In het wild: DeLorean DMC-12 (1981)

Wat is het? Misschien wel een van de beroemdste filmauto's ooit: de DeLorean DMC-12, een auto met een bijzondere en ietwat treurige geschiedenis. Aanvankelijk zou de DeLorean - een project van voormalig Pontiac-engineer William Collins en John DeLorean - een wankelmotor achter de voorstoelen gemonteerd krijgen. Wegens het wegvallen van de productie van de boogde krachtbron, viel de keuze op de Cologne-V6 van Ford, maar men koos uiteindelijk voor een V6 van de samenwerking tussen Peugeot, Renault en Volvo. Het blok verhuisde van het midden naar de achterzijde van de auto. Het project liep enige vertraging op, en Colin Chapman - oprichter van Lotus - nam de boel over. Begin 1981 liepen dan de eerste modellen van de band. Ruim een jaar later ging DeLorean Motor Company al op de fles. Naar verluidt zijn er zo'n 9.200 exemplaren geproduceerd, waarvan alle DMC-12's - met uitzondering van een gouden exemplaar - onbespoten de fabriekspoorten verlieten. De auto wordt nog altijd in kleine oplage nieuw gebouwd in een klein fabriekje in Humble, Texas.

Het exemplaar dat Alexander tegen het lijf is gelopen, draagt wél een lakje, en dat zie je zelden. Het feit dat de bijzondere Amerikaan ook nog eens in een Utrechtse straat is te zien, maakt de van vleugeldeuren voorziene DMC-12 nóg opvallender.

Hoe bijzonder is-ie? Er schijnen slechts 9.200 stuks geproduceerd te zijn, dus een zeldzaamheid is het altijd.

Hoe staat-ie erbij? Opvallend goed. Van roest is uiteraard geen sprake en dit exemplaar draagt een donkere jas, waarmee hij behoorlijk zou opvallen tussen z'n broers die allen zonder lak op de roestvrijstalen koets rondgaan.

Wat is-ie waard? DeLoreans gaan weg voor bedragen van rond de 50.000 euro.

Waardering: Een geweldig stukje geschiedenis met een pijnlijk verleden. Zeker in deze omgeving een prachtige verschijning en een aandachtstrekker pur sang.