geld en daar maakt Aston Martin dankbaar gebruik van. Onder leiding van Ulrich Bez, een Duitser die bij Porsche in de jaren negentig de 911 verder ontwikkelde, is er in Gaydon een compleet nieuwe fabriek uit de grond gestampt en wordt er aan nieuwe modellen gewerkt. Zoals de AM V8, die het de 911 moeilijk moet gaan maken. En de twaalfcilinder DB9, die als zware taak heeft de succesvolle DB7 op te volgen.
Gespierd
Uiterlijk is de DB9 weer een typische Aston Martin. Gespierd, maar op een ingetogen manier. Aan de voorkant valt vooral de grille op, die de vorm van een wijd opengesperde bek heeft. Samen met de lage voorspoiler en de gewelfde spatborden levert dat een bijna angstaanjagende neus op. Wie de Aston in zijn buitenspiegel ziet verschijnen, zal maken dat 'ie wegkomt. De zijkant van de DB9 ziet er niet minder indrukwekkend uit, met zijn wulpse heupen. Ook aan de achterzijde maakt de brute Brit indruk, vooral door de voluptueuze afmetingen van zijn achterwerk. De twee dikke uitlaten die uit de bumper priemen maken duidelijk dat er met de DB9 niet valt te spotten. Al met al is het een waanzinnig fraai ontwerp en modern bovendien. Gelukkig hoefde Aston Martin deze keer ook geen onderdelen te 'lenen' van andere merken. In tegenstelling tot zijn voorganger, de DB7, die was voorzien van achterlichten van de Mazda 323F en Citroën CX-buitenspiegels…
Tegenwoordig beschikken de Britten dankzij hun Amerikaanse moeder over genoeg geld om dat soort zaken zelf te ontwerpen. En daar zijn ze goed in. Kijk bijvoorbeeld eens naar de fraaie chromen omlijsting van de zijramen. "Een moeilijk stukje handwerk, en extreem duur om te maken", zegt chefdesigner Henrik Fisker, "maar wij kunnen dat nu eenmaal." Astons jongste telg heeft meer van dat soort fraaie details. Zoals de 'kieuwen' vlak achter de voorwielen. Ze versterken de gespierde uitstraling van de DB9, en zijn tegelijkertijd elegant. Mooie details, die vooral de echte kenners op waarde zullen schatten. En dat soort kleine dingen vinden ze belangrijk bij Aston Martin, want de hoofdlijnen kloppen sowieso altijd wel bij de Britten, op de een of andere manier. Denk maar eens aan de elegante DB5, of aan de dikke Vanquish. De DB7 wordt door sommige mensen zelfs als de mooiste auto aller tijden beschouwd. Hoe weten die Britten dat toch elke keer weer zo goed voor elkaar te krijgen?
Klasse
Het interieur van de DB9 is van een ongekende klasse. Het is compleet met lekker ruikend leer bekleed, en de middenconsole is dankzij het toegepaste aluminium een ware lust voor het oog. Alle knoppen zijn met de hand uit dit lichtgewicht materiaal gedraaid, waardoor het een feest is ze aan te raken en het Aston-dash een exotische en luxe uitstraling heeft. Héél wat anders dan het DB7-dashboard, met zijn vele ouderwetse Ford-knoppen. Zelfs het topmodel Vanquish moet het doen met ventilatieroosters van Volvo, en Jaguar-bedieningspanelen voor airco en radio. De DB9 is echt een stap vooruit in dat opzicht. Zelfs de instrumenten zijn speciaal voor de DB9 ontworpen, ze hebben een oogverblindend fraaie aluminium achtergrond. Helaas ook letterlijk oogverblindend, als de zon er op valt zijn ze met geen mogelijkheid af te lezen. Gelukkig zit er ook een digitale snelheidsmeter, onderin de toerenteller.
