Jaguar X-type 20 jaar: klassieker in de dop?

Moeilijk hoofdstuk

Jaguar X-Type
Jaguar X-TypeJaguar X-TypeJaguar X-TypeJaguar X-TypeJaguar X-typeJaguar X-typeJaguar X-type EstateJaguar X-type EstateJaguar X-type EstateJaguar X-Type 2.2D Executive

Eén van de meest bediscussieerde Jaguars ooit is 20 jaar geworden: de X-type. De 'betaalbare Jaguar' met zijn verwantschap aan de Ford Mondeo is absoluut niet het meest geliefde dat het merk ooit voortbracht, maar wellicht groeit de waardering met de jaren.

Aan het begin van de zomer van 2001 verwelkomden we in Nederland een nieuwe Jaguar in de showroom: de X-type. Een model voor de middenklasse, niet echt des Jaguars. De X-type stond dapper te glimmen naast auto's die opereerden in de voor Jaguar gebruikelijke hogere segmenten: de XJ, XK en S-type. De grote aanjager achter de komst van de X-type, was natuurlijk Jaguars toenmalige moederbedrijf, Ford. Dat had het Britse merk inmiddels zo'n beetje een decennium onder zijn hoede en wilde dat Jaguar meer ging doen dan zijn nichemarkten bedienen. Groei was het sleutelwoord en de echt grote verkoopaantallen moesten natuurlijk uit lagere segmenten komen. De S-type ontstond al met die gedachte, maar met de X-type ging men nog een stapje verder 'omlaag'. Daarmee bewoog Jaguar zich voor het eerst in zijn geschiedenis in het vaarwater van modellen als de BMW 3-serie, Audi A4 en Mercedes-Benz C-klasse.

Met de S-type had Jaguar in ieder geval laten zien dat het zijn merkerfgoed niet aan de groeidrang ten onder zou laten gaan. De S-type droeg immers een bekende naam en kon met zijn ontwerp ook nog gespiegeld worden aan de S-type van weleer. Bij de X-type liep het wat anders. De ontwerpers hadden duidelijk de opdracht gekregen van Jaguar om van de X-type een kleine broer van de XJ te maken. Klassieke lijnen weliswaar, maar dan wel op een auto die in geen enkele bloedlijn van Jaguar paste. De naam sloot aan bij het spiegelen van de X-type aan de XJ, met de X van XJ. De X die de XJ bij zijn conceptie overigens kreeg van 'Experimental' en wat dat betreft paste de X ook goed bij de X-type. Het zou in zekere zin een experiment worden voor Jaguar: krijgen we voet aan de grond in deze klasse?

Meer dan een Mondeo

Op papier was het een kansrijk idee: een sjiek gelijnde auto met (iets meer) vertrouwenwekkende techniek. Ford leverde immers een belangrijk deel van de basis voor de X-type, het CD132-platform waarop Ford zelf de nieuwe Mondeo ontwikkelde. Een doorontwikkeling van het platform waarvan de Mondeo al vanaf de Mk1 gebruik maakte. Als Ford immers één ding wist van Jaguar, dan was het wel dat het merk op technisch gebied wel een steuntje in de rug kon gebruiken. Met de basis zou het dus wel goed zitten. Daarbij kwam dat Ford zijn dochtermerk enkele motoren toeschoof: de geblazen 2,0-liter en 2.2 Duratorq-diesels. Ook kwam er een reeks benzine-V6'en beschikbaar voor de X-type, door Jaguar aangepaste Duratec-motoren van Ford, de 2,1-liter (als 2.0 aangeduid), 2,5-liter en 3,0-liter.

Deze aanpak was iets minder ingewikkeld dan de aanpak die Jaguar vroeg in de jaren 90 nog voor ogen had: de auto op een ingekorte versie van de basis van de S-type ontwikkelen. Een voordeel daarvan zou zijn dat men de X-type ook met een in lengterichting geplaatste motor en achterwielaandrijving kon leveren - zoals de concurrenten dat deden en Jaguar zelf ook gewend was - maar dat zou te kostbaar worden. De Ford-basis was goedkoper, ook geschikt en Jaguar was bereid om wat idealen te laten varen door de X-type met dwarsgeplaatste motoren en (in beginsel) voorwielaandrijving op de markt te brengen. Jaguar ontwikkelde zelf met deze basis echter ook een vierwielaangedreven versies, waar Jaguar wat betreft rijgedrag de hoogste verwachtingen van had. Die moesten door de nadruk van de aandrijving vooral op de achterwielen te leggen aanvoelen als een 'echte Jaguar'. Niet in de laatste plaats ook vanwege aanpassingen die Jaguar (vooral aan de voorkant) doorvoerde op het onderstel van de Ford-basis.

