Alweer een British Leyland-product als Guilty Pleasure: de Princess
Wederom een Engelse auto die we opdienen als Guilty Pleasure: de Princess 2200. Michiel Willebrands zag hem ooit op een Zuid-Franse camping en die bijzondere auto liet hem niet meer los.
Mijn eerste herinnering – en misschien ook wel de enige, bedenk ik me zojuist – aan de Princess stamt uit midden jaren 80. Het was ergens op een camping aan de Engelse zuidkust waar ik te midden van de tijdsconform gekleurde canvas tentjes een bijpassende, lichtbruine auto ontwaarde die ik niet direct kon thuisbrengen. Nieuwsgierig naar de onbekende en geïntrigeerd door de bijzondere wigvorm van de auto kon ik mijn ouders niet veel later vertellen dat ik een heuse Princess had gezien. Waarschijnlijk heeft mijn vader daarna iets gemompeld over roestende Engelse troep, maar mijn interesse voor het model was gewekt en is nooit meer verdwenen. Daarom vond ik het artikel over de Princess 2200 HLS uit een AutoWeek Classics van 2015 ook zo geweldig; een Nederlandse meneer die al sinds de jaren 70 Princess rijdt en de auto nota bene heeft laten ombouwen van een vier- naar een vijfdeurs carrosserie.
De Princess is een door Leylands designer Harris Mann getekend product naar aanleiding van een samenwerking tussen drie kwakkelende merken die langzaam richting de afgrond rolden: Austin, Morris en Wolseley besloten om de oorspronkelijk in 1975 als 18-22-serie geboren auto na negen maanden om te dopen tot Princess, een overkoepelend nieuw merk van moederbedrijf British Leyland. Een naam met historie, bovendien; Austin had in de jaren 40 al een model dat deze naam voerde. Hoewel het in de lijn der verwachting lag dat de auto in het zichzelf destijds suf stakende Engeland kwalitatief een steekje of twee zou laten vallen, viel dat bij de Princess aanvankelijk nog mee. Sterker nog, het gerenommeerde Britse tijdschrift Autocar vond de zescilinder 2200 HLS in 1977 zelfs de beste auto die ze dat jaar hadden gereden, al was daar wel wat chauvinisme en creatief punten tellen voor nodig. Vergeet niet dat de auto voor die tijd behoorlijk revolutionair was. Ontwerper Mann noemt de Princess de auto die Leyland ‘into the modern age’ moest brengen en die het dichtste bij het originele ontwerp is gebleven van alle auto’s die hij heeft getekend. De animo voor de Princess was na de lancering zelfs overweldigend, totdat eerdergenoemde stakingen en – het kon niet uitblijven – kwaliteitsproblemen de ‘Landcrab’ Austin 1800-opvolger de das omdeden.
Princess kreeg tweede leven als Austin Ambassador
Toch werd de Princess nog een tweede leven gegund in de vorm van de Austin Ambassador, die tot 1984 in productie bleef en die je net als de Princess tegenwoordig met een vergrootglas moet zoeken. Van die ongelukkige historie was ik me een kleine veertig jaar geleden op de camping natuurlijk totaal niet bewust. Ik zag een auto die me bij de eerste aanblik direct fascineerde, ik begreep als kleine Michiel waarschijnlijk feilloos wat Harris Mann voor ogen had gehad: een auto die zijn tijd ver vooruit was, de auto die British Leyland een gouden toekomst ging bezorgen. Helaas heeft het niet zo mogen zijn en is er van de Britse auto-industrie weinig meer over. Maar de aanblik van die bruine Princess zal ik nooit meer vergeten.