De klasse-uitstraling wordt verder versterkt door het royale gebruik van leer, dat in maar liefst twintig verschillende kleuren leverbaar is. Verder is er ook hout gebruikt voor de afwerking van het interieur, maar gelukkig wel op een moderne manier. Er zit dus geen enorm stuk glanzend gelakt wortelnotenhout voor je neus. De Aston-klant heeft namelijk de keuze uit trendy exotische materialen als bamboe en eucalyptushout. Bovendien is het praktisch onbehandeld, waardoor het er erg natuurlijk uitziet en na verloop van tijd zal verouderen. Dat mag best, vindt Aston Martin, wat patina. Zijn we het helemaal mee eens. Zo'n auto moet een beetje 'leven'. Kunststof zul je in het DB9-binnenste dan ook niet aantreffen. Zo zijn de ventilatieroosters van aluminium, is de dakhemel van alcantara, de asbak van glas ( ja, echt waar!), net als de startknop. En niet zo maar glas natuurlijk, we praten hier over kristal. "U hebt thuis toch ook geen plastic op de muren", verklaart Henrik Fisker de materiaalkeuze. Zit wat in.
Tom Jones
Maar hoe mooi de DB9 ook is, je vergeet alles om je heen zodra je de dikke V12 met een druk op de startknop tot leven wekt. Wow, dit klinkt lekker! Het is een diep, licht rochelend geluid, zo moet Tom Jones klinken als hij een ochtendhumeur heeft. De zesliter twaalfcilinder gedraagt zich gelukkig niet nerveus en hitsig, hij luistert goed naar de baas. De 456 paarden trappelen in het vooronder, wachtend op het startschot. De manier waarop de V12 zijn prestaties levert, lijkt op die van een grote turbinemotor. Heel wat anders dan de twaalfcilinders van Ferrari, die lijken qua karakter eerder op een vulkaanuitbarsting. De Aston-V12, die overigens bij Ford in Keulen gebouwd wordt, is een en al gebalde kracht. Dat blijkt ook uit zijn riante koppel van 570 newtonmeter, bij 5.000 toeren per minuut. De motor is gekoppeld aan de briljante zesversnellingsautomaat van ZF. Hij wordt bediend met knoppen op de middenconsole, een keuzehendel vindt Aston Martin te ouderwets. Schakelen doe je met aluminium peddels aan het stuur, die van een fraai stukje leer zijn voorzien op de plek waar je vingertoppen terechtkomen. Over oog voor detail gesproken… De automaat doet zijn werk haast onmerkbaar, wat een behoorlijke verbetering is ten opzichte van de ietwat nerveuze sequentiële bak in de Vanquish. Wellicht komt er op den duur ook een DB9 met handbak, maar dat is op dit moment nog niet zeker.
Geen modderfiguur
Aston Martin heeft er bewust voor gekozen de DB9 makkelijk hanteerbaar te maken. "Iedereen moet er in een DB9 goed uitzien, ook al rijdt men slechts de oprit van een hotel op", zo vindt Aston-chef Bez. Een modderfiguur zul je met deze auto dan ook niet slaan, hij is vergevingsgezind van karakter. Zo heeft hij een fantastisch neutraal bochtgedrag, een perfecte wegligging en een verbazingwekkend goed veercomfort te bieden. De DB9 hitst je nooit op, hij is niet vermoeiend. Het is eerder een soort lounge op wielen, waar je na een drukke werkdag helemaal tot rust komt. Daarbij zorgt de V12 voor genoeg entertainment. De Aston Martin weet je op het verkeerde been te zetten, want door zijn comfortabele karakter líjkt het allemaal niet zo hard te gaan. Maar vergis je niet, de bochtsnelheden liggen ongemerkt belachelijk hoog en de remmen zorgen voor een haast buitenaardse vertraging. Daar hoef je echt geen Ferrari voor te kopen. Komen we tot slot nog even bij de prijs. De DB9 wordt vanaf deze maand geleverd voor € 202.000. En daarmee is deze auto feitelijk een koopje… Natuurlijk is het een hoop geld, maar een Mercedes CL 600 gaat ook rap richting de twee euroton, maar dan zit je wel tegen een dashboard met behoorlijk wat plastic aan te kijken. Bovendien is de DB9 een Aston Martin, dat is nog altijd wat bijzonders. Prins Charles rijdt er immers ook in, net als George Clooney, Hugh Grant en Russell Crowe. En natuurlijk Bond, James Bond. De DB9 is een waardige opvolger van de DB7, hij is zelfs veel beter. En minstens zo mooi qua vormgeving. Very impressive.