Een ander aspect waarom we de X-type 'een Mondeo met Jaguar-koets' noemen (wat te kort door de bocht is), heeft te maken met de lengte. Jaguar kortte de basis namelijk wat in. De wielbasis van de Mondeo was 2.754 mm, die van de X-type 2.710 mm. Dat scheelde dus ruim 4 centimeter. Het klinkt misschien gek, maar anders zou de X-type wat te ruim worden. Vanwege de basis was er makkelijker interieurruimte te creëren dan bij de S-type en de X-type dreigde dus zijn grote broer te evenaren of zelfs te overklassen. Dat kon natuurlijk niet.

De praktijk

De Jaguar X-type zou hoe dan ook een vreemde eend in de bijt worden bij Jaguar en werd dan ook met gemengde gevoelens ontvangen. Een Jaguar in dit segment, die ook nog eens oneerbiedig een beetje oogde als een 'te heet gewassen XJ'; het was voer voor spot. De X-type bleek echter wel een fijn rijdende auto te zijn en Jaguar was er inderdaad aardig in geslaagd om 'm toch wat anders aan te laten voelen dan een Mondeo. In principe was er genoeg onderscheidend vermogen om 'm echt als een Jaguar neer te zetten en daarmee dus ook, zeker de luxer aangeklede versies, hoger in de markt. Vergeleken met de gevestigde concurrenten was het een moeizamer verhaal. Niet geheel verwonderlijk, aangezien Jaguar hier net kwam kijken en de X-type toch enigszins een allegaartje van onderdelen en bepaald geen van de grond af nieuw ontwikkelde auto was. Al snel werd dan ook duidelijk dat de X-type niet de gedroomde 'cash cow' van Jaguar zou worden die men voor ogen had.

Een krap decennium hield Jaguar stug vol met de X-type, vanaf 2004 met de Estate-versie erbij als extra drager van hoge verwachtingen. De komst van de Estate - waarmee Jaguar zeker van de merkfans nog meer hoon oogstte - kon de teleurstellende verkopen van de X-type niet echt rechttrekken. Uiteindelijk kwam de teller op dik 350.000 X-types te staan voordat Jaguar er de stekker uit trok. In Nederland verkocht Jaguar er slechts 3.212, zelfs nipt minder dan van de S-type.

Klassiekerstatus?

De Jaguar X-type blaast nu dus 20 kaarsjes uit en daarmee rijst de vraag: wordt dit niet onomstreden maar bijzondere model een door sommigen gekoesterde klassieker, of verdwijnen de laatste exemplaren op den duur stilletjes op de sloop? Een eenduidig antwoord is er niet voor te geven, natuurlijk, maar het laatste lijkt toch meer aannemelijk. De X-type is door de bank genomen een duurdere occasion dan de Mondeo waar-ie zoveel mee deelt, alleen zijn er ook 'afgetrapte' X-types te vinden die je voor een appel en een ei ophaalt. Heel nette exemplaren met een lage kilometerstand willen relatief nog wel eens wat aan de prijs zijn, al zakken de prijzen rap naarmate de auto ouder is. Afschrijven willen ze nog wel. Niet in de laatste plaats omdat de X-type niet als heel betrouwbaar of goedkoop te onderhouden te boek staat.

We vroegen Exco Auto, een Nederlandse Jaguar Land Rover-specialist, hoe men daar tegen de X-type aankijkt. De X-type is er geen veelvoorkomende gast, niet omdat er niet vaak een garagebezoek nodig is, maar omdat er over het algemeen niet veel geld in gestoken wordt om ze op de weg te houden. Uiteraard zullen er altijd uitzonderingen zijn. Het is te verklaren dat er niet vaak veel geld in wordt geïnvesteerd. De specialist benadrukt namelijk dat de X-type inderdaad een dure gast kan zijn, ook vergeleken met de concurrenten. Enkele cruciale zaken zijn zwak en bovendien erg duur om te vervangen of repareren. Een kapotte automaat kan je een rekening van richting de € 4.000 opleveren, de tussenbak bij de 2.5 en 3.0 richting de € 2.500 en Lambda-sondes á € 250 per stuk. Wil je de grootste potentiële ellende vermijden, dan raadt men aan om voor een X-type 2.0 V6 met een handbak te gaan. Die staan als betrouwbaar te boek en zijn bovendien in onderhoud minder snel prijzig.

Kortom; de X-type blijft ondanks alle beste bedoelingen toch een wat moeilijk hoofdstuk uit de Jaguar-geschiedenis. We kunnen het uiteraard alleen maar aanmoedigen wanneer liefhebbers van Jaguar, specifiek de X-type óf van automobiele curiosa ervoor zorgen dat sommige X-types wél gekoesterde klassiekers worden. Zeldzaam zullen ze in ieder geval zijn. Wie weet is het model over tien jaar wel een leuke kandidaat voor 'In het Wild'? Wij hopen nu al op een in concoursstaat verkerende X-type Estate 2.0D met wieldoppen.

Lezersreacties (35)

Reageren

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.