Porsche achterna: de Lotus Eterne
Lotus probeert zichzelf heel duidelijk opnieuw op de kaart te zetten als serieuze concurrent van grote merken als Porsche. Een goed voorbeeld daarvan is deze vierdeurs Eterne, die overduidelijk auto's als de Panamera op de korrel heeft. In 2015 moet het zover zijn.
Lotus ziet in de Eterne een rasechte concurrent voor de luxueuze en sportieve GT's van deze wereld. 'Dit is een sportieve auto met vier deuren die vier mensen in alle luxe, stijl en comfort kan vervoeren, en die desgewenst kan worden ingezet als auto waarin men gereden wordt.' Dat zijn geen halve teksten en laten zien dat Lotus duidelijk de hogere markt voor ogen heeft met dit nieuwe familielid. Onder de scherp getekende huid, die qua vormen duidelijk veel weg heeft van de andere Lotus-modellen die vandaag zijn voorgesteld, zorgt een geblazen V8 voor de nodige kracht.
De achtcilinder levert 620 pk en 720 Nm aan koppel en ligt in de neus. Dat lijkt niet echt 'des Lotus', maar de V8 ligt zo ver áchter de vooras dat de auto het stuurkarakter van een bolide met middenmotor zou hebben. In de basis is de vierdeurs sportwagen achterwielaangedreven, al wordt vierwielaandrijving optioneel bij de Hybrid. De prestaties zijn veelbelovend; de sprint van nul naar honderd raffelt de 1.800 kilo zware Eterne af in slechts vier seconden, terwijl Lotus als topsnelheid maar liefst 315 km/h opgeeft. Geen kinderachtige waarden dus!
Ook als hybride
In de persinformatie rept Lotus zoals gezegd trots over een hybride aandrijflijn die eraan zou komen, maar de details daarover zijn buitengewoon summier. Sterker nog; de aankondiging dat die hybride-variant er komt, is daadwerkelijk de enige informatie. Het merk noemt een versnellingsbak met geïntegreerde elektromotoren (een vergelijkbaar systeem als we zien in de Lexus RX450h) en een terugwinfunctie van kinetische remenergie als kenmerken. Het klinkt allemaal fantastisch, maar we hebben nog een lange weg te gaan tot de lente van 2015. Dat is het moment waarop Lotus de nieuwe Eterne in de showrooms wil hebben. Tot die tijd houden wij als vanzelfsprekend de vinger aan de pols.