Aston Martin V8 Vantage (2006)

We mogen 500 kilometer met de V8 Vantage rijden om een antwoord te vinden op de vraag of hij werkelijk de ultieme sportauto is voor alledag zoals zijn makers voor ogen stond. Als het om de looks gaat, zit het in ieder geval wel snor. De baby-Aston imponeert door zijn adembenemende proporties: korte overhangen, een lange motorkap, een kont die zowel elegant als krachtig is en een indrukwekkend smoelwerk. Met z'n lengte van 4,38 meter is de Brit korter dan een Porsche 911 of een Maserati Coupé. De overeenkomsten met grotere broer DB9 zijn talrijk, maar het gedrongen postuur, de hoge flanklijn en de gespierde wel-vingen maken de compacte Vantage onmiskenbaar dikker. Fraai detail zijn de schuin naar boven openende portieren, die niet alleen het instappen vergemakkelijken,
maar ook beschadigingen tegen hoge stoepranden tegengaan.

Getrompetter
Het oorspronkelijke motorontwerp stamt van Jaguar, maar daar is zoveel aan gesleuteld dat we gerust van een uniek Aston Martin-blok kunnen spreken. Mede dankzij de dry-sumpsmering kon de 32-klepper zo laag en ver naar achteren geplaatst worden, dat hij áchter de vooras ligt. Gecombineerd met een achterin geplaatste zesversnellingsbak resulteert dit in een gewichtsverdeling van 49 procent vóór en 51 procent achter.
Als je het fraaie gaspedaal van de Vantage intrapt, blijft een hitsige reactie als in een Ferrari F430 of Corvette C6 uit. De teleurstelling blijkt echter van zéér tijdelijke aard, want bij 4.000 toeren per minuut verandert plotsklaps het karakter van de 4,3-liter V8. Het ietwat hese, bedaarde toontje van eerst gaat over in een scherp, metaalachtig gebrul. Hand in hand met het getrompetter zwellen ook de krachten aan. Pas bij vijfduizend omwentelingen worden alle 410 Newtonmeters op de achterwielen los-gelaten. Maar dan is het feest nog lang niet over. Want de 380 pk's nemen het vervolgens over van het koppel, waardoor de Vantage haast lineair door blijft sleuren. Het is dat bij 7.500 tpm de begrenzer ingrijpt, voor je gevoel kan de achtpitter nog moeiteloos duizend toeren verder doortrekken. Dit alles vertaalt zich in klinkende cijfers. Van 0 tot 100 km/h meten we 5,6 seconden, pakweg twaalf tellen later zitten we op de tweehonderd. Als top geeft Aston Martin 280 km/h op.

Pitbull
Net als de eerste reactie op het gas-pedaal is ook de besturing niet zo super-direct als die van een Ferrari of Maserati. Dankzij de progressief werkende dempers bijt de Brit zich echter na de turn-in als een pitbull in het asfalt. De hoeveelheid grip is van absoluut topniveau. Dankzij de prachtige balans en lichtvoetigheid kost het weinig moeite om 'm onder controle te houden.
Binnenin word je niet alleen omarmd door een stel perfecte sportkuipen, maar lijkt de hele cockpit zich om je heen te sluiten. Je trekt de Aston aan als ware het een jas. Het fijne sportstuur staat bijna verticaal en vergroot het sportwagengevoel. Jammer alleen dat het wat simpel van vorm is; dat vloekt een beetje met de schitterende klokken daarachter. Het plastic van de mooi gebeeldhouwde middenconsole is naar onze smaak net even te prominent aanwezig. De fragiel aandoende knopjes zijn bovendien onoverzichtelijk en matig bedienbaar. Dit alles wordt echter vergoed door de fraaie aluminium afwerking en het royaal aanwezige leer.