Abarth 500 1.4 16v T-Jet Abarth (2008)

Giftig beestje

Fiat 500 1.4 16v T-Jet Abarth
Hij is klein en lijkt snoezig, maar onder het korte neusje bevindt zich een brute machine met 135 pk. De 500 Abarth is bepaald geen schorpioen om zonder handschoenen aan te pakken.

Fiat, sorry Abarth, pakte flink uit met de uiterlijke aanpassingen van het kleine bommetje. Alleen die neuspartij al: een 500 met een opgespoten onderlip waaraan Angelina Jolie nog een puntje kan zuigen. Er ligt een enorme schorpioen op de motorkap en Abarth-logo's op neus en kont laten over de potentie van dit beestje geen misverstand bestaan. Zeer fraaie wielen en een heuse dubbele uitlaat maken de Abarth compleet.
Gelukkig maakt hij dat uiterlijk ook waar. De 1.4 T-Jet van Fiat blijkt in het vooronder te passen. Hij levert in de 500 135 pk. Dat de Abarth een turbo heeft, merk je direct. Vanaf 2.000 toeren is er al een duwtje, boven de 3.500 wordt het een duw in de rug. Na het starten klinkt de 1.4 imposanter dan wanneer er een ongeblazen 1.6-je tot leven komt. Dat merken vooral buitenstaanders. Is de turbomotor koud, dan is het stationair toerental hoger en pruttelt hij er lekker op los. Heb je de sportknop in de 500 uitstaan, dan is er al bij 2.000 toeren het schakellampje dat het tijd vindt voor een hogere versnelling. Lekker zuinig rijden en zo komt de motor rustig op temperatuur. Het gaspedaal lijkt zwaarder te werken en de reactie is niet zo gretig als wanneer de knop met opdruk 'Sport' is ingeschakeld.
Nog een leuke gimmick aan de Abarth is de turbodrukmeter. Dat soort dingen maakt de auto leuk, net als het guitige uiterlijk. In het interieur zou de motor nog wel wat meer kabaal mogen maken: gesis bij het overschakelen en zo. Nu blijft hij wat op de achtergrond.


Overboost
Schakelen voelt in de Abarth degelijker aan, maar erg communicatief is de tegen het dashboard geplaatste versnellingspook niet. Bij 120 km/h maakt de turbomotor van de Abarth een relaxte 3.000 omwentelingen per minuut. De sprint naar de 100 km/h werkt de Abarth af in 8,6 seconden, hoewel ze in Italië beloven dat het in 7,9 seconden kan. Bij de tussensprint heeft de Abarth baat bij zijn turbomotor. Bij overboost, die alleen ontstaat met ingeschakelde sportknop, stijgt het koppel kortstondig tot 206 Nm. Jammer is dat de Abarth niet zo'n fijne zitpositie biedt. Dat komt vooral door het gemis aan een axiaal verstelbare stuurkolom. De besturing voelt te kunstmatig aan. Door de niet optimale zit en de vage besturing gaat het insturen niet top. De auto raakt door het enthousiast uitveren in onbalans en schuift veel te snel over de voorwielen weg. De demping van de Abarth is keihard, wat resulteert in drempelvrees. Eerst knalt de auto zo'n snelheidsremmer op, daarna staat het koetsje nog even te dansen. Nieuw is het Torque Transfer Control, dat ervoor zorgt dat het aandrijfkoppel optimaal tussen de voorwielen wordt verdeeld.
Vanbinnen oogt de Italiaan vriendelijk. Je ziet geen harde kunststoffen en ook de portieren zijn goed afgewerkt. Het is even wennen aan de plek van de elektrische ruitbediening, want de knoppen zitten op het dashboard. De bedieningsknoppen voor de airco en audio vragen eveneens wat gewenning. Door de flinke sportstoelen heb je nog minder zicht naar achteren. Kijk je over je schouder door het zijruitje achter, dan zit de boven - kant van de leuning van de rechterstoel ervoor. Achterin heb je wel een bank, maar daar zitten is niet echt aan te raden voor volwassenen.

Video

Lezersreacties (32) (gesloten)

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.

De discussie is gesloten.
Reageren is niet meer mogelijk.